Als ik aan perfecte postduiven denk, dan is er 1 doffer waar mijn gedachten al snel naartoe gaan. Dat ik veel aan deze duif moet denken, kan ook niet anders. Meer dan 80% van mijn duiven mag deze doffer hun (over)(groot)vader noemen.
Ik heb het over een doffer die maar liefst 3x in de top van de uitslag wist te komen van St. Vincent op 1 van de verste afstanden. Zijn naam? Hoe kon het ook anders: de St. Vincent van Jakob Keun uit Donderen.

Ik heb Jakob voor dit artikel niet geïnterviewd; hij is helaas gestopt met melken wegens te veel ellende dankzij de rover. Waarschijnlijk had hij wel mee willen werken, maar ik schrijf dit als een kleine ‘ode’ aan deze topdoffer.
Toen ik een jaar of 12 was, begon mijn vader zich helemaal toe te leggen op de overnachting. We gingen geregeld naar Donderen, voornamelijk voor advies, maar ook zeker voor mooie verhalen en om de prachtige marathonduiven daar te bewonderen. Natuurlijk stak voor mij daar 1 duif met kop en schouders bovenuit, de 499, alias de St. Vincent. Een mooie donkerkras doffer met een witte tik aan het oog. Zeer rustig. Van zijn bouw weet ik nog dat het qua grootte een middelmatige duif was. Verder zeker niet te breed; hij lag mooi in de hand. Ik had in die tijd nog geen kaas gegeten van duiven vasthouden, dus zo’n topper in de hand, maakte mij wel wat nerveus. Een vleugel uitslaan deed ik in die tijd zeker nog niet. Meer details kan ik mij ook niet herinneren. De St. Vincent zat samen met andere topvliegers en kwekers in een soort geheime afdeling in het hok. Dit was noodzaak nadat eens duiven waren gestolen in Donderen. Dat wij daar wél mochten komen, was natuurlijk leuk om mee te maken. Het feit dat wij geregeld wat duiven kregen om te proberen, waar deze topper in voorkwam was ook iets voor ons om trots op te wezen.

Maar nu terug naar de St. Vincent. In 2001 werd hij op de kweek gezet na een meer dan succesvolle vliegcarrière. Wat deze doffer driemaal wist te presteren, droomt menig duivenmelker van om eenmaal te behalen. Hij wist op St. Vincent een 11e nat. tegen 1474 d. te vliegen, een 10e nat. St. Vincent tegen 1425 d. en als klap op de vuurpijl een 3e nat. St. Vincent tegen 1547 d. Dat de vlucht St. Vincent, de donkere 499 wel lag, moge duidelijk wezen! Naast deze 3 topprestaties heeft de St. Vincent nog vele andere topnoteringen behaald. Een crack eerste klas. In zijn stamboom zien we dat het een 100% Jan Ernest duif is. Ook is er sprake van zeer lichte inteelt, zowel overgrootvader via vader als overgrootvader via moeder waren broers en beide zonen van ‘de goede 55’ van Ernest. En de overgrootvader via vader is tevens de overovergrootvader via moeder, voor wie hem nog kan volgen! Verder zien we ‘de Brommer’ nog voorbijkomen op het papier.

Dat de St. Vincent naast goed vliegen, ook goed kon kweken, bleek later. Ik bezit een dochter, de 08-118. Aan moederskant zitten dagfondlijnen. Dus een 50% marathon, 50% dagfondduivin. Zij is moeder van 3 teletekstduiven op de marathon, waaronder een 6e nationaal. Tevens is zij overgrootmoeder van mijn ‘Slagschip’ (1e NPO Perigueux ’16). Dus ook in mijn vaandeldrager is de St. Vincent terug te vinden! Een ander adres waar hard met de nazaten van de St. Vincent wordt gevlogen ligt in Wormer. Fred Kramer en Cees Ouwehand hebben een rechtstreekse dochter van de St. Vincent genaamd ‘Lady Keuntje’.
Lady Keuntje is o.a. moeder van:
7e NPO Albi 757 duiven
8e NPO Tarbes 594 duiven
11e NPO Albi 757 duiven
16e NPO Cahors 1.520 duiven
20e nat. Bergerac 12.302 duiven
enz. enz.
Ook is zij moeder van:
1e asduif nat. Fondspiegel toppigeons 4 jaar: 2014-2017 ‘Airborne’
Ze hebben ook nog een zus: ‘Miss Keun’, die is o.a. moeder van de 19e nat. Mont de Marsan tegen 4.351 duiven
Verder zag ik nog toevallig dat Auke Smid zijn ‘Barcelona 2’ met een 52e nat. Barcelona een kleinzoon is van een volle broer van de St. Vincent.

Ik wil dit artikel nog even afsluiten met een kleine anekdote. Naast de ‘St. Vincent’ had Jakob Keun nog een andere topdoffer, genaamd ‘de Bergerac’. Deze naam kreeg hij, omdat hij een 2e nat. Bergerac wist te behalen. Vaak gingen de St. Vincent en de Bergerac samen de mand in op de marathonvluchten. Jakob vertelde altijd dat de St. Vincent steevast voor de Bergerac aan zat. De Bergerac zat hem vaak op de hielen, maar wist hem niet te verslaan. In 2001 ging de St. Vincent op de kweek… Dus in 2002 moest de Bergerac de marathonvluchten zonder hem vliegen en wat gebeurde er? De Bergerac presteerde het om een 1e nationaal St. Vincent te vliegen! Of de St. Vincent hem ook op deze vlucht zou hebben verslagen? Daar zullen we helaas niet achter komen, maar het is toch een bijzonder verhaal.