Toen ruim 25 jaar geleden ik de racefiets nog als vriend had, reed ik regelmatig in de buurt van Nijmegen, Berg en Dal en Groesbeek. Een prachtige omgeving met pittige korte klimmetjes. Voor mij in die jaren een feest! De fiets heb ik noodgedwongen vaarwel moeten zeggen. Dus in deze omgeving kom sinds die tijd een stuk minder. Afgelopen najaar was ik op bezoek bij Hans Hanssen in Erlecom … ik was een aantal jaar niet in die omgeving geweest (alleen in de stad Nijmegen zelf voor mijn toenmalige studie) … maar bij Hans genoot ik al weer van de schoonheid van deze omgeving. Dit voorjaar ging ik op een mooie voorjaarsdag naar Groesbeek. Via Nijmegen, Berg en Dal (de Zevenheuvelenweg) richting Groesbeek. Ik heb de auto een paar keer aan de kant gezet om van het mooie uitzicht te genieten. Als u dit leest en u bent een fietsliefhebber en u schrikt niet van een klimmetje, dan raad ik u aan in het weekend of op een andere gelegenheid hier een rondje te maken. Voordat het te veel een aflevering wordt van ‘Van Gewest tot Gewest’ of ‘RTL Lekker Weg in Eigen Land’ gaan we verder met mijn uiteindelijk doel van de reis naar Groesbeek. In deze mooie grensplaats met Duitsland wonen verschillende goede marathonliefhebbers. Ik ga ze niet noemen … ze laten zich dit seizoen maar weer goed zien op de uitslag … maar de hoofdrolspeler wel … Bernard van der Horst. Hij laat zich met grote regelmaat gelden in de kop van de uitslag op de marathonvluchten. De laatste drie jaar heeft hij een doffer die hem op de kaart zette op de vlucht der vluchten voor de ZLU-spelers … Barcelona.
De liefhebber
Bernard van der Horst, 47 jaar, uit Groesbeek werkt al jaren (met een kleine tussenpozen) bij Kegro deuren Groesbeek. Hij is van beroep elektromonteur en draagt bij dit bedrijf zorg voor het onderhoud van de machines.
De duivensport heeft Bernard al vrij jong meegekregen via zijn vader. Een neef van zijn vader (uit Lent bij Nemegen) heeft op het huidige adres (’76-’77) hokken neergezet. Dat was de start in de duivensport voor pa Van der Horst. Bernard volgde een aantal jaren later. In 1983 moest Bernard een keer op de duiven letten van Ruffec. De duiven van pa pakte toen de eerste prijs. Vanaf dat moment was Bernard verkocht.
De opbouw van de huidige stam
In 1994 met Marathonduiven begonnen. In het begin ging dat met vallen en opstaan. In 2003 heeft deze liefhebber uit Groesbeek een paar duiven van Marcel Janssen gehad. Met deze duiven ging het bergopwaarts. Later kwam daar een duivin van plaatsgenoot Jan Janssen bij. Deze werd tegen ‘de 121’ gezet. Hier kwam ‘de 328’ uit. Dit is de stamvader van de huidige stam geworden. ‘De 120’ is de nestzus van ‘de 120’. Ook uit deze duivin is goed uit gekweekt. Verder heeft Bernard van DJ Martin uit Waspik een goede doffer van (soort van Ina Roobol: De beroemde duiven De Klamper en De Witbuik zitten erin). Naast deze duiven heeft Bernard nog wat duiven van Piet Overkleeft en Jan de Wijs. Als je duiven erbij haalt, heb je dan voorkeur hoe een duif eruit ziet? Bernard: ‘Het is niet super belangrijk. Ik zie wel graag duiven die peervormig zijn, compact, alert en zacht van pluim. De vluchten bepalen uiteindelijk welke de besten zijn.’
Het seizoen
Het seizoen wordt gestart met 70 duiven. Hier zitten 40 overige-jarige duiven bij. De jaarlingen zijn als jong niet gespeeld. Deze zijn vanaf het begin van het seizoen goed ingespeeld en op de vluchten gegaan. Onze liefhebber uit Groesbeek heeft momenteel de schikking over 20 kweekkoppels. Dat is meer dan normaal. In het najaar zijn er wat extra jongen gekweekt uit ‘de 44’, de Asduif Barcelona. Voor zichzelf kweekt Bernard 60 jongen. Bernard: ‘Vaak kweek ik er wat meer … er vallen er altijd wat af door de roofvogel.’ Hoe stel je de kweekkoppels samen? Onze elektromonteur: ‘Ik zet verschillende kleur ogen tegen elkaar. Qua bouw … de duiven moet niet te groot worden. Ik kweek alleen uit de beste duiven. Ik doe ook aan inteelt en lijnenteelt. Met deze duiven ga ik weer kruisen.’ De kwekers worden normaal in maart gekoppeld. Dit jaar de vliegers ook. De jongen gaan er af (begin/half mei) en dan gaan ze op weduwschap. Daarna wordt er per vlucht gekoppeld. 12 tot 14 dagen eieren vindt Bernard de mooiste stand. Ook met aangepikte eieren heeft Bernard tweemaal een vroege prijs gehaald. Normaal wordt er uit de vliegduiven voor het seizoen geen jongen gehaald. In 2018 is het wel een keer gedaan.
Als het vliegseizoen begint, gaan de duiven gaan iedere week mee. Zoveel mogelijk ritme en km is nodig om genoeg conditie op te doen voor de marathonvluchten.
De duiven krijgen voor van Beyers. In het voorjaar Beyers Sport Light als de verdere vluchten aanstaande zijn de Jellema-mengeling. Dit wordt aangevuld met de Extra Energy-mengeling van Beyers. Af en toe krijgen de duiven wat eiwitten over het voer. Bernard is er niet zo van alle extra’s. Simpel houden is makkelijker en kost minder tijd. In het voorjaar krijgen de duiven een geelkuur (BS met belgasol). Dat wordt net voor het marathonseizoen herhaald. Ruim voor de kweek krijgen ze eveneens een wormpil. Voor de luchtwegen krijgen ze iets van De Weerd. Dit krijgen ze een keer voor de vluchten en als je ziet dat het minder is. In de winter wordt er regelmatig biergist gegeven en na de vluchten Vlietabo. De duiven worden niet gecontroleerd door een dierenarts. Dat is te ver rijden om te controleren. Dat kost te veel tijd.
… wordt vervolgd …
Recente reacties