In deze reportage staat de 34-jarige Corné van Oeveren centraal. Corné begon in het najaar van 2014 samen met zijn vrouw een Zorgboerderij in Overberg. Dit dorpje ligt tussen Veenendaal en Amerongen in het oosten van de provincie Utrecht. Daar maakte hij vanaf 2015 ook een nieuwe start met zijn duiven. In 2017 had Corné een heel goed jaar. Hij stond op teletekst op de vluchten Perigueux, Orange en Bergerac. Op de najaarsklassieker Limoges had hij ook nog eens twee vroege duiven. Een jaar waar hij vooraf niet van had kunnen dromen. Redenen genoeg om eens met Corné een middagje te bomen over zijn hobby. Over de manier van kweken, manier van spelen en de ambitie voor de toekomst.

Een stukje voorgeschiedenis
In 1994 kocht ik het huis van mijn opa en oma. Achter dit huis stonden de duivenhokken waar opa en mijn vader vanaf vlogen. Opa en oma mochten in het huis blijven wonen zo lang ze wilden. Dat hebben ze ook gedaan. In 1997 gingen ze samen naar het Zorgcentrum. Het huis was niet meer van deze tijd en werd gesloopt. Er kwam een nieuw huis op dezelfde plaats te staan. Het nieuwe huis werd iets breeder, enkele meters langer en hoger. Bij de gemeente Veenendaal werkte Cees van Oeveren. Hij had duiven gehad en die duiven kwamen onder andere van mijn (andere) opa. Ik vroeg hem om advies voor het tekenen van het nieuwe huis. Wat was het bestemmingsplan en wat was er mogelijk, zodat er snel een bouwvergunning afgegeven kon worden. Natuurlijk vroeg ik naar zijn belangstelling voor de duiven. Cees vertelde dat zijn zoon een beetje aan het rommelen was met de duiven. Hij had nog wat sierduiven en een enkele postduif. Dat wist ik, want hij was in 1995 lid geworden van de vereniging waar ik toen secretaris van was. Ik vroeg hem hoe serieus dat ging worden … Corné was immers pas 13 jaar oud … voor een melker erg jong. Hij was net zo oud als onze stamvader van toen … ‘De Oude 57’. Een Van der Wegen doffer die elk jaar wel één of meerdere eerste prijswinnaars had gegeven. Ik adviseerde Cees met Corné langs een goede programmaspeler te gaan en wat jonkies of eieren te bietsen. ‘Kan hij zien of duivensport echt wat voor hem is’, zei ik nog. ‘Nee’, zei vader Cees, ‘Hij wil overnachtduiven net als jij!’ Ik vroeg Corné: ‘Weet je dat zeker? … heb je zoveel geduld?’ Corné was zeker van zijn zaak. ‘Dan wil ik je helpen’, vertelde ik hem, ‘Maar één ding … we gaan vijf jaar bouwen aan een goed stammetje en dan gaan we proberen bij de kampioenen te komen. Elke goede prijs die je in de eerste vijf jaar haalt, is mooi meegenomen. Heb je zoveel geduld?’ Zijn antwoord was overtuigend: ‘Ja!’ Het begin van een mooie loopbaan in de duivensport was geboren.

De start
In 1995 werd Corné lid van De Snelpost in Veenendaal. Een toen nog bloeiende duivenvereniging met een aantal goede spelers op de overnachtfond. De kampioen van de regio op dit onderdeel kwam jarenlang uit deze club. Het was niet telkens dezelfde … er was een gezonde strijd tussen drie hokken en nog een vijftal andere hokken trokken zich aan deze liefhebbers op. Een club waar je als jonge liefhebber thuis kon voelen. Na enkele jaren snuffelen aan de hobby, werd het vanaf 1997 serieuzer aangepakt. Er werd gebouwd aan een stam duiven die niet alleen van de vluchten (zoals) Bergerac en St. Vincent konden terugkomen, maar ook goede prijzen konden verdienen. De eerste duiven, die er bijkwamen, kwamen van ons (Gerrit en Jaco van Nieuwamerongen). Deze liefhebbers woonden nog geen 150 meter bij Corné vandaan. Al snel kwamen er duiven bij van Leo Kwetters uit Veenendaal en Jan van Schaik uit De Klomp. Deze liefhebbers waren niet alleen de top van Veenendaal, maar behoorden ook tot de beste liefhebbers van heel Afdeling 7 Midden Nederland. In 2001 kreeg Corné een vroege duif van Dax. Echter … deze duif kwam op zondag thuis en hij mocht toen niet op zondag klokken van zijn ouders. Dat was een kleine teleurstelling, maar deze duif had het inmiddels wel gepresteerd om bij de snelste 100 duiven van sector 3 te spelen. Dat was een puike prestatie. Later mocht Corné wel meedoen op de zondagsvluchten, zodat hij deze teleurstellingen niet meer mee hoefde te maken. Elk jaar ging het met de vroege prijzen beter en hij nestelde zich bij de betere marathonspelers van de vereniging. In 2006 trouwden Corné en Nicolien en gingen in het centrum van Veenendaal wonen op steenworp afstand van Corné’s ouderlijk huis. Daar werd opnieuw gestart met overgewende duiven. In 2007 was daar zijn eerste vluchtseizoen. Rond 2010 kwam het eerste mooie en grote succes … de 13e nationaal Cahors … wat toen nog goed was voor een teletekstnotering. Met een duif van de combinatie Bosch-Prattenburg, eveneens uit Veenendaal. Het jaar erna werd Corné zelfs kampioen van de regio op de overnachtfond. In dit jaar won Fleur de 31e nationaal Bergerac en ‘De 3-2-4’ de 37e nationaal Montpellier. Beide duiven werden gekweekt door vader en zoon Van Nieuwamerongen … uit hun topduiven.


