Een duifkampioen in groot verband is een rijk bezit. Je ‘strijdt’ tegen een paar honderd liefhebbers die tientallen duiven op de kooi hebben, waar ze het marathonseizoen mee afwerken. Om van al deze duiven de beste te hebben, is een knappe prestatie. Bij de Marathon Noord is het extra bijzonder. Je kunt alleen de duifkampioen hebben als je deze duif ook telkens als één van de twee bovenste van de lijst zet. Er zit dus al een voorselectie aan gekoppeld van de beste duiven die deze liefhebbers op het hok hebben. Van deze 1.000 duiven of meer hadden Nanne Wolff en Frans Sellies de beste. Hun ‘Bauke’ won dit kampioenschap met een vrij ruime voorsprong, nadat hij een jaar eerder al de 3e nationaal Dax had gewonnen. Een echte kanjer!
Het seizoen
Met 50 vliegkoppels wordt het seizoen gestart. Daarnaast zitten er nog 40 koppels in het kweekhok. Uit lang niet alle duiven wordt gekweekt. Er genieten ook een aantal duiven van hun oude dag. Verder zitten er gekochte jongen uit topduiven en duiven die geblesseerd zijn geraakt.
Bij de kweek worden de goede lijnen tegen elkaar gezet. Er wordt sporadisch aan inteelt gedaan.
De duiven worden drie weken voor de eerste overnacht gekoppeld. De duiven die goed presteren mogen hun jong groot brengen. De duiven gaan eind oktober uit elkaar en worden niet gekoppeld voor het seizoen. Ze worden pas 3 weken voor de eerste overnachtvlucht gekoppeld en ingespeeld op weduwschap.
Om de duiven goed in de veren te houden worden de duiven bijgelicht na de langste dag. Dit is dan tot 23.00 uur. Het bijlichten stopt met de laatste vlucht.
Op de eerste marathonvlucht gaan de duiven mee op 10 dagen eieren. Daarna mogen sommige duiven de jongen grootbrengen. 14 dagen voor inkorven van de eerste overnachtvlucht gaan de duiven voor de laatste keer mee. Hierna brengt Bee van Kleef de duiven driemaal in de week weg.
Vanaf het begin waren de duiven goed gezond. De vorm komt op het hok wanneer het warm wordt. Nanne: ‘Opvallend is dat de laatste jaren vooral de tweejarige duiven de beste zijn.’
De verzorging
De duiven krijgen overwegend voer van Van Tilburg. De laatste week voor inkorving krijgen ze Turbo Energie van Matador. De duiven krijgen verder Omega vetzuur met Lecithine en Octacosanol over het voer. Octacosanol wordt gewonnen uit tarwekiemen. Nanne en Frans controleren de duiven regelmatig. Dat is logisch, want Nanne is per slot van rekening dierenarts. Ook veel andere liefhebbers doen bij hem een periodieke controle of als ze hun duiven niet vertrouwen. Nanne: ‘De medicamenten zetten we in wanneer dit noodzakelijk is. Deels eigen producten, deels producten van Belgica de Weerd. De nadruk wordt op preventie gelegd. Er wordt een vaccinatie tegen paramixo, pokken en paratyfus.
De jaarlingen die op het hok komen, die zijn opgeleid door compagnon Frans. Ze hebben al heel veel ervaring. Ze worden allen op de laatste jonge duivenvlucht gekorfd. Ook de natoer jongen (soms met een sprong van 200 km) krijgen deze laatste vlucht. Jaarlingen krijgen bij ons twee dagfondvluchten (waaronder één keer inkorven in Hank en één keer in de club) en twee overnachtingen. Een goed systeem. Bee van Kleef brengt de duiven weg en Frits Kanis helpt mee met de werkzaamheden in en om het hok. De duiven, die we klaarmaken voor de vlucht pak ik altijd uit het hok. Voor het hok beoordelen we de duiven samen en beslissen dan of een duif gespeeld kan worden of niet. Eigenlijk altijd komen we tot dezelfde conclusie. Meestal is Frans iets voorzichtiger met spelen van de duiven dan ikzelf. Waarschijnlijk vullen we elkaar hierin goed aan.’
… wordt nog één keer vervolgd …
Recente reacties