Hoe is het nu met … Rob Timmermans?

Deze keer op Het Marathonduivenjournaal in de rubriek … Hoe is het nu met …? een vraag/antwoord gesprek met Rob Timmermans. In deze gesprekken stellen we een aantal vragen aan willekeurige liefhebbers die in het verleden mooie prestaties hebben neergezet en er zullen ook liefhebbers aan bod komen, die minder bekend zijn, maar die wel met veel enthousiasme over hun hobby kunnen praten. In deze editie krijgt u de antwoorden op de vragen, die bedacht zijn door een kwartet lezers en schrijvers van Het Marathonduivenjournaal, door Rob Timmermans uit Schellingwoude. Hij wint ieder seizoen wel diverse vroege prijzen vooral op zware vluchten. Zijn topjaar was 2015 waar hij onder meer de Gouden Duif won op het onderdeel Zware Fond. Hoe gaat hij met zijn hobby om en hoe was zijn duivenjaar? U leest het hier onder …

• Wat is uw mooiste vluchtprestatie of kampioenschap uit het verleden? Rob: ‘Dat blijft het winnen van 1^e op de PiPa-ranking van de Internationale vluchten en de Gouden Duif Zware Fond in 2015 na een sterk ZLU seizoen.’
• Wat waren je mooiste vluchtresultaten en kampioenschappen in het afgelopen jaar? Rob: ‘In 2020 was dat Barcelona met de 40^e nationaal en Narbonne was ook goed met 8 prijzen van de 13 gezette duiven.’
• Hoe is het seizoen 2020 verlopen en dan vooral door het hele corona gebeuren zijn er minder vluchten geweest. Als je hier op terug kijkt zou het erg zijn als er in de toekomst minder vluchten zijn? Rob: ‘De ZLU heeft St. Vincent eraf gehaald. Dat is al een pluspunt voor al voor de kleine liefhebbers. Die kleine melkers moeten we er ook bij blijven. Hoe meer zielen hoe meer vreugd.’
• In het seizoen 2020 konden we moeilijk bij en met elkaar gaan melken, advies vragen over hoe iets te doen. Of als er problemen met de duiven waren iemand eens vragen om langs te komen. Hoe heb je dit opgelost? Rob: ‘Je kan met de duiven altijd naar de dierenarts gaan, als je denkt dat iets niet klopt. In mijn geval zijn dat Hans van der Sluis en Stephan Göbel. Verder was het contact met de broertjes Hendriks was gewoon hetzelfde als anders. Op afstand kan er veel. Dus ik heb geen nadelen van corona gehad in dat opzicht.’
• Heb je nog duiven aangeschaft of wat is er van de laatst aangeschafte duiven terecht gekomen? Rob: ‘Ik doe dit altijd samen met Gertjan en Jeroen Hendriks. We hebben wat Jellema’s erbij gehaald. En voor mezelf wat grijsjes van Benno Kastelein. Goede duiven met een leuke (mooie) kleur.’
• Voor welke liefhebber heb je bewondering? En welke vraag zou u hem of haar willen stellen? Rob: ‘Dat is toch voor mij ook Jelle Jellema. Hoe doe dit wondermens het … zoveel kopduiven ieder seizoen en vooral op Barcelona?’
• Hoe zie je de toekomst van onze hobby. Is je vereniging nog gezond en levensvatbaar? Als je verder moet gaan reizen om in te korven voor marathonvluchten blijf je dan nog marathon spelen of kies je voor een discipline die je in je eigen vereniging wel in kunt korven? Rob: ‘Ik ben lid in Edam en we hebben nog 35 tot 40 leden. Dat is dus nog een mooi aantal. Het wordt wel erg grijs allemaal. Dat wel.’

• Als je late jongen hebt, wanneer ga je die nog africhten ondanks de roofvogelproblematiek? Rob: ‘Ik kweek altijd laat. Ik breng ze zelf wel een paar keer weg. Als jaarling gaan ze mee tot en met dagfond. In 2020 had ik veel jaarlingen over en toen heb ik er 45 gespeeld op Bergerac en daar zijn er 40 terug gekomen. In 2020 heb ik daardoor voor mezelf minder jongen gekweekt, omdat ik minder ruimte had. De overgebleven jaarlingen (van 2019) hebben na Bergerac ook voor 2021 een plekje verdiend.’
• Voorheen konden we bij last van muizen, of nog erger ratten, overal gif kopen. Ik ben er van overtuigd dat iedereen hier weleens last van heeft maar hoe lossen we dit nu op? Hetzelfde geldt eigenlijk voor luizen en dergelijke. Rob: ‘Ik kan nog steeds aan rattengif komen. Voor de luis heb ik Duits-spul (ik weet niet welk merk het is) of luizenmiddel van Travipharma.’
• Hoe vaak per jaar denkt u aan het beëindigen van de duivensport?
  (Toelichting: ik denk daar de laatste jaren vaker aan o.a. door het verlies van dierbare duiven door diverse roofvogels, duiven die ernstig gewond of niet terugkomen van een wedvlucht, het toenemende medicijnengebruik, nieuwe ziekten, onverantwoorde lossingen, diefstallen etc.) Rob: ‘Eigenlijk noot. Je moet in onze sport relativeren en gewoon genieten. Het ene jaar gaat het beter dan het andere. En negatieve mensen moet je links laten liggen.’
• Hoeveel uur per dag besteedt u aan uw hobby? Rob: ‘Stille seizoen 1 tot 2 uur en in het Wedstrijdseizoen 3 tot 4 uur.’
• Waar geniet u het meeste van in de duivensport? Rob: ‘Vroege duiven op de vluchten vind ik het mooist.’
• Stel u bent voorzitter van de NPO, de nationale Duivensportbond, wat zou u de komende jaren veranderen in de duivensport? Rob: ‘Ik ben er nooit mee bezig. Die mensen doen ook hun best.’

Rob, ik wil je hartelijk danken voor je medewerking aan deze rubriek. Ik wens je mooi seizoen toe en vooral veel plezier en vroege duiven!