Door de inmiddels bekende omstandigheden zijn de duiven van St. Vincent vorige week gelost in Libourne. De plaats waar sinds vorig seizoen Bergerac wordt gelost. 150 km korter dan de originele losplaats. In het noorden van het land blijft de afstand toch gemiddeld rond de 1.015 km. Van de 1.050 duiven in sector 4 hadden Frank Huigens en Marc van der Molen de snelste duif. Zij klokten hun winnende doffer om 4.41 in de vroege zaterdagochtend op een afstand van 993 km. Ze hadden 5 minuten (omgerekend) voorsprong op de nummer twee, van Herman Brinkman uit Tuk. 8 minuten over 5 pakten zijn hun tweede duif. Deze duif eiste de derde plaats op. Een prachtig weekend voor deze mannen !!!
De winnende liefhebbers
Frank Huigens heeft al vanaf dat hij 10 jaar oud is duiven. Vanuit Bant presteerde hij al jaren ontzettend goed op de vitesse en de midfond vluchten. In 2019 viel het besluit om afscheid te nemen van de deze disciplines en volledig over te gaan op de marathon. Dit had alles te maken met de toenemende drukte van zijn werkzaamheden als zzp’er in de bouw. Marc van der Molen, woonachtig in Emmeloord, heeft ook al jaren postduiven, een liefde die hij van zijn opa heeft meegekregen. Helaas kon hij maar zelden mee doen op wedstrijdvluchten, vanwege zijn beroep als copiloot bij TUI, waardoor hij regelmatig van huis is.
Toen Marc op punt stond om het lidmaatschap bij de duivenvereniging op te zeggen ontstond het idee bij Frank om de krachten te bundelen en samen verder te gaan. Zodoende ontstond de Combinatie Huigens-van der Molen.
De winnende duif
De winnende duif kwam zaterdagochtend om 04:41 aan. Deze doffer wordt ‘De Tukkepoot’ genoemd. ‘De Tukkepoot’ is een schitterende roodkras doffer die vorig jaar een topprestatie leverde door de 1e NPO Dax te winnen. Hij kreeg zijn naam vorig voorjaar nadat hij per ongeluk met zijn poot tussen de klep van de voerbak vast kwam te zitten. Met als gevolg dat hij wekenlang mank liep. Uiteindelijk hield hij hier een afwijkende teennagel aan over. ‘De Tukkepoot’ stamt af uit broer ‘New Dream met Red Rose’ via Cees Nijdeken met een duivin van plaatsgenoot en topper Jan Grootoonk, ‘Miss Sophie’. Deze duivin won in 2016 een 3e Internationaal Pau tegen 9.932 duiven. Verder op in de stamboom vinden we ook ‘De Nygel’ terug. Een inmiddels legendarische superkweker van Jan!
Het nestspel beviel de mannen de afgelopen drie jaren uitermate goed op de overnachtvluchten. Zodoende hebben ze er ook dit jaar weer voor gekozen om de duiven op het nest te spelen. Ze zien dat dit de duiven ontzettend goed motiveert om snel naar huis te komen, wat bleek uit de resultaten van Limoges en Dax vorig jaar. ‘De Tukkepoot’ hebben ze dit jaar gespeeld op eieren van circa 14 dagen oud. De tweede duif zat op één jong van 7 dagen oud.
Het seizoen
Door middel van de jaarlijkse strenge selectie, komen alleen de beste duiven qua prestatie, vitaliteit en bouw in de vliegploeg terecht. Dit jaar werd er gestart met een kleine honderd duiven waarvan een groot aantal jaarlingen. De vliegduiven zijn voornamelijk afkomstig uit de lijnen van Jan Grootoonk, Frank Hage, Gerard Schalkwijk, Benno Kastelein, Koen en Sammy de Backer en Harold Zwiers. De vliegduiven worden allereerst gekoppeld in begin februari. Ze brengen dan allemaal één jong groot. Frank en Marc koppelen ze zo vroeg zodat de doffers goed op hun broedbak gericht zijn. Dit scheelt later in het seizoen een hoop ongemakken. Na het grootbrengen van een jong scheiden ze de duiven weer. Vanaf april vliegen de duiven het complete programma mee tot aan de eerste dagfond vlucht. Ze spelen ze dan in op weduwschap tot aan drie weken voor Limoges. Daarna worden alle duiven weer terug gekoppeld zodat ze op 10 dagen eieren zitten voor het inkorven van Limoges. Neststanden worden bij Frank en Marc niet verbroken. Dit doen ze zodat de duiven de pennen zolang mogelijk vasthouden.
Ook hadden de heren dit jaar voor het eerst de mogelijkheid dankzij Coen Brugman om de duiven in te korven op diverse oefenvluchten vanuit het eigen NIC. Mochten ze om één of andere reden niet toekomen aan een oefenvlucht via de NIC dan brengen ze de duiven zelf nog twee keer per week weg. Meestal wordt er gekozen voor Lelystad of Almere, wat goed is voor een kleine dertig tot vijfenvijftig kilometer. Zodoende proberen ze duiven een 1.500 tot 2.000 vliegkilometers te laten maken voordat ze op de eerste overnachtvlucht mee gaan.
… wordt vervolgd …
Recente reacties