Road to Ruffec (slotstuk)
Het is meer dan een week geleden, maar ik kon mij er niet eerder toe zetten om dit stuk te schrijven. Na het al meerdere malen verteld te moeten hebben, zal ik het verhaal nu dan toch met jullie delen.

“Fabian, opstaan! Er zijn al duiven gemeld op de website”, riep mijn moeder. Ik schrok wakker, het eerste wat ik riep was “Shit!”. Ik keek op mijn mobiel; 04:00 gaf mijn oogverblindende scherm aan. De wekker zou een half uur later zijn afgegaan. Op de meldsite zag ik verschillende duiven staan, ook twee in mijn woonplaats. Ik stormde met pa naar buiten en sloot gauw het klokje aan en zette de antennes op het hok. We zagen buiten niks zitten. Pa deed de lichten aan in het hok. Vanuit mijn ooghoek zag ik wat op de spoetnik van de duivinnen. Duivenstront. “Dit lag er gister niet pa”, verkondigde ik hem. Ik vroeg mij af of er een duif in de buurt zat. Pa strompelde naar binnen voor een kop koffie. Met het zaklampje van mijn mobiel heb ik alles afgezocht. Naast het hok, onder het hok, bij de duivinnen, in de tuin. Geen duif, helaas… Met het kopje koffie gingen we naar ons uitkijkplateau dat bovenop de schuur is gebouwd. De stoelen werden droog gemaakt en we gingen zitten. Binnen drie tellen hoorden we geschud uit de struiken van de buren. Er kwam een duif recht op ons afgevlogen, hij landde op het plateau. Ik schreeuwde: “Een duif!?”. fluisterend zei pa: “Rustig blijven”. Hij ving het duifje behendig en overhandigde hem aan mij. Ik rende ermee van de trap af, naar het hok. Ik hield hem over de antenne en hoorde een piep, geklokt om 04:37. De eerste vijf minuten na het klokken heb ik lopen janken van het balen, dat mag iedereen gerust weten. Mijn duif zat er dus al, hoe lang zal ik helaas nooit weten en het klokje geeft aan wat telt.

Later hoorde ik dat verschillende liefhebbers wakker waren gebeld en anders ook niet hun nachtduifje hadden aangetroffen. Door mijn hoofd blijft het ‘wat als ik ook gebeld was’ spoken, maar het blijft eigen verantwoordelijkheid. Ik heb na mijn verhaal verschillende keren moeten uitleggen waarom ik mijn klokje niet de avond van te voren had aangesloten. De reden was dat ik dacht dat je altijd binnen een kwartier moet melden. Ik heb geen verklikker of iets waardoor ik in huis een bericht krijg in de nacht. Achteraf kwam ik erachter dat bij sectorvluchten binnen een half uur na de neutralisatie gemeld moet worden, maar dat wist ik niet. We hebben afgelopen maart op de beurs een Benzing dockingstation gekocht. Pa vroeg zich nog af of we Live met een doormelder erbij moesten nemen. “Nee pa, niet nodig, wanneer hebben wij dat ooit nodig gehad?” Verder laat ik mijn Benzing M1 liever niet aanstaan, want het schermlicht brandt dan van 21:00 tot 06:00. Nou zou dat vast geen kwaad kunnen, maar ik heb daar tot op heden nooit een lekker gevoel bij gehad. Komt als laatste argument er nog bij dat in de dertien jaar dat ik mijn vader heb geholpen, ik nog nooit eerder een nachtduif heb gehad. Jullie mogen wel van mij aannemen dat ik bovengenoemde fouten niet nogmaals maak. Laten we hopen dat ik niet weer dertien jaar moet wachten op de volgende nachtelijke verschijning.

