Dit seizoen wilde ik een nieuwe weg inslaan. Vorig jaar had ik nogal wat tegenslagen gehad. Ik ben ook graag eerlijk over die tegenslagen waardoor ik een nieuwe weg in wilde slaan: Na, een voor mij succesvolle, Mont de Marsan (Pau) met 4 van de 8 duifjes in de prijzen had ik zin in de verdere wedstrijden. Echter bleek, op de prijs van Tante Blauw na, de rest toch wel erg tegen te vallen.

De manden werden nog tweemaal gebruikt om 5 van de vele jonge duiven op te leren maar daarnaast zat het weer op. Door de weinige ervaring van de rest, die niet mee zijn gegaan. Daardoor zijn de manden al snel werden opgeborgen in de schuur. Naast de duiven had ik het privé erg druk. Zowel op werkgebied, als de beslissing dat ik het ouderlijke huis waar de duifjes zitten, zou verlaten. Ik kreeg een woning aangeboden 17 minuten verderop van het ouderlijke huis. Het was tijd om mijn eigen vleugels uit te slaan. In goed overleg met mijn moeder en broer besloot ik om deze woning te nemen. Mijn moeder en broer zouden mij ondersteunen bij de duiven. Ik vond dit wat spannend want hoe zou ik het vinden zonder de duifjes bij mij. Niet zomaar meer de kooi in. Dan zat ik ook nog met De Genaaide die een terugkerend abces heeft in zijn snavel. Dit moet om de dag schoon gemaakt worden. Wat was nou de goede keuze?

Maar het was tijd om vooruit te kijken en met vele hulp van de fijne mensen om mij heen kon het klussen beginnen. Echter was het eind oktober dat de duifjes er niet lekker bijzaten. Twee jong voelde wel erg dun aan en toen ik zag dat De Bonte niet goed ‘in zijn vel’ zat, kreeg ik toch wat paniek. (De Bonte en De Genaaide zijn mijn lievelingsduiven die ons pap en ik 9 jaar geleden hebben gehad van Gerrit en Jaco van nieuwamerongen en mijn herintrede in de duivensport voor een groot deel hebben bepaald).

Er was ook deze dagen veel contact met Jaco en er werden wat duiven van diverse kooien in de mand gezet om naar Breda te rijden. Waaronder de 2 dunne/duffe jonkies en De Bonte. Met zakjes mest en mijn mand vol duiven ging ik op pad. De verschijnselen leken op paratyfus dus zo zouden we het gaan behandelen. Bij De Weerd kennen ze mijn zwakke kant, teveel duiven en niet kunnen selecteren. Op een respectvolle en fijne manier zoals ik gewend ben werd ik gerustgesteld en kreeg ik de nodige tips. Door de Weerd en de gesprekken met Jaco werd ik met beide benen op de grond gezet midden in de kamer. Mijn grootste nachtmerrie werd werkelijkheid. Ik wees na de 2 jong en vroeg of ze deze weg wilde doen aangezien ze er echt doorheen zaten. Toen wees ik naar de Bonte en keek Jan aan. ‘Jan, zet alles op alles om hem erdoorheen te krijgen.’

Uit het mestonderzoek kwam er niet meteen paratyfus naar voren. Maar toen ik 2 dagen later een dode duif vond (jong) en daarna een jaarling wist ik dat er iets goed mis was. Er werd eerlijk gekeken naar wat er fout ging: teveel duiven, inclusief opvangers waarvan ik de eigenaar niet te pakken kreeg, of de eigenaren zelf het af lieten weten en op dat moment muizen. Toen Jaco ook nog aangaf, dat hij ons pap beloofd had soms streng voor me te zijn waneer het nodig was wist ik dat er iets drastisch moest veranderen.

Dit zorgde ervoor dat ik moest gaan selecteren. Voor het eerst iets wat ik nooit wilde doen. Met pijn in mijn hart moest ik afscheid nemen van duiven die ik al meerdere jaren op mijn hok had maar na meerdere echte kansen (overnachtvluchten) geen prijs speelde. De dag die aanbrak heeft me veel verdriet gedaan en zelfs nachtmerries bezorgt. Maar ik was vooral boos opmezelf. 5 duiven overleden waarvan één jaarling en 4 jong. En enkele duiven en vele muizen minder moesten we als ‘team’ dit drama te boven komen. De dag dat ik mijn eigen vleugels zou spreiden moest wachten tot alles op het hok weer goed was.

En gelukkig kwam dit goed. De Bonte kwam er bovenop en de rust keerdere midden november terug op de kooi. En wat was ik dankbaar. Dankbaar dat de oude garde die tussen de jong zat het verder bespaard bleef.

Romy