In deze rubriek vragen we aan een marathonduivenliefhebber hoe het hem of haar is vergaan in het afgelopen seizoen. Dit doen we door middel van een aantal standaardvragen, die we aan iedere liefhebber in deze rubriek deelneemt, stellen. De hoofdvraag is: Hoe beleeft een gemiddelde marathonduivenliefhebber zijn seizoen? In deze editie geef ik het woord aan Henri Hoeks uit Bovensmilde. Deze liefhebber behoort tot de beste van sector 4. Menig kopprijs hebben zijn duiven binnen gehaald, waaronder nationale overwinningen. Daarentegen heeft hij ook veel hinder van roofvogels, waardoor veel topduiven geen lang leven hebben. Er zijn jaren bij dat hij opnieuw zijn stam op moet bouwen. Hoe heeft hij het afgelopen seizoen beleefd? …

Wat was je doel voorafgaand aan het seizoen? Henri: ‘De doelstelling was om een mooie ploeg duiven over te houden met een aantal nieuwe talenten die top 10 NPO konden vliegen.’

Met hoeveel vliegduiven ben je gestart? Henri: ‘Met 13 duiven die overnacht gevlogen hadden en een 15 tal van 2017 die geen overnachting hebben gehad als jaarling. Rond de 30 jaarlingen inclusief laten.
Helaas waren van de 13 ouden er al 8 weg voor de overnacht kon beginnen.’

Heb je iets anders gedaan in vergelijking met andere seizoenen? Henri: ‘Ja, ik heb de duiven in het voorjaar gescheiden losgelaten en niet op nest laten komen. Dit heb ik gedaan om de roofvogels. Deze pakken vaak de oudere nestduiven die rond het hok vliegen.’

Wat was je mooiste moment van afgelopen seizoen? Henri: ‘Dat waren de laatste vluchten en vooral Bergerac. Door het vele aantal doffers had ik besloten om alle jaarlingdoffers te spelen plus een 10 tal ouden totaal 28 duiven. Ik speelde er 22 in de prijzen en begon met de 3e, 7e,8e NPO. De jaarling doffers waren er op één na allemaal weer én goed fris en dat na 1004 km met kopwind. De laatste 4 vluchten liepen goed met 70 procent prijs en telkens top 10.’

Van welke duif had je goede verwachtingen en is dit uitgekomen? Henri: ‘Van ‘de 227’ van 2015. Ze won vorig jaar 5e npo Limoges en 1e nationaal Dax sector 4. Helaas is ze in het voorjaar gepakt door de havik.’

Had je een verrassing onder je vliegers? Henri: ‘De 890’, een laatje van 2016. Deze doffer is in 2018 voor het eerst gespeeld. Hij is een kleinkind van mijn St. Vincent duivin die in de nakweek nu al 17 teletekstduiven heeft gegeven.
Deze doffer was mijn 2e op Limoges en speelde vervolgens 2 maal kop met een 14e Nat Dax en 12e Nat Bergerac. Hij werd duifkampioen in de fondclub van het noordelijke rayon.’

Is er een nieuwe kweker opgestaan of kweekkoppel? Henri: ‘De duiven die hier kopvliegen stammen allemaal af van mijn 2 stamkoppels, waar ik de laatste 10 jaar goede resultaten mee behaal. Samurai met De Oude Witpen … hier heb ik nu 35 nazaten bij de top 10. En het koppel 700 x 137  lijn Goudoogje en Yolanthe. Waar ik vooral trots op ben, is het feit dat anderen het erg goed doen met de nazaten van deze koppels.
Hier is het vooral ieder seizoen opnieuw beginnen door het grote roofvogel probleem en dan is het niet eenvoudig om de boel op de rit te houden.’

Heb je wat geleerd dit seizoen? Henri: ‘Om ondanks de slechte eerste 2 vluchten er vol tegen aan te blijven gaan en dat leverde nog een mooi slotakkoord op met 7 teletekst duiven in de laatste 5 vluchten. Het hok is na het seizoen nog wat aangepast om te proberen om in het begin van het seizoen wat makkelijker vorm te kunnen pakken, dat hopen we in ieder geval.’

Heb je een blunder begaan dit seizoen? Henri: ‘De duiven die van de eerste vlucht weer kwamen hadden verkeerd gezopen en deden er lang over om te herstellen. Ik heb ze waarschijnlijk te snel gespeeld 4 week later op de rampvlucht, Cahors, op mijn hok verspeelde ik ze alle 5.’

Wat heb je vooral goed gedaan afgelopen seizoen? Henri: ‘De jaarlingen werden in het verleden zelden of nooit gespeeld maar om dat er altijd zo veel worden opgevreten besloot ik een gedeelte te spelen op Perigueux en bergerac en dat ging erg goed.’

Hoe denk je over de steeds warmer wordende zomers als je kijkt naar het spelen van de duiven? Henri: ‘De duiven die gezond en afstand geschikt zijn kunnen er prima mee omgaan. De storingen rond de lossingen op St. Vincent, Cahors en Orange gaven veel meer problemen dan open en warm weer.’

Kunnen we de verliezen van de jonge duiven volgens jou beperken en hoe? Henri: ‘Ten eerste kun je je als liefhebber gaan afvragen wat wil ik met mijn jongen? A Presteren of B jongen overhouden.
Indien men jongen wil overhouden zou ik de jongen zo natuurlijk mogelijk houden en de duiven pas spelen wanneer ze bij huis goed trekken. Dit houd soms in dat ze er niet klaar voor zijn op de jonge duiven vluchten, maar later kan men prima instappen of de natour spelen. Ik zelf doe dit nu al ruim 10 jaar en verspeel amper duiven … minder dan 10 procent op de vluchten. Ook laat ik  de dag van inzetten de duiven meer dan genoeg eten, zodat er genoeg reserve is om thuis te komen.
Als  men met jongen wil presteren, moet men vooral in de gaten houden de duiven niet te snel te spelen na een colie-uitbraak. Door dat de gezondheid minder is, dan het lijkt, worden er veel verspeeld.
Ieder jaar zie je spelers die op de eerste vlucht de helft kwijt zijn terwijl hun buurman in dezelfde mand de duiven wel thuis krijgt. Vaak wordt er na alles gewezen, maar ik denk dat een gezonde duif met voldoende reserves thuis moet kunnen komen.’

Heb je nu al een favoriete vliegduif voor volgend jaar? Henri: ‘Ik wijs geen favorieten meer aan want die verdwijnen het eerst. Ik hoop natuurlijk wel dat de nieuwe lichting deze lijn doorzet.’

Heb je een tip voor de lezers? Henri: ‘Zorg dat je afstand geschikte duiven haalt voor je favoriete onderdeel en probeer in de stille maanden wat hokbezoeken te regelen om telkens wat bij te leren en inspiratie op te doen voor het nieuwe seizoen.’

Wat zou de basis van onze hobby moeten zijn? Henri: ‘Plezier! Ik kan ontzettend genieten als de duiven weer komen op alle vluchten en wacht dan ook al mijn duiven op.
Ik merk hier ook vaak dat het moeten is en dat komt ook dat iedereen maar steeds denkt, dat het vanzelf gaat, maar ook ik moet er erg veel energie in steken.’

Henri, heel erg bedankt voor de medewerking, je openheid en de leerzame dingen die je hebt gedeeld. Ik hoop dat je een manier vindt om de verliezen door de roofvogel af te laten nemen.