In de jaren ’90 kwam in de marathonduivenwereld een jonge duivenmelker uit de Betuwe op. In die jaren kwam hij onze vereniging de bonnen kopen van Ben Kooijman uit Vianen en zijn schoonzoon Ruud Korrel. Deze mannen hadden een goede stam en behoorden tot de top van Midden Nederland en Omstreken. Mede dankzij deze duiven ging Rob met de beste in de afdeling 7 en sector 3 meedoen. Hij won sectorvluchten en pakte af en toe vroege duiven op een ZLU-vlucht, als hij te hooi en te gras mee deed. Nu dik twintig jaar later behoort deze Betuwenaar nog steeds tot de beste marathonspelers van de afdeling 7 op de middaglossing. We hebben het over Rob van Moorselaar uit Wadenoijen. Deze topliefhebber won afgelopen

seizoen bijna nationaal Perigueux Hij werd op zeer knappe wijze (de zwaarste vlucht van het jaar) nipt verslagen op de overvlucht. Uiteindelijk mocht dit de pret niet drukken en was het een mooi slot van een zeer sterk seizoen van deze topper. 2018 is een seizoen waar Rob trots op kan zijn! Vorige week lazen we over de liefhebber Rob en de Kampioenschappen van de laatste jaren in groot verband. Vandaag lezen we onder meer over een paar topduiven van hem …

Stamopbouw en de opbouw naar het seizoen
Zoals u in het vorige deel heeft kunnen lezen … de eerste marathonduiven kwamen van Ben Kooiman uit Vianen. Daar kwamen al snel duiven bij van duivenvriend Hennie Wennekes uit Tiel. Later kwamen de Laseroms-duiven van Willem van Breene uit Driebergen en wat duifjes van Albert Poulisse Kerkdriel.
Het seizoen wordt gestart met 27 koppels, waarvan ongeveer 9 koppels jaarlingen. Omdat Rob nauwelijks jonge duiven verspeeld op de vluchten heeft hij ook nog eens meestal ongeveer 6 reserves. Deze duiven zitten bij de jongen duiven zitten. Als er oude duiven achterblijven worden deze duiven ingepast.
De man uit Wadenoijen heeft plaats voor 23 koppels kwekers, maar dat zijn er in werkelijkheid maar 9. Naast deze 9 koppels heeft deze Betuwenaar nog 9 koppels, wat een soort van testkoppels zijn. Het zijn nieuwe duiven, die binnen drie jaar goede jongen moeten hebben gegeven. Anders moeten ze plaats maken voor andere nieuwelingen. Bij de kweekduiven worden de koppels samengesteld op basis van goed maal goed. Lijnenteelt wordt ook gedaan. De duiven die van twee kanten van hetzelfde soort zijn worden het liefst gekruist. Rob: ’De vliegduiven mogen hier vrij koppelen, omdat ik vind dat ze dan veel trouwer aan hun partner zijn. Dit motiveert bij de vluchten.’
De duiven worden de 2e week van maart gekoppeld. Dit ligt aan de stand van de maan. De jongen komen uit de kwekers en de beste vliegers, waar ook diverse jongen uit gekweekt worden. De duiven zitten het hele jaar verder bij elkaar. Voor de volgende kweekronde (het jaar erop) worden ze enkele gescheiden om vrij snel weer gekoppeld te worden.

Het seizoen
In het seizoen kijkt Rob nauwelijks naar standen. Rob: ‘Naar standen kijk ik eigenlijk niet. Een goede gezondheid, goed trainen en veel opleren, dat is de formule voor goede resultaten. In het verleden was ik altijd druk met neststanden en dan kwamen de duiven die geen stand hadden net zo goed of soms nog beter.’ Als voorbereiding krijgen de duiven allemaal minimaal 1500km onder de vleugels en soms gaan ze de week voor de vlucht nog mee naar de midfond. Soms ook niet, dat ligt er aan hoe ze er op staan en hoe ze eten.
Als ze goed eten en rond zijn blijven ze thuis. Als ze te licht zijn naar Robs zin, speelt hij ze graag nog een keer om zo de eetlust op te wekken. Was de gezondheid van de duiven goed vanaf het begin? Rob: ‘Ja,  doordat ik weinig duiven op een groot hok heb met veel zuurstof, heb ik eigenlijk nooit zieke duiven. De vorm kwam vanaf de tweede Periqueux (week na St. Vincent). De duiven kwamen fantastisch naar huis. Ik miste op de eerste Periqueux wel een kopduif, maar had er 7 van de 8 in de prijzen. Op St Vincent had ik wederom geen duif in de top van de uitslag, maar wel weer meer dan 50% prijs (4 van de 7 in de prijzen). Vanaf de tweede Perigueux had ik steeds een kopduif.’

Enkele topduiven
Rob heeft verschillende duiven die goede prijzen hebben gewonnen in 2018. We beginnen met een veteraan, ‘de 209’ van 2010. Hij won: de 42e St. Vincent tegen 869 duiven, de 9e Dax tegen 729 duiven en de 105e Bergerac tegen 1.324 duiven. Hij heeft tot en met 2018 13 prijzen gewonnen op de meerdaagsefond. Zijn vader is ‘de 911’ van 2004. Hij vloog 11 prijzen op ovenacht en is een zoon van Vince. Deze doffer is 100% van Ben Kooijman. Hij won veel kopprijzen, waaronder de 2de NPO Nationaal Ruffec tegen 9207 duiven in 2003. Zijn moeder is ‘de 942’ van 2004. Een echte super duivin. Zij was de 3e beste fondduif van 2006. Zij speelde 3 vluchten op rij de 1ste in Tiel en 1 keer de 2de achter een hokgenoot. In 2007 is ze naar de kweek gegaan.
‘De 602’ van 2014 won de 34e Perigueux tegen 1.217 duiven. Zijn vader is een zoon van het superkoppel en speelde o.a. 1e regio 3 van Aurillac in 2015. De moeder is ‘de 224’ van 2010. Zij is een topduivin en dochter van de Vince (zie hierboven) met ‘de 904’ van 2004. ‘De 224’ van 2010 won onder meer de 9e  NPO Orange tegen 829 duiven, de 6e St.  Vincent tegen 378 duiven, de 11e Bergerac tegen 537 duiven, de 7e Albi tegen 298 duiven, de 11e Bergerac tegen 434 duiven en de 17e Cahors tegen 480 duiven. Deze duivin heeft zeker 14 prijzen gespeeld.
‘De 175’ van 2015 won de 39e Orange tegen 925 duiven. De vader van deze duif won zelf de 7e Cahors 2016 en is ‘de 183’ van 2013. De moeder is ‘de 276’ van 2011. Zij kwam van Steward Roodenburg uit IJsselstein. Ze is in 2015 helaas gepakt door een roofvogel.

… wordt vervolgd …