Afgelopen winter stond er in Het Marathonduivenjournaal een uitgebreide reportage over de prestaties van de duiven van Jan van Gils uit het Brabantse Oosterhout. Jan had de laatste jaren veel prijzen in de kop van de uitslag gewonnen. Dit terwijl hij pas sinds 2015 zijn pijlen op de marathonvluchten heeft gericht. En toen kwam Pau 2024 … de eerste vlucht van het Internationale programma. De lossing werd driemaal uitgesteld tot aan maandag toe. Om 8 uur, na het optrekken van de ochtendnevel, werden de duiven losgelaten. Op de dag van lossing werden in Frankrijk de nodige duiven (zo’n 6%) geklokt. In de vroege ochtend viel de snelste duif van België in Lier. Die versloeg op snelheid alle Franse duiven. Een uur later, om 5.59 uur, werd de snelste duif van Nederland en het hele Internationale veld geklokt in Oosterhout … bij Jan van Gils !!! Een geweldige prestatie van ‘de 621’ van het bouwjaar 2022.
De liefhebber
De grote winnaar van Internationaal Pau is de 70-jarige Jan van Gils uit het Brabantse Oosterhout. Jan is sinds zijn 62e jaar met vervroegd pensioen. Hij had de laatste jaren een assurantiekantoortje. Daarvoor heeft hij in loondienst gewerkt in dit vakgebied.
Jan over zijn start in de duivensport: ‘Als wij als familie Van Gils in de vakanties teruggingen naar onze geboortegrond Oosterhout (toen woonden wij in Medemblik) logeerde ik altijd bij een oom die duiven had. Als kind vond ik het dan al prachtig om met de duiven bezig te zijn bij diezelfde oom. Ik was 8 jaar toen ik een paar duiven meekreeg van mijn oom en toen heeft mijn vader een klein kooitje getimmerd en zo is mijn carrière als liefhebber begonnen in 1960. In 1966 zijn we als familie weer terug gekeerd naar onze geboortegrond Oosterhout en daar ben ik direct lid geworden van de NPO en mijn vereniging de O.B.v.P. (Oosterhouts bond van postduivenliefhebbers). Sinds die jaren ben ik programmaspeler en dat ben ik al die jaren gebleven tot 2015. Ik ben met mijn beste dagfondduiven en toenmalige reeds aanwezige marathonduiven helemaal overgeschakeld naar vooral de ZLU en ik speel er ook een paar middaglossingen bij. In het eerste jaar, in 2015, deed ik op enkele vluchten van de ZLU mee en vanaf 2016 op alle ZLU vluchten. Heerlijk relaxed koppel ik nu mijn duiven véél later, scheidt ze véél later, leer ze kalm aan op. Dit laatste gaat via de verenging en Hank en probeer vanaf juni de duiven in topvorm te krijgen. Mijn voldoening bij goede en zelfs redelijke uitslagen is nu vele malen groter in vergelijking met vroeger. Als er toen 10 gemeld waren en ik had nog niets, was ik al in staat om alles op te ruimen (gechargeerd). Gelukkig ging het vanaf de start op de ZLU best wel lekker.
In de tuin in Oosterhout staat 10 meter duivenhok. Hiervoor staan rennen. In deze hokken huizen weduwduivinnen, nestduiven, jonge duiven en kwekers. Naast dit hok heeft Jan een ‘kooi’ van 7 meter, gedekt met golfplaten. Boven iedere afdeling ligt een halve lichtplaat. In de hok zitten weduwnaars en nestduiven. Dan heeft Jan nog een ‘kooitje’ van een meter of 6, waar weduwnaars zitten en wat latere jongen. Ook daar zitten golfplaten op en een halve lichtplaat op het dak. Jan: ‘Ik houd van veel lucht op de kooien. Driekwart van de plafonds zijn open. Dit in tegenstelling tot de lange kooi met de rennen. Daar zitten de plafonds dicht en staan de grote ramen dag en nacht open. Het doos-principe. Ik doe de duiven in de avond wel binnen op die kooien, maar zet dan gazen horren in de ramen.’
