St. Vincent in sector 4 is eigenlijk heel bijzonder. Waarom? Ga proberen een mooie onderbouwing aan deze stelling mee te geven. In Limburg had je vroeger (misschien nog wel) ‘De 1.000 km Vrienden’. Leuke naam, maar de naam dekt de lading niet helemaal. Barcelona was voor de meeste deelnemers de enige vlucht boven de 1.000 km en er telden meer vluchten. In het midden van het land, waar ik woon, is St. Vincent op de middaglossing de enige vlucht boven de 1.000 km, terwijl dat er toch zeker 2 zouden moeten zijn. Voor het ‘Marathonkampioenschap’ telt zelfs een vlucht van nog geen 800 km. Op zich prima, maar zet daar een paar ‘echte marathonvluchten’ tegenover. Genoeg over een dingetje die in mijn ogen scheef is gegroeid.
In Sector 4 zijn meerdere vluchten boven de 1.000 km en St. Vincent is voor alle liefhebbers boven de 1.100 km en voor sommigen zelfs boven de 1.200 km. We praten hier over echte marathonvluchten. Zelfs met een harde wind achter zijn de duiven een dikke halve dag onderweg om thuis te kunnen komen. In deze sector won Piet Bakker uit Urk. In het schemer pakte hij zijn winnende duif en kan zo een sectorvlucht op zijn erelijst bijschrijven. Een mooie prestatie.
De winnende liefhebber
Zoals gezegd is Piet Bakker de winnaar in sector 4 van de Koninginnevlucht vanuit St. Vincent. Piet is een jaartje ouder dan de schrijver van dit verhaal, namelijk 53 jaar. Piet begint zijn verhaal met een compliment aan Het Marathonduivenjournaal: ‘Met mijn antwoorden zal, gelet op de vele stukjes die ik van jouw hand reeds met plezier heb mogen lezen, het vast lukken om er een leesbaar verhaal van te maken.’
Als schrijver van de stukjes ben je (als het gaat om kwaliteit) afhankelijk van de informatie die je krijgt van de liefhebber. Dat is normaal gesproken heel goed. Zo ook deze keer van Piet.
Piet vertelt: ‘Ik ben Piet Bakker, 53 jaar oud en wonende op het mooie Urk. Ik ben getrouwd en vader van één dochter 22 jaar en twee zoons (18 en 13 jaar). Na jaren zelfstandig ondernemer te zijn geweest in de bouw ben ik ruim 17 jaar geleden begonnen als projectleider bij Groothuisbouw in Emmeloord. Dit bedrijf is actief in de particuliere woningbouw en wel in geheel Nederland.
Ik ben in aanraking gekomen met de duivensport door mijn vader. Mijn vader heeft zijn hele leven duiven gehouden en in mijn jeugd (lagere school) hielp ik dan nog weleens met het krabben van de hokken of het inkorven. Ook verzorgde ik, voor een zakcentje, in mijn vakanties wel duiven van liefhebbers die op vakantie gingen of die er vanwege drukte op het werk even zelf geen tijd voor hadden. Verder hielp ik vooral mijn vader. Niet alleen met de verzorging van zijn duiven, maar ook bij het invullen van hok en entlijsten.
Pas toen ik 17 jaar geleden bij Groothuisbouw ben komen werken en iets meer vrije tijd kreeg, heb ik een ruimte in mijn loods gemaakt waar ik met wisselende resultaten een 40 tal duiven ben gaan houden. Omdat we in 2019 een nieuwe woning gingen bouwen ben ik in 2019 gestopt met de duiven om in 2020 te herstarten. Ik wilde niet jaren wachten om weer mee te kunnen doen op een fondvlucht en heb toen alle duiven van het hok Werink-Ekkelenkamp uit Emmeloord gekocht en een groot deel hiervan overgewonnen. Deze duiven bestonden uit duiven van Jan Grootoonk, Nico de Fouw (uit ‘De Vale Barcelona), Jaap Mazee uit de lijn Orhana en enkele indirecte Jellema duifjes. Daarnaast kreeg ik in 2020 van Klaas van Urk & Zn een mand vol jonge duiven waarin voor meer of mindere mate het bloed van ‘het Betuwekoppel’ stroomt van Gerrit Veerman. Verder heb ik wat duifjes van John van der Laan uit Castricum.
Ik heb de beschikking over 4,8 meter hok waarin 2 afdelingen zitten van 2,4 bij 2,5 meter. Eén is gevuld met 30 broedbakken en de tweede met schapjes en loketkasten voor jonge duiven. Het hok is geen standaard duivenhok maar een schuurtje met plat dak met als enige verluchting een gaasdeurtje in het voorfront.’
De Beleving
Piet over hoe hij zijn hobby beleeft: ‘Voor mij is de duivensport een echte hobby en het streven is te pieken op de wedvlucht Barcelona. Alle andere vluchten staan dan ook in voorbereiding hiervan. Dat maakt de prestatie van het duivinnetje op St Vincent er natuurlijk niet minder op.
Mijn gezin is niet actief betrokken bij mijn hobby, maar als ik vraag om ergens mee te helpen staan ze direct voor me klaar.
Het mooiste van de duivensport vind ik de omgang met de duiven zelf en de vriendschappelijke momenten met andere liefhebbers.
Het leukste van deze overwinning vind ik dat het een samenloop van toevalligheden is:
- Ik kweek normaal gesproken niet uit jaarlingen. Jaarlingen mogen altijd één van de jongen van een overjarig koppel groot brengen. De ouders van dit duivinnetje waren jaarlingen die ik op jongen had laten komen om de duivin van dat koppel over te kunnen wennen.
- Mijn vrouw attendeerde mij erop dat mijn klok nog niet was aangesloten waarop ik dit toch maar heb gedaan. Ik was ervan overtuigd dat op onze afstanden geen duiven in de nacht zouden vallen en dacht dat de andere ochtend om 6.30 uur vroeg genoeg zou zijn.’
… wordt vervolgd …
Recente reacties