In deze rubriek stel ik wat kweekvragen aan marathonduivenliefhebbers. In deze editie heb ik de vragen voorgelegd aan Ineke van der Rhee, winnares van 1e nationaal Bergerac Sector 2 2019 en 1e Nationaal Pau 2014, uit Alblasserdam en Johan en Wil Boonen, 1e en 3e nationaal Marseille 2019, uit Buggenum.

Ineke en Adrie hebben een grote ploeg vliegduiven, omdat ze goed naar huis blijven komen van 1 en 2 jaar. De bedoeling is om alle marathonvluchten (ZLU en NPO) te gaan spelen in 2020.

Deze vragen heb ik de liefhebbers voorgelegd:

Wanneer gaat u koppelen? Of op welke datum heeft u gekoppeld?
Ineke: ‘We hebben de 10 koppels kwekers op 28 december gekoppeld. Normaal gebeurt dat eerder, maar we zijn ervoor op vakantie geweest. De overjarigen oude duiven (24 koppels) zijn 1 februari gekoppeld. Ze worden ze bakvaster, wat de motivatie ten goede komt. Daarom mogen ze per koppel ook één jong grootbrengen. Daarna gaan ze op weduwschap. De ongeveer 50 jaarlingen zitten in het jonge duivenhok. Zij zijn ook op 1 februari bij elkaar gegaan in een vrije koppeling. Ze mogen broeden, maar brengen niets groot. Ze worden op de vluchten als jonge duiven gespeeld. Dat is ons in 2019 goed bevallen met mooie uitslagen op de dagfond (uitslagen met tussen 35 en 50% prijs tussen de specialisten met 9 prijzen 1:25) en natuurlijk de 1e nationaal Bergerac in sector 2.’
Wil: ‘Johan en ik zijn gestart met de koppeling voor 2020 in begin december 2019.
Op dat moment hebben we 2 speciale koppelingen en 11 voedster koppels bij mekaar gezet. De opzet hiervan is om van deze speciale koppelingen onze kweekhokken te gaan versterken door te kweken uit duiven welke eventueel nog gespeeld gaan worden in 2020. De kwekers werden evenals de meerjarige weduwnaars op 23 december 2019 gekoppeld. Deze datum is uitgekozen omdat ik dan 14 dagen vrij ben van het werk en dan kan ik de diverse nieuwe koppels veel loslaten. Dit zodat ze snel gewoon zijn aan hun nieuwe bak. Dit is nodig omdat we jaarlijks veel om koppelen, zodat de duivinnen dan weer op zoek moeten naar hun nieuwe bak.
Ook de meerjaarse weduwnaars worden enkele dagen later gekoppeld, zodat ik dan de eieren van diverse kweekkoppels kan overleggen. Van de beste weduwnaars worden de eieren niet  overgelegd en trekken deze zelf hun jongen groot.
De jaarling weduwnaars worden meestal niet gekoppeld voordat deze aan het seizoen beginnen. Dit ook omdat ze nog overgewend moeten worden naar hun nieuw hok. Indien dit gepaard gaat met het grootbrengen van de jonge duiven gaat dit mijns inziens ten koste van de kwaliteit van de kweek. Verder willen we de jaarlingen meestal al proberen deze vanaf de eerste vlucht van het seizoen mee te geven, daar ze als jonge duif slechts een viertal vluchten tot +/- 250 km zijn meegeweest.
Ook de duivinnen welke naar Barcelona moeten worden nog niet gekoppeld daar deze na het afgelopen seizoen nog een nest jongen hebben groot gebracht en tot begin november nog bij mekaar hebben gezeten.
De jaarling duivinnen worden ook niet gekoppeld en zullen straks met mekaar gaan aanparen en vervolgens op stand worden gebracht voor een ZLU klassieker zoals bv verleden jaar Marseille.’

Heeft u een kweekkoppel samengesteld waar u goede hoop op hebt en waar bestaat dit koppel uit? Wat is de achtergrond en welke prestaties hebben deze duiven zelf gepresteerd.
Ineke: ‘Ja, we hebben goede hoop op de jongen van ‘Little Puk’ 19-115 maal ‘Snelle Jelle 18-226. Een ander koppel wat ons aanstaat is ‘De Bluffer’ 15-781 maal ‘Eviala’ 18-223. Uit de andere kwekers zullen ook wel een goede tussen zitten. We hebben duiven van het soort van Jellema, Lijn Olivia, Van der Velde en Zn en een enkele van de oude lijn.’

Wil: ‘Een speciaal koppel dat we dit jaar nog hebben kunnen samenstellen was dat van onze twee top duiven:  “Lowie”  x “New Janske”
“Lowie” is winnaar van:
                   
1e NPO Bergerac ’17   tegen 1.908 duiven   818 km 
3e Nationaal tegen 21.204 duiven
“New Janske” is winnaar van:       
   
1e Int. Marseille dv. ’19 tegen 2.651 duiven 883 km    
1e Nationaal tegen 2.735 duiven, 2e Internationaal   tegen 10.044 duiven
De jongen van deze koppeling staan op de hoofdfoto.’

Hoeveel jongen kweekt u voor uw eigen hok?
Ineke: ‘We gaan voor onszelf 40 jongen kweken.’
Wil: Het aantal koppels waaruit we kweken (Kweekkoppels) is 48. Verder wordt van een enkele weduwnaar en van enkele Barcelona duivinnen de eieren overgelegd. Voor eigen gebruik kweken we ongeveer 150 jongen per man. Dit betekent dus in totaal 300 jongen voor eigen gebruik. Het aantal rondes per koppel is meestal 3 of 4. Van enkele koppels wordt een ronde extra gekweekt.
Een opmerkelijk feit wat misschien in onze situatie nog vermeld kan worden is dat we de jongen als volgt onder ons twee verdelen: het ene jaar krijgt Johan van ieder koppel de even ringnummers en Wil de oneven en het jaar nadien krijgt Wil de even en Johan de oneven ringnummers. Daar waar maar 1 jong in de schotel ligt, wat bij ons ook wel eens voorkomt, krijgt degene dit jong welke ring aan de beurt is.’

Alle lezers veel succes en een goede kweek toegewenst, Johan en Wil Boonen uit Buggenum.
Datzelfde wensen Ineke en Adrie de lezers.

Ineke en Adrie en Johan en Wil bedankt voor jullie bijdrage aan de rubriek Kweek 2020. Dat er maar genoeg goede nazaten gekweekt gaan worden.