Jan vertelt over zijn duivenstam: ‘Mijn huidige duivenbestand is opgebouwd met de volgende duiven: Het Oude Dagfondsoort, duiven van J.W. Schreurs, Gebr. Limburg, Cor de Heijde en natuurlijk Herman Calon, waar ik al jaren duiven van heb en van wie de duiven mede de basis vormt van de stam.’
Het seizoen vanaf de kweek
Jan is het seizoen 2024 begonnen met in totaal 65 vliegduiven, dit zijn ongeveer 20 weduwnaars en de rest nestduiven. Goede nestduivinnen zitten gekoppeld aan zo’n tien oude doffers, die met pensioen zijn … zeg maar. Daarnaast heeft Jan 10 kweekkoppels. Voor zichzelf kweekt Jan zo’n 75 jongen.
Bijlichten en verduisteren doe ik om ze zo glad mogelijk te houden tot het einde van het seizoen. Vanaf einde maart tot begin juni verduister ik de duiven van 18 uur tot 8 uur in de ochtend en bijlichten doe ik direct na verduistering. Het is dan licht in het hok van 6 uur in de ochtend tot half 11 in de avond.
Na de kweek gaan de duiven direct allemaal op weduwschap. Ik vlieg ze in totdat ik de nestduiven in etappes ga koppelen voor de diverse marathonvluchten. De echte weduwnaars, blijven na de kweek tot augustus op weduwschap. Mijn favoriete standen voor de nestduiven zijn jongen van 5 tot 7 dagen op de eerste vlucht. Daarna bij thuiskomst laat ik ze betijen tot einde seizoen.
In het begin van het seizoen probeer ik de duiven zo goed mogelijk in te spelen: Ik lap ze zelf één of twee keer zelf op een afstand 20 km, dan krijgen ze zo’n 3 keer een vitessevlucht tot 260 en daarna drie of vier keer Melun, ingemand in Hank.
Over het voer vertelt Jan: ‘Ik heb altijd drie soorten voer: Vlieg Duo 25 van Ronny van Tilburg, Zoontjes en in het seizoen een zak extra vette mengeling. Verder heb ik, ook alleen, in het seizoen kleinzaad, Tovo en pinda’s.
Qua bijproducten en medische middelen: Zowel in de winter als in de zomer geef ik de duiven twee dagen in de week oregano in het water. Verder krijgen ze elke week roze mineralen van Dr. Marien over het voer. Tijdens de vluchten krijgen de duiven Tolyamin Forte of Belgasol in het water. De jongen en jaarlingen krijgen met het kwastje hun pokkenenting. In december is het ieder jaar tijd voor de verplichte enting tegen paramixo. De jongen krijgen in het voorjaar een enting paramixo/rota.
Ik ga gemiddeld drie keer per jaar naar de dierenarts voor controle. Mocht ik het niet vertrouwen uiteraard onmiddellijk. Geelkuren heb ik na mijn programma tijd afgezworen. Ik geef de duiven wel elk voorjaar een wormpil . Vorig jaar zelfs tweemaal omdat ze makkelijk last hebben van haarwormen.
Ik voer de hele winter en een stuk van het voorjaar éénmaal per dag. Dat is genoeg, maar niet dat ze vet worden, daar heb ik een verschrikkelijke hekel aan. Komt bij dat ze hier vastzitten ivm de roofvolgels van september tot aan begin maart.
Na de voorbereiding en als meer belast worden, (ze moeten dan tweemaal trainen per dag) krijgen de nestduiven volop goed voer. Dit geldt niet voor de weduwnaars. Die houd ik graag aan de hand en die moeten blijven eten.’
… wordt vervolgd …
Recente reacties