Nationaal Perpignan 2021 gaat de boeken in als een historische vlucht. De duiven werden op vrijdagmorgen 6 augustus om half 8 gelost. Op vrijdagavond begonnen de duiven al lekker ‘te vallen’ in Nederland. Dat begon rond 20 uur in Limburg … zo via Brabant naar 21 uur in Utrecht … bij Jay Lissenberg. In de vroege zaterdagochtend om 6.01 uur viel uiteindelijk de nationaal winnende duif in Zuidlaren bij Rutger Rittersma. Zijn winnende duif legde een afstand af van 1.198 km en dat binnen een dag. Rutger heeft bijvoorbeeld 130 km meer dan Jay en 220 km meer dan de eerste Limburgse liefhebber van Perpignan. Een uitzonderlijk knappe prestatie … zonder wat af te doen van de prestaties van alle andere kopduiven. Rutger won acht jaar geleden al eens de 1e en 3e internationaal Bordeaux. Dat was nog in Groningen. Dat hij over een sterke stam duiven beschikt is dus bekend. Zijn 10e plaats op Mont de Marsan bij de Fondunie 2000 eerder dit seizoen liet al zien dat het ook in Zuidlaren goed begint te gaan. Na twee mooie resultaten op Barcelona en Marseille stond hij zelfs bovenaan in het kampioenschap van de Super League van de Fondunie 2000. Perpignan is uiteindelijk de kroon op zijn werk die hij als duivenliefhebber in Zuidlaren is hervat. In deze reportage laat ik Rutger zoveel mogelijk aan het woord. Wie anders kan het verhaal van zijn overwinning immers het best vertellen.
De winnende liefhebber vervolg …
Rutger vervolgt zijn verhaal: ‘In 2007 wist ik dat ze vermogen misten om verder te kunnen. Inmiddels wilde ikzelf ook verder, harder en hoger. Mijn respect voor de dieren nam steeds meer toe naarmate de afstand van de wedstrijden toenam. Ik besloot Rob te bellen en te sparren over mijn gedachte wat marathonduiven in te kruisen voor meer ausdauer. Hij had inmiddels weer flink geïnvesteerd in duiven. Zo had hij onder meer duiven gekocht op de verkoping van Aat en Pé Laan. Hij kocht daar oa. Zoon Aatje, dubbel Kld Aatje en nog een paar. Dat leek me wel wat. De kruisingen werden m.i.v. 2008/2009/2010 op de middaglossingen ingezet. Goede resultaten maar voor mij niet goed genoeg. Vanaf 2011 kwamen er ‘toevallig’ door het weer wat ochtendlossingen zoals Ruffec 921 km 2011, 7 uur los, Nw Wind 4/5, ca 3.600 duiven (28e Nat). Ik korfde op die vlucht 38 duiven in: 34 jaarlingen, 3 laatjes en 1 oude. Ik begon uit m’n hoofd tegen half acht te klokken en had om 21.45 uur 34 stuks in de klok. De volgende morgen vroeg nog 3 en nr. 38 is verloren gegaan. Ik stond met ‘het zweet op m’n reet te klokken’ … zo gezegd en ging helemaal uit m’n dak. Ondertussen maar rennen met eitjes en papjongen om de beloningen uit te delen. (Ben namelijk altijd bang dat ze het onthouden als er niks meer ligt bij thuiskomst). Een jaar later … 2012 Ruffec weer ochtendlossing. Ik stond nu wel teletekst in afd. 10 (3e) maar ook in sector 4 (6e Nat.) (zusje Miss Possible) stond ik erbij.
Orange van de Noordelijke Unie (1021 km) ging ook steeds goed. Telkens vroege in elk verband en de duiven kwamen gemotiveerd en vrij fris thuis. Zodoende werd mijn passie voor de ochtendlossingen geboren. Alleen de ZLU bied die aan … dus in 2013 alle ballen op Agen ZLU (1099km). 1e en 3e Internationaal werd het. Het heeft me veel plezier, maar ook enige motivatieproblemen opgeleverd, om in de jaren erna ervoor te gaan. Het doel was immers bereikt … zeg maar.
