U leest deze keer het al weer laatste deel over het maken van een plan. We hebben het gehad over goede duiven en dat je die kunt selecteren door met ze te vliegen en te kijken naar de prestaties. Dat je bij het kweken met je beste duiven, meer kans hebt op een nieuwe generatie goede duiven, dan kweken met je mindere duiven. We hebben het over de  opleiding van jonge duiven en jaarlingen gehad. En de laatste keer hebben we het onderwerp over de voorbereiding op het seizoen van ervaren duiven de revue laten passeren en hoe vaak kun je ervaren duiven eigenlijk spelen op een marathonvlucht in een seizoen. Tot slot ga ik het hebben over medicijnen of natuurlijke producten. En meten is weten !!!

Een belangrijk deel van de duivensport is de laatste 20 jaar de ‘medische begeleiding’ geworden. In die 20 jaar is er ook weer veel veranderd. Van het volstoppen met medicijnen en injecties (wat veel programma-spelers 20 jaar terug deden) naar een wat natuurlijke behandeling en een regelmatige controle bij dierenartsen en minder medicijngebruik bij sommigen. Nu zijn er drie ‘ziektes’ die bij duiven regelmatig voorkomen en die op verschillende manieren bestreden kunnen worden. En hoe weet je of je te maken hebt met een besmetting op je hok? Raadpleeg een dierenarts! Hij kan met een mestonderzoek en een keeluitstrijkje veel zien en dan kun je daar naar handelen of juist niets doen. Meten is weten!

Naast de drie besmettingen die ik later ga behandelen hebben duiven weleens last van wormen. Veel voorkomende wormen zijn haarwormen. Deze wormen zie je niet maar tasten de conditie van duiven ernstig aan. Veel liefhebbers geven voor het seizoen een wormpil om er zeker van te zijn dat de duiven wormvrij zijn. Je kunt ook een uitgebreid mestmonster naar een dierenarts sturen en laten controleren op o.a. wormen. Hebben ze geen wormen, dan hoef je mijns inziens niets te doen, maar er zijn dierenartsen die dat tegenspreken en die zeggen: ‘Honden en katten worden ook ieder jaar ontwormt … waarom zou je dat niet met duiven doen? Je kunt met een mestonderzoek een lichte wormenbesmetting missen en dan heb je een probleem.’ Iedereen mag er over denken, zoals hij of zij wil, maar geen wormbesmetting gevonden in de mest, dan geen kuur of pil tegen de wormen, is mijn mening. De conditie holt achteruit bij een efficiënte wormbehandeling, dus kies ik ervoor om vertrouwen te hebben in het onderzoek. Zou je preventief een wormenbehandeling doen, dan zou ik kiezen voor twee maanden voor de kweek, zodat ze weer fit de kweek in gaan.

Een geelkuur hoort bij heel veel liefhebbers tot de standaard behandeling voor het seizoen. Als de duiven zitten te broeden, krijgen ze een geelkuur of geelpil. Ook voor inkorving van een marathonvlucht krijgen duiven bij veel liefhebbers een geelpil opgestoken. Je hebt dan de duiven dan preventief beschermd tegen deze ziekte. Dit is een manier. Je kunt ook naar de dierenarts gaan en een keeluitstrijkje laten maken bij een aantal duiven. Als ze het geel hebben, kun je ze behandelen en zo niet … niet. Ik weet niet wie van u eens in de zoveel tijd een paracetamol neemt, met in het achterhoofd: Ik kan weleens hoofdpijn krijgen vandaag? De kans is groot, dat het pilletje niet meer helpt, als je het écht nodig hebt. Vroeger hielp Rodinozol 5% en nu is het standaard Rodinozol 10% en heb al gehoord, dat er bij bepaalde hokken zwaarder geschut aan te pas moet komen om ‘het geel’ te bestrijden.

Dit laatste geldt ook voor de ziekten die te maken hebben met de luchtwegen. Die zich uiten in zogenaamde ‘dikke koppen.’ Eerst was een simpel ornithosekuurtje voldoende om van die ‘oortjes’ af te komen. Nu hebben verschillende dierenartsen al een soort paardenmiddel in de handel om van het (taaie) slijm af te komen. Deze ziekte steekt vaak de (‘dikke’) kop als het weer omslaat. De besmetting is al aanwezig op het hok en als de temperatuur plotsklaps omslaat van koud naar warm, dan komt de ellende tevoorschijn. Vaak wordt deze besmetting gevoed door een hok met een slechte verluchting (te weinig of juist te veel, tocht) of door onzorgvuldig inmanden met koud en/of nat weer. Een slecht hok moet je eigenlijk voor het seizoen oplossen. Als je regelmatig last hebt van besmettingen die we nu behandelen, dan is het eigenlijk een noodzaak om iemand bij je hok te halen om te kijken of het hok wel goed is. Straks als het warm weer wordt, kun je dat ook doen en dan in de winter nog eens en dan kun je vaak met een kleine aanpassing van een matig hok een goed hok maken. ‘Dikke koppen’ kun je ook bij de dierenarts laten onderzoeken met een keeluitstrijkje. Zie je zelf die beruchte ‘oortjes’ dan ben je te laat en duurt het weer een paar weken, voordat ze dat te boven zijn en de conditie weer terug is. Zijn de duiven gezond gebleken zijn er genoeg natuurproducten om de luchtwegen te beschermen en gezond te houden. Een bedrijf als DHP heeft naast de goede multimix-emmers ook producten om dit soort besmettingen te voorkomen.

De laatste ‘ziekte’ die ik in deze column wil noemen is coli. Er zijn mensen die in de winter een paratyphus-kuur geven bij de duiven en/of een paratyphus-enting. Dit beschermt ook enigszins tegen coli. Verder kun je coli behandelen met een colikuur. Er zijn ook natuurlijke manieren om deze besmetting te lijf te gaan. Dat kan met probiotica en/of regelmatig het water verzuren met appelazijn of een product als Darba. Bij deze verzuring van het water moet je goed opletten op de PH-waarde van het drinkwater wat er uit jullie kraan komt. Dit moet op het goede niveau blijven, anders richt je meer schade aan met de verzuring dan dat je goed doet. Daarom geef ik zelf de voorkeur aan probiotica in het water.

Ik ben geen dierenarts, zeker niet, Ik raadpleeg regelmatig een dierenarts als ik meer wil weten over ‘duivenziektes.’ Het liefst meerderen, want ze zijn het lang niet altijd eens. Als je je duiven medicijnen geeft of natuurproducten … weet wel, wat zo’n product met je duiven doet. Weeg de voor- en nadelen goed tegen elkaar af. Ik ben zelf een voorstander van het natuurlijk ondersteunen van de duiven, maar probeer ook niet te veel producten te geven. Schoon water en kaal voer vinden duiven ook heel lekker.

Ik hoop dat ik u als lezer aan het nadenken heb gezet over deze serie over het missen van een plan. En u voldoende voedsel heb aangereikt om een plan te kunnen maken. Want denk wel: Toppers hebben een plan. Niet altijd letterlijk op papier, maar dan toch in het hoofd. Dit hoeft niet ingewikkeld te zijn … echt niet! En als ze tegen u zeggen, dat ze geen plan hebben … neem van mij aan: Ze houden je voor het lapje. Ik wens iedereen een goed winterseizoen toe, de ideale tijd om alles op een rijtje te zetten. Wil je reageren? marathonduivenjournaal@gmail.com of via de contactpagina

jaco-handtekening