Het zal ongeveer een jaar geleden zijn geweest. Er zat een verdwaalde duif op het hok, op zich niks bijzonders. Maar haar kleur was wel opvallend, het leek haast oranje, als van een sierduif. De duif was angstig en elke keer als ze mij zag, nam ze gauw de vleugels. Maar keer op keer vloog ze weer terug naar het hok. We hebben haar op alle manieren naar binnen proberen te lokken. Ik kreeg er flink de pest in, mijn doffers joegen elke dag alleen maar achter deze duivin aan. En de duif zelf werd met de dag viezer en lelijker. Dit duurde bijna twee week! Toen werd het tijd voor actie. Van twee rennetjes werd provisorisch een valletje gecreëerd. Pa op een stoel, touwtje in de hand. Hij had engelengeduld nodig, maar na een uur was het bingo !!! 

           

De eigenaar van de duif kwam uit Groningen en hield haar diezelfde dag op. Meer dan twee week hadden we niks van het oranje duivinnetje vernomen. Tot ik op een dag zei; ‘het verbaast mij eigenlijk dat ze niet terug gekomen is’. En alsof de duvel ermee speelde, die dag arriveerde ze weer op het hok. Ze zag er een stuk mooier uit als op onze eerste ontmoeting. Ditmaal duurde het 2 dagen voor ze uit haar zelf naar binnen liep. Gelukkig, ik zag de bui namelijk alweer hangen! Ik belde de eigenaar weer op en vertelde het verhaal. ‘Ah, dus de muis zit weer bij jou’. Een toepasselijke naam, want veel kleiner als dit duivinnetje zijn ze er niet. Hij zei niks meer aan deze duif te hebben, dus ik gaf aan haar wel uit te willen proberen. Er werd een stamboom van de vader op opgestuurd. Moeder was een Engelse zwerver, zonder papieren. Het zit haar dus waarschijnlijk in het bloed. Maar vader past gelukkig helemaal in ons straatje. Een rechtstreekse G. Vedder met prima papieren. De vader van deze doffer is een volle broer van de  vader van ‘Red Power’ met een 1e int Limoges ’11. De moeder van de doffer is een dochter van niemand minder dan de bekende ‘Octopussy’ van Gebr. Limburg. Ik was dus blij verrast toen ik deze achtergrond voorbij zag komen en ik zag mogelijkheden.

Diezelfde week kreeg de inmiddels omgedoopte ‘rode muis’ haar eerste vlucht vanaf Zutphen (90 km). Ze was langzaam aan haar oranje verenpak aan het verwisselen voor een steenrode. Een liefhebber zei tegen mij; ‘wat moet je toch met zulk rommel, aanvliegers zijn niks waard’. Maar ik gaf aan wel wat in haar te zien. Hij zei dat ik de duif niet weer zou zien.
Onze discussie werd bezegeld met een wedje: Als ze de volgende dag terug zou komen kreeg ik een zakje snoepzaad en zo niet, dan zou hij een zakje snoepzaad krijgen.
De volgende dag versloeg ze de helft van mijn eigen ploeg jongen die al aan hun derde vlucht bezig waren. Haar eerste zakje snoepzaad werd verdiend.
De jonge duiven vluchten verliepen voor de rode muis prima, ze zat opvallend vaak bij mijn eersten. Alles verliep rooskleurig en pa en ik droomden al van een successtory met deze toch wel bijzondere duif.

Tot afgelopen februari. Voor de derde maal een roveraanval in twee week tijd deed de rode muis doen besluiten om te vertrekken. Of was ze opgegeten? Pa zei; ‘ die leeft heus nog wel en is weer vertrokken naar een ander adres’. Maanden gingen voorbij tot afgelopen mei ik een appje kreeg van de vorige eigenaar. Hij vertelde mij dat hij wat laat was met melden, maar of hij het eigendomsbewijs terug mocht van rode muis, want ze was in februari weer bij hem gearriveerd. Uiteraard was dit geen probleem, ik vond het mooi om te horen dat ze nog leefde.
Maar het was maar goed dat ik nog niks op de post had gedaan, nog geen week later zat ze weer op bekend terrein aan de Steendijk. Ik gaf een melding aan de oude eigenaar. Reden van vertrek uit Groningen was simpel. Haar liefde had haar twee week eerder in de steek gelaten. Hij was niet terug gekomen van een vlucht. Dus ging de weduwduivin er naar op zoek aan de Steendijk.  Nog geen drie dagen was ze weer op adres, maar ik speelde haar vanaf het kweekhok waar haar tijdelijke onderkomen was, op Weert (240 km). Dit was haar eerste vlucht van het seizoen, in Groningen werd niet met haar gespeeld. Over Weert deed ze een dag extra. Na vlucht 1 werd ze eerst weer in het kweekhok gezet. Hier koppelde ze al gauw aan met een doffer. De hele week is ze niet los geweest, vervolgens werd ze ingekorfd op Quievrain (350 km). Hier kwam ze prima van terug. In de derde week aan de Steendijk werd ze bij de weduwduivinnen geplaatst, ze moest immers mee gaan trainen. Maar na nog geen twee dagen was ze vertrokken. Ik appte de oude eigenaar ‘ze zit vast weer bij jou, hier nergens te bekennen’. Maar net voor het schemer kwam ze weer terug. Meteen plaatste ik haar terug op het kweekhok. Vanaf de schuur is ze vlucht 3 Gennep (150 km) ook goed doorlopen.

Gister heeft de rode muis haar eerste ei gelegd. Maar ik wilde haar toch graag laten trainen bij huis. Dus de schuur werd open gezet. Na 45 minuten vloog ze de schuur in. Toch knap, ze kan in principe niet weten dat ze daar moet wezen, maar ze voelt het schijnbaar aan. Helaas kan ik haar deze week niet spelen op Morlincourt, morgen komt haar tweede eitje en het is vanavond inkorven.
Maar we kunnen weer verder fantaseren over de successtory. Het plan is om haar straks op eitjes nog twee of drie maal te laten trainen. Daarna gaat ze op kleine jongen naar Dax, of op iets grotere jongen naar Orange. Dat is nog even afwachten. En dan maar hopen dat ze wat sneller de schuur in wilt!

Fabian