Helaas is het ZLU spel het in het hoge Noordoosten eigenlijk gekkenwerk, omdat het voor het donker draaien boven de lijn Zwolle door tijdgebrek meestal niet kan. Dan moeten ze dus eigenlijk de nacht nog doorvliegen, na een vliegdag van ca.15 uur. Of heel ruim voor het eerste licht hun reis vervolgen. Maar die duiven zijn zo erg zeldzaam in het noorden. Deze ‘doorvliegers’ zijn ook absoluut niet te vergelijken met de nachtduiven op de middaglossingen. Afstandsgeschiktheid in combinatie met die gekte (topvorm) die ze moeten hebben voor een echte kopprijs … kweek dat er maar eens in en houd dat maar eens vast. Het vermogen ‘an sich’ om ‘s nachts te vliegen is aangeboren en vormafhankelijk zoals Jelle Jellema ook zegt. Ik moet gewoon hopen op weinig aankomsten in Zuid Nederland op dag 1 om niet helemaal weg gedraaid te worden op mijn ZLU- afstanden. Op Perpignan waren het er naar mijn indruk te veel om top 50 te kunnen vliegen. Een hele nacht in en rond de tuin en telkens op de klok en de daken kijken volgde. Steeds de afschuwelijke Unikon-tekst in beeld ‘nog geen duif geconstateerd’. Om 6 uur 1 viel de duif als een kogel en klonk het verlossende piepje. Pfff het zal toch niet weer???
Mijn mening en ervaring is 1000 km kan elke marathonduif, 1100+ kan slechts 30 procent goed meermaals aan, 1200 plus laat staan 1300 plus (Barcelona-Zuidlaren is 1.323 km) met ochtendlossing moet je met een vergrootglas zoeken en dan nog zul je er weinig vinden die het herhaaldelijk kunnen.
Ik vlieg op een hok van 4,5 meter voor de ouden (ca. 20 koppels waarvan ca 25 jaarlingen bij de start invliegen). Daarnaast nog ca. 5 meter voor de jongen en vermeerderaars. Heb nog wel een afdeling maar heb een hekel aan veel duiven.’
De winnende duif
Rutger over zijn winnende duif: ‘De winnende duivin heet Frosien. Ze is een prachtig gebouwde donker duivin van voorjaar 2019. Je zou haar onder het klassieke Aardentype kunnen scharen: Zijdezacht, lichtgewicht, soepele spieren, niks te groot, en een mooi rijk gekleurd en gepigmenteerd oog. Perfect gesloten ook. Ze verblijft inmiddels elders helaas maar wordt nooit verkocht. Verrotte wereld.
Het Marathonseizoen wordt uit principe op het nest vervlogen. Ik wil namelijk pieken met de duiven en ik kan erg genieten van het natuurlijk gedrag op het hok. Ook word ik er zelf rustig van en geloof me dat valt niet mee…De laatste invliegvlucht Limoges middaglossing 891 km stonden 12 duiven van de in totaal 18 op dat moment nog aanwezige overjarige vliegduiven nog op weduwschap.
De winnares is gekoppeld op 7 maart jl. en bracht twee jongen groot. Op Limoges ging ze op mee op verse eitjes van ongeveer 4/5 dagen. Op Agen ZLU (1.105 km )op jongen van 3 dagen en op Perpignan 1.198 km op eitjes van 6 tot 8 dagen. 3e nestje dus. Ik heb de avond voor inkorving een aangepikt ei eronder gelegd.
Ze komt uit een kleinzoon van mijn stamvader maal een dochter van mijn stamkoppel. De moeder is een daarmee een volle zus van Miss Possible (1e Internationaal Agen 2013) en de vader is gekweekt uit een halfzus van Miss Possible. Typische lijnenteelt dus naar de stamvader, De Heijde-doffer via Kweekcentrum Ruttenberg.
In de stamkaart komt verderop ook tweemaal Victoria terug, 1e nationaal St. Vincent van Jan Polder, en driemaal haar vader, Broken Wing.’
… wordt vervolg …
Recente reacties