Duivensport is een mooie sport. Iedereen kan op zijn manier successen behalen. Vorige keer ben ik begonnen met nadenken over een plan. Een plan kan helpen om de prestaties van je duiven naar een hoger plan te brengen. In deze serie columns probeer ik ideeën te spuien hoe een plan eruit kan zien. Het zijn suggesties, want een plan is geen wet zoals het moet, maar een manier waarop het zou kunnen. De vorige bijdrage ging over het feit dat je niet te lichtzinnig te werk moet gaan en dat je niet te snel moet denken dat je goed materiaal hebt om je doel te bereiken, maar dat je daar best kritisch op mag zijn.

Hoe zou een goed plan eruit kunnen zien? Is misschien wel een vraag, die bij u naar boven komt. Kijk eerst op welke vluchten je het liefste speelt. Een goede Bergerac-duif, is nog geen topper op St. Vincent en een duif die meerdere vroege prijzen op St. Vincent heeft gewonnen, kan nog niet Barcelona aan. Als je er voor jezelf uit bent, op welke vluchten je het liefst speelt, dan kun je kijken welke liefhebbers op deze vluchten (op die afstanden) goed spelen. Kies een tweetal liefhebbers uit waar de prestaties je van aanstaan. Als je uitslagen napluist kijk dan ook onder welke omstandigheden deze goede prestaties zijn geleverd. Wat waren de snelheden, hoe was het verloop van de vlucht en zijn dat de vluchten waarop u wilt gaan pieken in de toekomst. In mijn ogen is dat een belangrijk criterium.

Als je liefhebbers hebt uitgekozen die aan uw criteria voldoen dan zou je kennis kunnen gaan maken met deze liefhebbers en kijken of er naast de goede uitslagen het ook mensen zijn waar je zelf mee klikt. Na de kennismaking met de liefhebber en zijn of haar duiven en als er wederzijds vertrouwen is, zou ik mijn doel aan deze liefhebber vertellen en vragen of hij of zij mij zou willen helpen aan wat duiven en wat de eventuele kosten daar van zijn. Als daar een mooi aanbod uitkomt dan is er een belangrijke stap gemaakt. Als je daar de eerste duiven haalt, dan zou je kunnen vragen wat zijn of haar advies zou zijn welke duiven van welke liefhebber goed bij deze duiven passen. Dan heb je gelijk de tweede liefhebber te pakken, waar je duiven bij zou kunnen halen.

Wat zijn dingen waar je op kunt letten bij de aanschaf van nieuwe duiven? Probeer duiven te bemachtigen van een stam waar in verschillende generaties goede duiven zitten. Ik geef zelf de voorkeur aan duiven van een liefhebber met een verwante stam: Een hok duiven waarbij de goede duiven veelal familie van elkaar zijn. Dit zijn duiven met een goede kweek(verervings)waarde. Als je die tegen duiven van een ander hok zet dan heb je een goede kans op goede nazaten.

Sommigen van u zullen denken: Dat soort duiven zijn niet te betalen? … uit eigen ervaring weet ik dat dit niet waar is. Als je de tijd neemt om de uitslagen een beetje te bestuderen, dan kom je er al snel achter dat er liefhebbers zijn, zonder een grote naam, die net zo hard of zelfs beter vliegen, dan de ‘dure’ namen. Als je bij deze onbekende goede liefhebbers aanklopt en je maakt goede afspraken, dan kun je voor een redelijke prijs aan goede duiven komen. Echt waar !!!

