Vrouwen in de duivensport. Het blijft toch meer een uitzondering. Gaat het als vrouw nou echt anders in de duivensport en welke voor- en nadelen zitten eraan. Ik heb natuurlijk mijn eigen ervaring maar ik wilde weleens weten hoe andere vrouwen dit ervaren. Vandaar dat ik enkele vrouwen dezelfde vragen heb gesteld.  Om zo te weten te komen wat hun kijk is op de duivensport.

Voor nu de laatste van de reeks. Ik ben dankbaar dat de verhalen goed werden gelezen. Een goede reden om de reeks te verlengen. Echter vroeg ik in het begin Jozien Wijnties. Ze vroeg of ik een beknopte of lange versie wilde. Daar het idee was om er maar één column aan te wijden vroeg ik om de beknopte versie. In het laatste deel leest u dus de beknopte versie van Jozien en zal ook ik de vragen beantwoorden’.

Ik begin om Jozien Wijnties even voorstellen. Wie actief is op Facebook zal haar vast en zeker kennen. Ik heb haar leren kennen als en gezellige behulpzame dame. Zo is zij erg actief in de groep op Facebook ‘Opvang’. Ze helpt wanneer er weer een duif is gestrand. Ook in de dames Facebook groep is zij een graag geziene gast. Jozien weet waar ze over praat. Haar man René zit in het bestuur van afdeling 5. Jozien is zelf rekenaarster in haar club.

Hoe ben je begonnen?
Jozien: ‘Mijn man (René) was al actief in de duivensport … dus door hem ben ik begonnen. Mijn man neemt de beslissingen omdat hij er het meeste verstand van heeft. Maar ik zit ook in het hok op me knieën te schrappen.’
Romy: ‘Ik ben er mee opgegroeid. Mijn vader had al jong duiven net als mijn oom. Als jong meisje kwam ik al in de kooi. Rond mijn 7e jaar was ik er vooral tijdens het opgroeien van de jonge duiven vaak te vinden. Om 4 uur werden ze verzorgd. Ik zorgde er dan ook voor dat ik om 4 uur terug was van mijn afspraken. Wanneer mijn vader ze al had verzorgd, baalde ik hiervan. Dit kreeg hij dan ook te horen. Met de jaren werd mijn interesse groter. Soms was ik wat minder actief door school of door de andere zaken waar jeugd zich graag mee bezig houdt, zoals stappen of leuke dingen doen met vriendinnen. Maar toch bleef het me aantrekken. Ik werd er meer en meer bij betrokken toen we overgingen op de overnachting en naarmate mijn vader zieker werd (o.a. kanker) werd mijn aandeel groter.’

Waar loop je tegenaan als vrouw in de duivensport?
Jozien: ‘Waar ik tegen aan loop? Tegen het eigen belang in de sport.’
Romy: ‘Dat je soms niet serieus wordt genomen. Je moet eerst wat vertellen voordat ze doorhebben dat je echt actief bent in de sport.’

Heb je het idee dat je anders wordt behandeld als vrouw in de duiven sport?
Jozien: ‘Ik heb totaal niet het idee dat ik anders word behandeld. De mannen behandelen mij niet anders dan mijn man.  Juist door Facebook kennen de meeste mij beter dan mijn man.’
Romy: ‘Het gaat twee kanten op. De grapjes waar ik goed tegen bestand ben en ook steeds minder worden, doordat ze zien dat ik er actief mee bezig ben. Maar ik krijg voornamelijk positieve reacties. Ons pap en ik zijn altijd goed geholpen door vele duivenmelkers. Van tips tot duiven tot zelfs een systeem.  Ik merk dat als je jong bent vele enthousiast zijn want je bent toch de toekomst en wat de duivensport nodig heeft.’

Wat vind je juist positief aan het vrouw zijn in de duivensport?
Jozien: ‘Het positieve aan vrouw zijn, is dat ik de sport op een andere manier benader met meer liefde voor m’n beestjes.’
Romy: ‘Hier sluit ik me volledig aan bij Jozien. Ik vind het geweldig om de duiven te verzorgen en ik wil dat mijn duifjes het hier fijn hebben. Dit resulteert (soms jammer genoeg) ook weleens in aanvliegers die ik niet meer wegkrijg. Ik zie mijn duifjes als mijn team waarin ik bevoorrecht ben om aan het hoofd te staan en samen met hen een ervaring beleef.  Van vluchten tot lappen tot de dagelijkse verzorging.’

Wat is je drijfveer?
Jozien: ‘Door de sport op een andere manier te benaderen met liefde voor de duif en dan zelf toch prijs te vliegen.’
Romy: ‘Optimaal genieten van de sport. Door mijn gevoel te volgen en te genieten van iedere duif als individu. Daarnaast wordt ik met de jaren fanatieker. En krijg ik bij iedere vlucht een adrenaline kick. Gelukkig heb ik de juiste mensen om mij heen, die ik kan bevragen over de vele facetten in de sport. Echter neem ik niets zomaar aan: Waarom doet iemand iets wat hij doet? En past dit bij mij en bij mijn leven. Voor mij belangrijke vragen wanneer ik een antwoord krijg. Elk jaar leg ik mijn lat wat hoger maar in kleine stapjes. Ik wilde een duif halen bij de eerste 250 nationaal. Dit is gelukt met Bergerac 2018. De 207de prijs nationaal van de 16.366 duiven. Mijn volgende uitdaging? Bij de eerste 250 op de ZLU.’

Wat is het leukste deel van de uitoefening van je hobby?
Jozien: ‘Het contact met de duiven en met andere liefhebbers.’
Romy: ‘De beestjes zelf. Iedere duif heeft een uniek karakter. Door mijn werk en studies ben ik iemand die graag observeert. Van kinds af aan zag ik al, door de vele uren die ik in het hok zat, als een duif iets had. At hij niet met de rest mee? Zit ie dik? Wie komt er als laatste binnen? Wie vliegt er het langst etc. Ik respecteer iedere duif als individu. En kleine momenten maken mij trots en blij. Een jong wat uit het ei kruipt, de eerste lapvlucht, de eerste overnachtvlucht. Ik ontvang ze allemaal met gepaste trots als ze terug komen.
Daarnaast vind ik de kweek erg mooi. Wie gaat tegen wie? Hoe ontfermen de ouders zich over de jong, hoe zijn ze naar mij toe. En dan zon klein geen pluizenbolletje op zien groeien dat zal nooit vervelen. Maar ook de vele mensen die ik door de sport heb leren kennen. Maar wat voor mij echt het leukste deel was. Toen mijn vader nog leefde … samen de duiven opwachten. ’s Ochtends vroeg buiten zitten met een kannetje koffie en samen bespraken wat nou als er nu één op de klep valt … en alle verhalen die hij mij tijdens het wachten vertelde. Een keer hebben we dit mogen meemaken: 2017 attractievlucht vanuit Limoges. Een nachtvlieger een van de mooiste herinneringen aan mijn vader. We hebben er 3 uur over gedaan om hem binnen te krijgen en hebben toen op Teletekst gestaan van Brabant 2000. Een herinnering die ze mij nooit meer kunnen afpakken!’

Romy