In 2014 verhuisde de inmiddels familie van Oeveren naar huidige adres. Om daar een mooie zorgboerderij te starten. In 2015 is er met jongen overgewende duiven begonnen. Van deze oudere duiven zijn er nu (ruim 3 jaar later) toch nog 3 over. Begin 2015 kreeg Corné van Arjan Beens 25 hele late jongen (oktober/november). Later heeft hij er enkele bijgekocht op de laatste internetverkoop van de totale verkoop van Arjan. Corné: ‘Degene die ik heb gekocht, zat ‘de Toon’ in van Verweij-de Haan. Peter de Haan zei toen tegen mij: Het moet niet zo zijn dat je straks goed gaat vliegen met duiven van Beens. Je krijgt er van mij ook een paar.’ Nu nog steeds heeft Corné een goede band met Arjan, maar ook met Peter. Daarnaast zijn er de laatste jaren wat duiven bijgekomen van de Comb. Baas-Berg en van Corné’s vriend Ruud Bakker. Met Ruud en vader Dolf Bakker heeft Corné een goede vriendschappelijke band. Net zoals met de steunpilaren van het eerste uur vader en zoon (Gerrit en Jaco) van Nieuwamerongen.

Oude getrouwe duiven
‘De 375’ (genaamd Fantine) is 13e Asduif Perpignan. Ze komt uit een doffer van Dolf en Ruud Bakker. De moeder is ‘Gerard’s choice’ en de vader ‘Geno’.  ‘Geno’ is de vader van ‘Doramaar’, die o.a. een 21e Breteuil won tegen bijna 21.000 duiven en nog twee kopprijzen op Chateauroux en Salbris. De vader van Fantine is een 100% Koopman-duif. De moeder komt van Jan van Schaik uit een duivinnetje wat verschillende keren bij de 1e 100 nat vloog, waaronder en de 1e NPO Periqueux.


‘De 080’ of wel ‘EVA’ is dochter van Fleur met ‘de 999’. Fleur won o.a. de 31e nationaal Bergerac. Zij komt van Gerrit en Jaco van Nieuwamerongen. Ze komt uit ‘De Hoepel’ (samenkweek met Piet Westerlaken, Jo 1e nationaal Mont de Marsan met Piets 7e nationaal Mont de Marsan) met ‘De Bonte 49’. ‘De 999’ is een zoon van ‘De Super 01’ van Leo Kwetters met ‘de 569’. Dit is kweekduivin van Leo. Deze goede vliegers en kwekers hebben bij Corné gezeten in Veenendaal. ‘De 080’ heeft nooit gemist op de ZLU-vluchten, waaronder 2 maal Barcelona.

De laatste ‘ouwe getrouwe’ is ‘Mentie’. Hij won 3 prijzen op Perpignan. Hij is volledig van het soort van Gerrit en Jaco van Nieuwamerongen. De vader is ‘de 3-2-4’,  die bij Corné de 37e nationaal Montpellier won. Hij komt uit ‘Joske’ van Mijndert Drienhuizen met ‘Het Kleine Donkertje’, nestmaat van eerder genoemde Jo. ‘Het Kleine Donkertje’ won zelf o.a. de 60e nationaal Montauban en de 58e nationaal Brive. Tegen ‘de 3-2-4’ stond tegen ‘Het Kweekrenduivinnetje’.  Deze duivin komt uit Roefie (grootvader 3e nationaal Narbonne 2015 bij Gerrit en Jaco) met ‘de Bonte 49’. ‘De Bonte 49’ won o.a. de 28e nationaal St. Vincent, 30e nationaal Ruffec, 48e nationaal Bergerac en de 9e Limoges tegen 2.670 duiven. Ze is de (groot)moeder van veel topduiven. Zoals Fleur (31e nationaal Bergerac), ‘de Goede 40’ (33e nationaal Bergerac) en ‘de Bonte Jan’ (24e nationaal Cahors).

… wordt vervolgd …