De afgelopen weken heeft een groot deel van de lezers voor het eerst kennis kunnen maken met Ron Krijgsman. Een liefhebber die op een klein hokbestand tot prachtige prestaties komt. Een verhaal waar je als duivensportjournalist van smult. Het is niet standaard en geeft iedere liefhebber hoop om ook goede prestaties neer te gaan zetten. Je hoeft geen hokken vol duiven te hebben en vele uren per dag in het hok te zitten … als je maar een hok(je) hebt waar je duiven makkelijk gezond blijven en dat je kwaliteit op het hok hebt verzameld. In het verslag tot nu toe liet Ron ook de kwetsbaarheid zien van zijn hokbestand. Na een ‘rampvlucht’ is je hok met goede duiven gelijk weer (bijna) leeg en begint de opbouw opnieuw. Daarom ben ik blij met het eerlijke verhaal van deze topper. Dus ik laat hem graag weer aan het woord …

Stamopbouw
Ron: ‘Mijn duivenbestand is opgebouwd met die ene super doffer van Jan Roelofs uit Alkmaar. Ik heb deze doffer op zijn totale verkoping. Hij werd uiteindelijk mijn stamvader. In 2012 ben ik in contact gekomen met Bert Saarloos nadat ik mijn eerste duif bij hem kocht. Vanaf dat moment zijn wij de beste vrienden en heb ik uit al Berts toppers kinderen zitten op het kweekhok en vlieghok. In kruising met mijn stamvader, genaamd Jonge Roelofs, tegen Berts duiven komen de laatste jaren duiven met behoorlijke resultaten voort.

Kwekers
lk eis van me kweekduiven ontzettend veel en verwijder deze zeer snel als er geen duiven uitkomen die voldoen aan mijn strenge selectiemethode. lk wil altijd een kind uit de topper zelf gebruiken voor de kweek of duiven uit 2 bewezen kinderen uit minimaal 2 verschillende toppers als grootouders. lk zet altijd koppels samen op gevoel en kijk dan naar de ogen met samen zetten. Op deze manier van koppelen heb je denk het meeste kans op succes in plaats van alles maar blind om mekaar te zetten of op stamkaarten te koppelen. Ik heb nog nooit een stamkaart vroeg zien vliegen zeg ik altijd maar. lk bezit een zestal eigen vasthoud koppels die ik sinds 2018 eindelijk op een eigen afdeling rustig kon laten kweken. Elk jaar komen er enkele jongen of eieren bij van Bert Saarloos. Deze komen uit zijn allerbeste. Deze duiven zijn bedoeld om te spelen of weg te zetten voor de kweek. lk moet zelfweten wat ik hiermee doe en dit is voor mij als kleine liefhebber een waardevolle aanvulling.

Het voorseizoen
Mijn duiven worden in het begin van het nieuwe jaar zo sober mogelijk gehouden. Ze zitten altijd, dag en nacht, met het hok en ren open om zoveel mogelijk weersinvloeden van buitenaf, inclusief regen en wind op mijn hok te krijgen. Dit maakt mijns inziens je duiven harder en houd je makkelijker gezond in het vliegseizoen. Op deze manier lopen mijn duiven vaak zelf op zodra het voorjaar goed zijn intrede heeft gemaakt met hogere nachttemperaturen. Mijn duiven zijn hierdoor eigenlijk altijd gezond en is de stap naar vorm naar mijn gevoel makkelijker zodra de conditie erop komt.

De vliegseizoenen
De laatste 5 jaar startte ik met ongeveer 15 vliegduiven, inclusief jaarlingen. Daar moest ik het meedoen. Voor het nieuwe seizoen 2021 heb ik eindelijk, na een aantal jaar, het gewenste aantal van 15 volle vliegbakken. Hierbij zitten een mooie 20 jaarlingen, die voor het eerst na jaren zijn afgericht als jong tot aan met Sens (430 km). Dit jaar gaat er gestart worden met een recordaantal aan vliegduiven voor mij van zo rond de 30. Hiervan is tweederde jaarling en de rest overjarig. Met dit aantal, wat nog ver onder het gemiddelde van de meeste hokken zit, hoop ik eindelijk op elke vlucht een viertal duiven te kunnen spelen.
lk koppel mijn vliegduiven eind februari en laat deze dan overbroeden. Deze duiven worden daarna gescheiden. lk koppel mijn duiven dan zo dat op hun eerste ZLU-vlucht op een jong of eieren zitten. lk probeer altijd de koppels op 12 dagen broeden te krijgen met i manden of een jong van 7 dagen maximaal (voor een duivin). lk heb mijn duiven afgelopen seizoen langer verduisterd als normaal ivm de corona en heb deze naderhand ook bijgelicht tot aan de laatste vlucht en daarna gestopt met bijlichten.
De duiven rooster ik voor het seizoen in per vlucht. De duiven worden in conditie en ritme gebracht door ze wekelijks in te korven vanaf 100 km tot 300 km via de club. Daarna gaan ze naar Hank. Daar kun je op vrijdag inmanden. Zo krijgen de duiven zo veel mogelijk en zo snel mogelijk kilometers en ze krijgen maar één nacht mand. Ook moet ik zeggen dat ik graag mijn duiven via Hank inkorf, omdat op deze vluchten zo vroeg mogelijk wordt gelost. Vaak zijn ze om 7:00 uur al los. lk vind dat duiven altijd zo vroeg mogelijk los moeten en niet bij een buitje of zogenaamde inversie vast blijven staan tot het einde van de ochtend.

Voeding
Mijn voer is van het merk Versele Laga (Gerry Plus Black Label) en een paar mengelingen van Beyers. lk voer, vanaf het koppelen, mijn duiven voornamelijk Gerry plus om ze in conditie te krijgen. Dit is om ze niet te laten vervetten, zoals bij zware mengelingen. Dat is niet goed in het begin van het seizoen. Zodra mijn duiven goed trainen en flink kilometers gaan maken met invliegen, schakel ik over op Beyers Koopman All-In-One om mijn mengeling zwaarder te maken. Dit gaat in stapjes naar gelang de vlucht langer en zwaarder worden. De laatste dagen voor inkorven voor een fondvlucht, meestal 4 dagen voor inmanden, krijgen ze veel hennep en gepelde zonnepitten en dan is de gewone mengeling volledig De Beyers-Koopman-mengeling.
Als bijproducten geef ik wekelijks jodium van Belgavet en voor de rest zo min mogelijk zaken door het water of het voer.

… wordt vervolgd …