De rubriek ‘Hoe is het nu met …?’ werd vorige winterseizoen goed gelezen. In deze verslagen stellen we een aantal vragen aan willekeurige liefhebbers die in het verleden mooie prestaties hebben neergezet. Er zullen ook liefhebbers aan bod komen, die minder bekend zijn, maar die wel met veel enthousiasme over hun hobby kunnen praten. In deze editie krijgt u te lezen hoe het gaat met Arend Slotboom van de Comb. Slotboom uit Utrecht. Toen Jelle Jellema met Kleine Jade Internationaal Barcelona won, werd hij 5e Internationaal. Ook dit jaar liet hij van zich spreken met kopduiven op Nationaal Bergerac. Arend is een enthousiaste liefhebber die zoveel mogelijk het complete programma speelt en die op alle onderdelen kan uithalen. Als marathonduivenliefhebber herinner ik me menig vroege prijs op de grote fond, maar ook met de jonge duiven laat hij zijn capaciteiten als duivenliefhebber regelmatig zien. U leest hieronder meer …
Voor welke liefhebber heb je bewondering? En welke vraag zou u hem of haar willen stellen?
Arend: ‘Voor meerdere melkers heb ik respect. Dat kan van vitesse-spelers tot ZLU-spelers zijn. Bij mij in de buurt zijn de fondmelkers waar ik van kan genieten Piet van Straten uit Vianen. Hij vliegt al jaren top met zijn duiven. En Henk de Bree uit Soest. Hij vliegt nu iets minder. Ik hoorde dat ie ook heel veel last van de roofvogels had en wordt natuurlijk een dagje ouder (red.)’
Wat zou de marathonduivensport kunnen doen om de duivensport een opleving te bezorgen?
Arend: ‘Moeilijke vraag. Misschien 1 of 2 gezamenlijke vluchten met de ZLU bv Agen en Bergerac en dan alleen jaarlingen.’
Als je late jongen hebt, wanneer ga je die nog africhten ondanks de roofvogelproblematiek?
Arend: ‘Ik kweek altijd een paar late jongen, maar deze worden nooit gelapt. Deze hebben wel altijd open hok. Van degene die overblijven in het nieuwe jaar worden er een paar uitgeselecteerd en daar wordt gewoon mee gespeeld. Ik heb zelfs een laat jong op teletekst gehad op Cahors 2017 … 7e van de afdeling 7.
Betreffende de roofvogelproblematiek kan ik heel makkelijk zijn: de laatste jaren ben ik gemiddeld tussen de 30 en 40 oude duiven kwijt voordat de eerste wedvlucht begint. Ik heb van alles geprobeerd tot vuurwerk afsteken aan toe. Tegenwoordig jammer ik alleen maar als er een betere word gepakt. De meeste problemen zijn toch wel in het weekend als de duiven thuis moeten komen en ze hangen boven het hok.’
Voorheen konden we bij last van muizen, of nog erger ratten, overal gif kopen. Ik ben er van overtuigd dat iedereen hier weleens last van heeft maar hoe lossen we dit nu op? Hetzelfde geldt eigenlijk voor luizen en dergelijke.
Arend: ‘Met de overlast van ongedierte ben ik het hele jaar bezig: met muizenvallen, muizengif en onze laatste aanwinst een boeren fox terrier (heeft op dit moment alleen oog voor de duiven).’
Zie je de professionalisering als een bedreiging van onze sport?
Arend: ‘Betreffende professionalisering … dat is van alle tijde. Dat is al jaren bezig, maar de gewone melker, die elke dag op pad moet om zijn brood te verdienen, komt daardoor regelmatig tekort.’
Zijn er als hobbyist nog genoeg mogelijkheden om successen te hebben? Probeer je antwoord goed te onderbouwen.
Arend: ‘Door fanatisme en een dosis geluk worden overal toppers en kampioensduiven geboren. Er worden ook 1e prijzen gespeeld door mensen die niet gespecialiseerd zijn op bepaalde afstanden en geen prof zijn.’
Hoeveel uur per dag besteedt u aan uw hobby?
Arend: ‘In het stille seizoen 5 uur per week en in het vliegseizoen gemiddeld 6 tot 7 uur per dag.’
Waar geniet u het meeste van in de duivensport?
Arend: ‘Topprestaties van melkers … dat mag een vroege duif of een hele mooie serie zijn. Hier uit de regio van bijvoorbeeld Jurriaan van Amerongen, Jay Lissenberg en Piet van Straten.’
Stel u bent voorzitter van de NPO, de nationale Duivensportbond, wat zou u de komende jaren veranderen in de duivensport?
Arend: ‘Ik zal me hard maken om de spelvreugde proberen terug te brengen. Ik ben daarom voorstander van kampioenschappen per regio.
Verder heel veel promotie maken voor herstarters. Ik denk dat we jeugdleden er bijna niet meer bijkrijgen. Er is teveel tijd voor de duivensport nodig en je hebt veel kosten.
Misschien alleen de eerste 10 of 20 duiven tellen voor een kampioenschap en de rest voor duifkampioen of voor de prijzen spelen (teletekst).
Als er afspraken zijn gemaakt bv tussen afdeling 7, 8 en 9 en dit veranderen omdat de wind niet goed is? Dat is toch vreemd! Zulke aanpassingen niet meer maken.
Tevens wat afgelopen jaar is gebeurd: duiven vrijdags thuis laten komen. Ik vind dat er echt rekening gehouden moet worden met de werkende melkers. Misschien dan zo lossen, dat er na 15:00 duiven kunnen thuiskomen.
Er wordt altijd gepraat over eerlijk spel, maar dat is nu eenmaal niet mogelijk. Er is altijd de wind, de locatie waar je woont en de plaatsing van de duiven in de container. Bij snelle korte vluchtten bovenin de container. Natuurlijk zijn de verschil tussen de duivenmelkers groot: de amateurs en de kampioenen.’
Bedankt voor je medewerking, Arend, en je leuke en nuchtere visie. Ik weet zeker dat we (bij leven en welzijn) komend seizoen weer van je gaan horen en lezen !!!
Recente reacties