Het vluchtseizoen is begonnen. Voor de programma-spelers is het gelijk serieus. Voor ons, marathonduivenliefhebbers, gaat de start wat relaxter. Wel is het inspelen en trainen gestart. Vele liefhebbers zijn hiermee direct al begonnen terwijl er ook nog liefhebbers zijn die nog even wachten. Persoonlijk vind ik dat het seizoen (te) snel wordt opgestart. Veel liefhebbers hebben last van de roofvogel en zijn verplicht de duiven eerder los te gaan laten, dan goed voor ze is. Ze zorgen dat de roofvogels in hun omgeving een soort van dagelijkse automatiek gepresenteerd krijgen. Terwijl als ze vanaf begin april hun duiven voor het eerst los zouden laten de verliezen een stuk minder zouden zijn. Als ik het voor het zeggen had, zou ik vanaf begin april inspeelvluchtjes organiseren van 40 – 60 km. Het eerste weekend van mei een vlucht van 80-100 km en de week erop past echt starten. Mensen die dan veel last van de roofvogel hebben, hoeven dan vanaf april pas de duiven los te laten. Zij krijgen dan ook de tijd hun duiven (niet geforceerd) in een ritme te laten komen. Maarrrr … wie ben ik?

Afgelopen weekend deden verschillende liefhebbers mee. Ik zal er eens een paar de revue laten passeren en vragen hoe het is gegaan. We beginnen in de gemeente Twenterand. Bij de winnaar van Perigueux 2017 van de Noordelijke Unie. We hebben het over Harold Zwiers uit Den Ham. Hij had zijn duiven voor de tweede keer mee dit weekend. Op vrijdag gingen er 110 duiven richting Meer. De duiven werden rond het middaguur gelost en ze kwamen niet vlot, maar wel regelmatig naar huis. Harold had er zaterdagavond 104 thuis en zondag kwamen er nog 3 na. 3 jaarlingen bleven achter. De komende weken hoopt Harold dat het ritme snel op zijn duiven komt. Hij is van plan ze iedere week te spelen. Eén vlieghok zat op 10 dagen jongen en de rest zit op weduwschap. In een ren zitten wat taartjongen, die ook zijn mee geweest.  Van deze taartjongen miste de man uit Den Ham er maar 1.

In het midden van Limburg ligt Roermond en daar vinden we de sympathieke timmerman Bernard Hanno. Hij had zijn duiven zaterdag ook voor de tweede keer mee. Hij was gestart met 46 duiven. Hierbij zaten 15 onbevlogen late jongen. Gisteren kwamen de duiven best vlot naar huis. De laatkomers waren meestal de laatjes van 2017. Over twee vluchten mist Bernard nu 5 duiven. Dit zijn allemaal onbevlogen late jongen. Op het moment heeft Bernard 50 jongen, die straks (goed in de veren) op de jonge duivenvluchten worden ingespeeld. Bernard wenst ons allemaal een mooi seizoen met veel vroege duiven.

In het Belgische Geel heeft Carlo van der Weyer zijn fondploeg opgesplitst. De oude weduwnaars (22 stuks) zijn voor de tweede keer naar Quievrain (125 km) geweest. De jaarlingen en duivinnen zijn mee geweest naar Momignies (135 km). Hun eerste vlucht. Deze laatste groep bestaat uit 75 duiven. Van de laatste groep waren er op zaterdag nog 4 achter. Daar zijn er op zondag nog twee van gekomen.

In Zeeuws Vlaanderen woont, in het pittoreske Sluis, Martin de Poorter. Hij had zijn duiven voor de 3e keer mee. De gehele vliegploeg is telkens meegeweest. Nu tweemaal 120 km was het nu tijd voor 225 km. Op de eerste vlucht kwamen ze verspreid. De tweede keer ging al een stuk vlotter. Zaterdag kwamen ze ondanks het heiïge weer als een trein. De bedoeling is dat de duiven 2.000 km onder de vleugels hebben gehad voordat het ZLU-programma begint. Van de vliegploeg van 85 zijn er de afgelopen weken nog 2 onderweg.

Via Zeeuws Vlaanderen gaan we naar het Noorden richting Alblasserdam. Ineke van der Rhee heeft tegenwoordig volledige steun van haar man Adrie. Hij heeft de programma-duiven verkocht en richt zich nu samen met Ineke op de grote fond. Ineke: ‘We hadden de duiven voor de 2e keer mee. 38 stuks waarvan 10 laatjes. Ze kwamen best goed … 18 in de prijzen in totaal in het verenigingsspel. In het rayon zelfs 24. We hadden 5 oude doffers van 12 en 13 thuis. Binnen een uur alles, op 1 laatje, na thuis. Deze moet nog komen. Dus mogen niet klagen!

Als we verder naar het Noorden gaan komen we op Ameland terecht bij Simon IJnsen. Hij had 22 duivinnen mee. En het was een slechte vlucht. Rondom de Waddenzee hing veel mist. De lossingsverantwoordelijken in Friesland houden daar blijkbaar geen rekening mee. Zij losten om kwart over 12 in Gennep. In de avond had Simon er 14 thuis. De volgende dag kwamen daar 5 duiven bij en op maandag nog 1. De schade is 2 duivinnen. ‘Dat valt nog mee, Jaco’, vertelt Simon, ‘Het was echt slecht weer hier!’ De totale vliegploeg bestond uit 21 doffers en 24 duivinnen. Deze doffers en 2 losse duivinnen waren de week ervoor mee geweest. Vorige week zaten de duiven op jongen van een week en afgelopen weekend op jongen van 14 dagen.

Tot slot gaan we terug naar het zuiden … naar de grens tussen Noord Brabant en België. Bij de Gebr. Maas en zn uit Zundert. Zij hebben hun duiven grotendeels meegehad dit weekend. Nadat de duiven tweemaal zelf zijn gelapt, zijn ze afgelopen weekend voor het eerst met de vrachtwagen meegeweest. Bijna alle duiven zijn meegeweest … 180 stuks. Een paar ploegjes oude ervaren duiven waren niet mee. Deze lassen ze volgend weekend in. Hoe kwamen de duiven thuis? Jacko: ‘Ze kwamen mooi af, lekker vlot achter elkaar, … zeker gezien het feit dat ze eerder deze week al 2 dagen mand hadden gehad. Er kon toen niet gelost worden en ze zijn teruggebracht zijn naar het lokaal. Vijf stuks waren er zaterdagavond niet. Alle vijf jaarlingen, waarvan er vier al vroeg zaten te wachten de andere morgen. Totaal één is er achtergebleven … dus voor de 1e keer zeer tevreden. Het is de eerste keer altijd afwachten na het stille seizoen.’

Tot volgende week!