Een belangrijk onderdeel van een goed plan is dus goede duiven. Eerst goede duiven aanschaffen en dan zoveel mogelijk kweken (wat je hok toelaat!). Daarna spelen, spelen en spelen …… en dan weet je wat de beste vliegers en kwekers zijn. Daarna alleen nog maar doorkweken met de allerbeste verervers en vliegers. Kwaliteit A !!! Kwaliteit B is niet goed genoeg voor de kweek daar moet je mee doorvliegen of afscheid van nemen. De mand is in deze de ENIGE selectiemethode!
Maar als ik 60 jongen heb over gehouden en ik heb ruimte voor 48 duiven om in oude hok te plaatsen? … Maak dan maar een hokje vrij en doe daar die 12 in … dan maar een hokje met jongen minder in dat jaar, want de mand moet je laten selecteren. Sommige liefhebbers laten dan duivengoeroe’s op hun hok om die 12 die in dit voorbeeld ‘te veel’ zitten, uit te selecteren. Dat is het domste wat je doen kunt !!! Niemand kan er namelijk inkijken, … echt niemand. Al haal je de beste duivenmelkers van de hele wereld op je hok: Ze kunnen er niet inkijken!!! … En ik zal je vertellen … de beste duivenmelkers van de hele wereld wagen zich er ook niet aan … een uitzondering daar gelaten.

Eén zo’n goede speler die zich er wel aan waagt, om bij anderen te selecteren, schrijft over dit onderwerp regelmatig columns en als je in de loop van de jaren zijn columns naast elkaar legt, dan zie je dat zijn visie in de loop der jaren is bijgeschaafd. Logisch !!! En gelukkig is hij daar ook eerlijk in. Alleen de maatstaaf die hij 5 tot 10 jaar hanteerde is nu anders. Een duif mag nu best hier en daar een klein gebrek hebben … dan kan het toch een goede vlieger zijn. 5 tot 10 jaar terug was die goede duif bij de poelier beland. En als je weet dat het aantal goede vliegers heel klein is (rond de 5% van het geen wat je gemiddeld kweekt), dan zijn er potentiële goede duiven met een klein gebrek van kleine liefhebbers verwijderd van het hok, omdat ze ruimtegebrek hadden en zijn de plaatsen bezet door veel minder goede duiven zonder gebrek. Ik vind dat een kwalijke zaak !!! Laat dat overschot gewoon lopen en maak er een hokje voor vrij.

Vanaf 1992 spelen mijn vader en ik (vroeger samen met opa en een vriend) alleen maar marathonvluchten. Wijzelf hebben ieder jaar tussen de 25 en 35 jonge duiven over. Mijn vader en ik hebben regelmatig voor onszelf de 3 mooiste en de 3 minste duiven opgeschreven in de winter. Als er dan na 2 of 3 jaar later een goede duif boven kwam drijven, was het geen uitzondering dat hij of zij bij de 3 minste duiven van dat jaar op het lijstje stond. Niet altijd, maar wel regelmatig. Afgelopen seizoen speelden wij Bordeaux/Agen ZLU met 20 duiven. De meesten waren debutanten. Voor mezelf zette ik de 10 mooiste (besten in mijn ogen) op plek 1 t/m 10 en de 10 minsten op plek 11 t/m 20. We hadden 4 mooie vroege duiven (bij de eerste 150 nationaal). Dit waren de 18e, 14e, 20e en 11e getekende van de lijst. Dat zegt wel iets, volgens mij …… Ik heb geen verstand van duiven en met mij 99% van het duivenmelkersgilde.

Kortom … je moet zorgen dat je goede duiven op het hok hebt. Die kun je voor een fatsoenlijke prijs halen bij liefhebbers die niet zo bekend zijn en die je kunt vinden als je de uitslagen bestudeert. Je kunt ze ook voor meer geld bij de ‘grote jongens’ kopen natuurlijk. Als je kinderen (hooguit kleinkinderen) van goede vliegers op je hok hebt, dan moet je er zo veel mogelijk jongen uit kweken (wat je hok goed aan kan). Daarna is het een kwestie van spelen, spelen en nogmaals spelen. Alleen dan komen de beste duiven bovendrijven en met die allerbeste en de ouders ervan, kun je een goede stam opbouwen. Selecteren doet de mand en niet één of andere duivenfluisteraar die er denkt verstand van te hebben. Bij veel goede duiven kun je een gebrekje ontdekken en die verdwijnen na het bezoek van zo’n goeroe vaak van het hok. Dan heb je alle moeite om een goede duif te kweken voor niets gedaan !!!

… wordt vervolgd …