Als je terugkijkt op een vliegseizoen in de duivensport, dan komen vaak veel dingen naar voren. De kweek, het voorseizoen, de belangrijke marathonvluchten en het africhten van de jonge duiven. Dit seizoen heb ik me over alle onderdelen verbaasd en meestal op een, voor onszelf, negatieve manier. Dan heb ik het over de aspecten van de hobby in de ‘eigen achtertuin’. Daar heb je meestal zelf invloed op, al zijn de resultaten niet altijd zoals je het verwacht. Je bepaalt of je op vluchten meedoet of juist niet, je bepaalt zelf welke duif naar welke vlucht gaat. Spijt heb ik van weinig beslissingen, al was het resultaat vaak onder de maat. Het schijnt er, eens in een aantal jaren, bij te horen, dat je meer teleurstellingen hebt te verwerken, dan dat je een feestje kan vieren.

Alleen blij met Dax
Over het vliegseizoen kan ik kort: het was matig tot slecht. De duiven presteerden niet zoals de verwachtingen vooraf waren. Oorzaak: geen idee … ik kan alleen zeggen dat de vorm die nodig is om kopprijzen te pakken niet kwam. Was dat te zien? Nee! Ze vlogen goed om het hok en zagen er goed uit. Met andere woorden de duiven trainden met plezier. Zelfs nu, als de rui op zijn hoogtepunt is, vliegen de duiven langdurig en met plezier. Dat zegt dus niet alles over de vorm. De gezondheid wordt, tijdens het marathonseizoen, wekelijks gecontroleerd bij een dierenarts en een duif waar ‘iets’ aan mankeert, wordt behandeld en/of blijft thuis. Dan kunnen we onszelf niet verwijten. Toch kwam het er niet uit.
De enige uitzondering was de vlucht Dax. We korfden drie duiven in en de eerste twee duiven wonnen de 43e en 55e nationaal. Alleen Jan Grootoonk had er op dat moment meer (4) thuis. Het zou gek zijn, als we hier niet tevreden over zouden zijn.
De duiven die hier verantwoordelijk voor zijn is onze ‘Trouwe 75’ en ‘de 171. De laatste komt uit een zoon van de 3e en 18e nationaal Narbonne en een duivin van Hommes en znn. De eerste doffer won al eerder een kopprijs op Tarbes en heeft meerdere prijzen gewonnen op de ZLU. Over ‘De Trouwe 75’ kunt u meer lezen in dit artikel.
Dat we zo’n matig seizoen zouden krijgen, liet zich niet aanzien in de voorbereidingen. De duiven kwamen goed naar huis met als hoogtepunt Melun, een africhtingsvlucht die we in Hank inkorven. De duiven kwamen op deze vlucht heel goed. Op de meldingslijst stonden we bij de eerste 10 en we hadden meerdere duiven thuis voordat onze duivenvrienden in de buurt hun eerste duif in het hok hadden. Hebben ze te vroeg gepiekt?

De Jonge Duiven
Om voldoende jonge duiven over te houden, moet je er genoeg kweken tegenwoordig. Door het mobiele verkeer in onze ether (4G, 5G en alles wat erbij hoort), wordt het oriëntatievermogen van onze duiven ernstig verstoord. Veel jonge duiven haken af voordat ze goed en wel zijn begonnen. Als je vroeger 50 jongen kweekten, had je er aan het eind van het seizoen (na Orléans jonge duiven) nog tussen de 45 en 50 over. Tegenwoordig is dat een utopie.  
Ook wij hebben daar last van. Na een zevental goede africhtingen, met driemaal om de beurt 1 voor 1 los, ging een ploeg van 57 jongen naar St. Job in ’t Goor (ruim 100 km). In de ochtend werden ze losgelaten met goed weer (incl. wolken aan de lucht). Toen het in de avond donker werd, zaten er 9 jonge duiven in het hok. Een trieste aanblik.
Natuurlijk komen er nog genoeg na in de weken erna, maar de lol van jonge duiven opleren, is er gelijk van af. We hebben ze dan ook maar laten zitten en ze mogen lekker uitruien.

Tot Slot
Als collega-liefhebbers vragen heb je een goed seizoen gehad? Dan is mijn antwoord: Op het weekend van Dax na: Nee. Gelukkig zijn er genoeg elementen om bezig te zijn met onze hobby: verzorgen van de duiven en contacten met positieve hobby-genoten. Ik merk echter wel dat het spelen met duiven me dit jaar minder plezier heeft opgeleverd. En nu de ZLU ter ziele is, vragen wij onszelf af: Hoe gaan we de vluchten voortaan invullen? Een mooi onderwerp in de verschillende gesprekken deze winter.