De duif is trouwens een halve dagfondduif, dat verklaart voor mij wel zijn nachtelijke verschijning. Het is een late doffer van 2015: W. Regtop 25%, H. Smit 25%, plaatselijke liefhebbers die mij hebben geholpen met dagfondsoort, verder is het mijn eigen soort.  Hij vloog uiteindelijk de 30e tegen 3531 duiven, maar wat als… Hij heeft de naam ‘Ruuds Parachute’ gekregen. Een bevriende duivenmelker is afgelopen najaar helaas overleden, zijn naam was Ruud en hij was gek op parachute springen. Zo hoop ik hem nog wat te eren, laten we hopen dat Ruuds Parachute zijn trucje weer flikt op Orange.

Van Het Slagschip, vorig jaar rond deze tijd 1e NPO Perigueux, had ik zeer hoge verwachtingen op Ruffec. Ik klokte hem om 05:44, daarmee vliegt hij de 92e plaats in de sector. Vijf keer mee, vijf keer 1 op 10. Ik vind dit een knappe prestatie van hem, omdat het een snelle vlucht is en hij daar dus ook op mee kan komen. Ik heb lering getrokken uit de nachtelijke activiteiten en hoop dat het mij in de toekomst bespaard blijft, ik baal er toch nog steeds van. De jaarlingen waren verder wat teleurstellend. De ervaren duiven had ik zo terug, de jaarlingen drupten in de loop van de dag binnen. Uiteindelijk heb ik er 13 van de 16 terug gekregen, de meesten mogen nog een poging wagen op Bergerac.

(A)Social(e) Media
Ik neus veel rond tussen de postduivengroepen op Facebook. De laatste tijd springen mij de tranen in de ogen. Duivenmelkers weten wel hoe ze reclame moeten maken voor onze sport. Het lijkt de enige uitlaatklep voor hun frustratie en irritatie. Natuurlijk staan er online ook leuke berichten, maar die negatieve berichten springen er uit. Dat komt mede doordat men meer behoefte heeft daarop te reageren dan op een ‘leuk’ bericht. Ik snap de gedupeerde melkers wel: veel verliezen, afgeknipte pennen en ringen, roofvogels, slechte lossingen, melkers die hun jonge duif niet komen halen and the list goes on and on… een bonk van frustratie. Maar vraag jezelf af of je je ei kwijt moet op Facebook waar velen meelezen. Bewaar je irritaties voor op de vereniging en klets er onder het genot van biertje met je medemelkers over. Vaak lijkt het dan wel weer mee te vallen of er zijn lotgenoten. Laten we Facebook gebruiken als medium voor goede reclame. Mooie berichten over duiven die na twee weken toch weer zijn gekomen, dat je hebt gehoord dat jouw soort het op andermans hokken zeer goed doet, dat je een knappe serie hebt gedraaid. Dat geeft de medemelker hoop en goede moed. Stel er je vragen, want in een gemiddelde postduivengroep op Facebook zit jaren van ervaring en expertise. Natuurlijk komt er dan discussie, maar wanneer dit netjes gebeurt is dat toch alleen maar mooi? Maak er weer iets gezelligs van. Nou heb ik wel de ervaring dat het bij de marathonspelers allemaal meevalt. Die vertellen over hun knalvroege duif of feliciteren een medemelker oprecht met een overwinning. Dus wellicht schrijf ik dit niet aan de goede groep. Maar laten wij dan het goede voorbeeld geven door positief te schrijven en niet te reageren op de negatieve berichten. Laten we tot drie tellen en alles rustig overlezen voordat we weer iets plaatsen, geldt ook zeker voor mij. Het is nou eenmaal niet alleen rozengeur en maneschijn, maar laten we vooral de positieve kanten belichten, waarom we juist wél door moeten gaan met deze prachtsport! Succes allemaal op de klassieker Barcelona en op Dax. Schrijf over je topper en wees trots op elke duif die zo’n afstand toch maar weer aflegt, ook al is jouw duifje ditmaal niet de eerste.

© Fabian

voor reacties of vragen fabiansocialmedia@outlook.com of contactpagina Marathonduivenjournaal