Ten Zuidwesten van Assen ligt het dorpje Bovensmilde. De laatste tientallen jaren is dit kleine plaatsje onder de marathonduivenliefhebbers bekend geworden als de woonplaats van Henri Hoeks. Een duivenliefhebber die al jaren lang mooie prijzen pakt met zijn duiven. Provinciale en sectorale overwinningen heeft hij al behaald naast tientallen prijzen in de kop van de uitslag. Afgelopen seizoen 2024 won hij driemaal de 2e prijs in sector 4. Een bijzondere prestatie die in de tijd dat ik stukjes schrijf (volgens mij) nog nooit door een andere liefhebber is gepresteerd. 2024 is een bijzonder jaar in deze, want Lucas Vokurka uit Lekkerkerk won naast twee 2e prijzen in zijn sector de 1e prijs op St. Vincent in sector 2. Maar snel terug naar de hoofdrolspeler van dit verhaal, Henri Hoeks. Henri heeft een geweldig seizoen achter de rug en heeft bewezen wat hij al veel vaker heeft bewezen. Hij is in staat topduiven te kweken en deze duiven ook tot grootse daden te brengen. In dit verslag gaan we meer vertellen over de achtergronden van deze successen.

‘De Wizzard’
Deze doffer behoort tot de beste duiven van 2024, zo niet de beste. Hij won in 2024:

  • 6e Vincent (1.185 km) tegen 469 duiven
  • 2e nationaal Bressols (4e van heel Nederland tegen 15.296 duiven)
  • 2e nationaal Bergerac (3e Noordelijke Unie tegen 10.751 duiven
  • 1e World Wide Pigeon over 2023 en 2024
  • 1e Nederlandse Marathonduif PiPa-ranking over 2 vluchten

De vader van ‘De Wizzard’ heeft veel bloed van Henri’s eigen toppers in de aderen stromen. Met vader is niet gevlogen. Hij komt uit ‘Max’ (o.a. 17e nationaal Orange) en ‘Zanza’ (o.a. 5e nationaal St. Vincent). De grootouders via de vader zijn ‘Shadowfax’ (o.a. 16e NPO Perigueux) en ‘Yolanthe’ (o.a. 15e nationaal Limoges). Verder komt er veel terug van ‘Het Goudoogje’.
De moeder van ‘De Wizzard’ is gekweekt bij Eddy Bloemen uit Staphorst. Zij is gekweekt uit zijn 1e nationaal Ruffec (‘Nelson’) met een duivin van Henri zelf. Deze duivin won zelf de 15e en 35e nationaal St. Vincent en is een geweldige kweekduif. Zij is lijnenteelt naar ‘De 700’ en is ook een kleindochter van ‘Het Goudoogje’.

 

Het seizoen
De stam duiven op het hok van Henri Hoeks heeft als basis twee koppels. Stamkoppel 1 bestaat uit twee duiven van Van der Velden: ‘De 700’ en ‘Cheeta’. Het andere koppel bestaat uit ‘De Samoerai’ met ‘De Oude Witpen’. Deze vier duiven zitten overal in en achter.  Hier is en wordt het ene jaar lijnenteelt mee gedaan en het andere jaar wordt er meer gekruist. Dat laatste is lastig, omdat deze bloedlijnen overal achter zitten. Vandaar dat de Jellema’s op het hok zijn gekomen om goed vers bloed in de stam te brengen. In het kweekhok zitten 11 kweekkoppels. Deze koppels bestaan uit bewezen duiven aangevuld met een paar kinderen van ‘De Wizzard’ en ‘Tuck’, omdat deze duiven van uitzonderlijke klasse zijn.
Het seizoen wordt gestart met ongeveer 50 vliegduiven. Henri is hier wel enorm afhankelijk van de roofvogel. Deze heeft heel veel invloed op het startersaantal van de vliegploeg.
De vliegduiven zijn half februari gekoppeld … gelijk met de kwekers. De oude vliegduiven hebben doodgebroed en de jaarlingen hebben de eieren van de kwekers uitgebroed en hun jongen grootgebracht. Zelf heeft Henri geen jongen uit de vliegers gehouden.
De duiven worden bij Henri niet verduisterd. Henri vertelt: ‘Doordat ik een moeilijk hok heb en er geen vorm komt in het voorjaar, wordt er niet verduisterd bij de doffers. De duivinnen worden wat afgeschermd tegen direct zonlicht, zodat het wel wat lichter is dan bij schemer. Na de langste dag wordt er bijgelicht niet voor de pennenrui, want die gaat gewoon door op het nest maar meer voor de hormonen.’
Na het grootbrengen van de jongen/doodbroeden zijn de vliegduiven een aantal weken gescheiden en wordt alles in één keer gekoppeld om zo weer rust op het hok te creëren.
Op de eerste marathonvlucht worden de vliegduiven op eitjes gespeeld en de tweede vlucht op een jong. De duiven worden nooit op grote jongen gespeeld.
Henri over de opleervluchten: ‘De duiven gaan, als het weer het toe laat, in het voorjaar iedere week mee tot en met de midfond. Bij koud weer en regen wil ik ze rustig thuislaten. Twee weken voor de eerste Marathonvlucht gaan ze voor het laatst mee en vanaf dan wordt er wekelijks gelapt op 60 km. De gezondheid van de duiven was prima, maar de duiven hadden het absoluut niet naar de zin in het voorseizoen. Dit kwam mede van de stress door de slechtvalk in de mei maand. Hieraan ben ik 20 duiven verloren in die maand: vooral jongen en twee topduiven die het jaar ervoor nog tweemaal Teletekst haalden. Toen de slechtvalk was verdwenen en de warmte en zon op het hok kwam, ging het in de maand juli echt hard. Ik speelde driemaal op rij de 2e nationaal in Sector 4 en landelijk waren ze ook zeer vroeg ondanks de 240 km overvlucht.’

… wordt vervolgd …