Soms is de start van je marathonseizoen niet zoals je graag zou willen. Dan kun je bij de pakken neer gaan zitten of je kunt op zoek gaan naar de oorzaak en proberen het op te lossen. Dan zit er altijd nog een risico in dat je te laat bent met ingrijpen, maar niets doen is zowiezo niet goed. Deze keer waren Ad van Heijst en ik namens de Marathon Noord in Nijverdal bij Jelle Jellema. Een liefhebber die zo langzamerhand tot de grote van de marathonduivenwereld gerekend mag worden. Vorig jaar won hij nog Internationaal Barcelona. Dit jaar kwam hij niet goed uit de startblokken, zoals je van hem zou kunnen verwachten. Hij gaf echter niet op en ging op zoek naar de oorzaak. Uiteindelijk vond hij een paar dingen die voor verbetering vatbaar waren en hij kon hij tij keren en de tweede helft van het marathonseizoen verliep heel goed met enkele prachtige uitslagen, waarbij vooral St. Vincent ZLU opviel. Hij speelde op die vlucht 8 duiven en won nationaal tegen 3.714 duiven 5 prijzen: 6, 9, 16, 34 en 40 nationaal. Een geweldige uitslag op een afstand die bijvoorbeeld 208 km verder was dan de winnaar, die op de voorhand woont. Een uitslag waar je alleen van dromen kan, maar die voor Jelle werkelijkheid was. Voor die uitslag gingen we niet naar Nijverdal, maar die mag niet ongenoemd blijven. We gingen wel naar Nijverdal, omdat deze dierenarts (gespecialiseerd in grotere dieren dan duiven) 3e Kampioen Ochtendlossing was bij de Marathon Noord. Hiervoor tellen de bovenste twee duiven van de lijst op de vluchten Barcelona, Marseille en Perpignan. Hieronder krijgt u een indruk hoe hij dit voor elkaar kreeg.

De liefhebber
Jelle Jellema, geboren Fries, is met een duif in het hart geboren. Van jongs af aan ging hij met zijn vader in Steggerda al mee de hokken in. Vader Últsje begon ruim 50 jaar geleden met de duiven en Jelle is er dus mee opgegroeid. De tweede helft van de jaren ’80 zijn vader en zoon Jellema zich gaan toeleggen op de grote fond en vanaf het begin ging het goed. In de loop van de jaren ging het alleen maar beter. In 2008 ging Jelle met zijn gezin in Nijverdal wonen en begon hij daar met een eigen hok. Vader Últsje ging in Friesland verder. Jelle doet in principe alle marathonvluchten mee met zowel een middaglossing als met een ochtendlossing zoals de ZLU-vluchten. Jelle en zijn vader hebben veel vroege prijzen en mooie series gepakt, maar het voorlopig hoogtepunt is natuurlijk het winnen van Internationaal Barcelona met ‘De Kleine Jade’ in 2014. Op die vlucht pakte hij ook nog de 3e (Inter)nationaal.

De duivenstam
De onvolprezen fondstam van de familie Jellema is opgebouwd met duiven van Piter Beerda. Een liefhebber die jaar in jaar uit bij de beste programmaspelers van Friesland hoorde. In 1984 werd hij Generaal Kampioen van de afdeling Friesland met louter en alleen jaarlingen. Hij was hiervoor een jaar eerder verhuisd van het Noorden van Friesland naar een plaatsje in de buurt van Steggerda. Hij kwam toen in de vereniging bij Últsje en Jelle. Hij vloog sterk op alle vluchten, maar op verdere vluchten met zware omstandigheden was hij niet te kloppen. Hij maakte machtige uitslagen op moeilijke vluchten vanuit Bergerac (wat daar in Friesland ruim boven de 1.000 km is). Dit zijn de duiven die de basis vormen van het ras Jellema. Jelle kwam graag bij Piter en kon uren samen tot diep in de nacht over duiven praten. Op een dag kreeg Jelle een mand vol jongen mee, waaronder 5 jongen die hij voor de kweek moest bewaren. Uit deze duiven kwamen topduiven. Het soort wat Beerda had was een mengelmoes van sterke Belgische duiven zoals Vanbruane, Cathrijsse, maar ook Tournier-duiven. Toen pa en zoon Jellema zich op de zware fond gingen richten werd in de Beerda-duiven wat meer duurvermogen gekruist. Dit lukte het beste met een duif die zij in oktober 1998 kregen (op een bon) van Akkermans uit Nieuw-Vossemeer … Zwart Goud. Akkermans bracht vier laatjes naar Friesland voor de bon die zij van hem gekocht hadden. Van deze duiven is goed gekweekt en vooral Zwart Goud is een zeer waardevolle duif gebleken. Hij is voor een groot deel samen met de Beerda-duiven de basis geworden van het hedendaagse Jellema-soort. Dit fenomeen bevrucht tot op heden nog steeds. De huidige basis bestaat voornamelijk uit twee koppels: Zwart Goud met ‘de 02 van Beerda’  en het fondkoppel, wat bestaat uit twee Beerda-duiven. Met jongen van beide koppels op elkaar en uit de beide koppels afzonderlijk is de basis gelegd van de huidige Jellema-duiven. In de loop der jaren is er van alles tegen aan gezet om het ras te versterken en dat lukt ook wel eens, zoals met duiven van Arjan Beens, Gebr. Bruggemann, Harold Zwiers en Batenburg Maar de basis … de Beerda-duiven en Zwart Goud en zijn kinderen wordt zuiver gehouden, zodat Jelle en ook zijn vader daar altijd op kunnen blijven terugvallen. Een heel goed voorbeeld van de basis is de Internationaal winnares van Barcelona … ‘Kleine Jade.’ Zij komt uit een kind van het Fondkoppel van Beerda, ‘Dirke,’ met een kind van ‘Zwart Goud’ met ‘de 02 van Beerda,’ ‘De Jade.’

Zwart Goud

Zwart Goud, een Fenomenale Duif en mede-stamvader van het Jellema-soort

Wat ging er mis in het begin?
In het begin van het seizoen liep het niet goed. Limoges ging nog wel, niet bijster vroeg, maar wel 20 prijzen van de 36 ingekorfde duiven en St. Vincent hetzelfde met 9 van de 16 in de prijzen. Aurillac was hetzelfde verhaal met 14 van de 28 in de prijzen. Pau en Bordeaux ZLU waren niet al te best en toen de duiven van Barcelona niet goed aanvoelden en de duiven van Bordeaux stijf en goed vermoeid terug kwamen, vond Jelle het genoeg geweest. Fred Kramer was bij hem op bezoek en Jelle vertelde hem zijn zorg. Fred vond dat je alles na moest gaan om te kijken of het wel goed zat. Ook het voer … Het voer bleek niet goed. Het snoepzaad stonk en de pinda’s waren muf. Het snoepzaad zit in een emmer en daar wordt constant bijgevuld, ook als de emmer nog niet leeg is. Het kon dus makkelijk zo zijn dat het snoepzaad ruim ouder was dan een jaar. Dus alles werd weggegooid. De duiven kregen individueel een geelpil en ze kregen een paar dagen 50% paddy en 50% gerst. Verder werden de lampen in het hok vervangen door daglichtlampen en na een paar dagen gingen de duiven beter trainen. Ze kregen weer goed vliegvoer en de laatste dagen vetrijk voer en toen waren ze klaar voor St. Vincent ZLU en Orange. Orange ging prima en St. Vincent ging buitengewoon goed, zoals u in de inleiding heeft kunnen lezen.

… wordt vervolgd …