Kampioen worden is moeilijk … kampioen blijven veel lastiger. En als je nu een beter jaar hebt gehad dan in je kampioensjaar en je wordt toch geen kampioen? Dan mag je de kampioen feliciteren en trots zijn op je eigen duiven. Deze inleiding heeft betrekking op Bernard Brouwer uit Breda. In 2019 was hij onaangewezen Kampioen Marathon van de Afdeling 2 Brabant 2000. Dit jaar vloog hij weer heel sterk, in mijn ogen nog beter, en moest hij het 1e Kampioenschap laten aan zijn plaatsgenoot Wim Gielen. Wim gaat nog een mooie reportage krijgen en in dit verslag gaan we het jaar van Bernard eens nader bekijken. De uitslagen vroegen erom …

De liefhebber
Zoals u al kon lezen is de hoofdrolspeler van deze reportage is Bernard Brouwer (60 jaar) uit het land N.A.C., Breda. Bernard is in het dagelijks leven bouwvakker. Vanaf zijn jeugd zit Bernard tussen de duiven. Hij vertelt er zelf dit over: ‘Ik ben met de duivensport groot gebracht. Mijn vader had duiven en in bijna heel de buurt stonden de kooien zo goed als tegen elkaar. Ik ben zelfstandig begonnen met spelen bij de jeugdbond van onze vereniging C.C. Breda. De eerste duiven in mijn jeugdjaren kwamen destijds van mijn vader en liefhebbers uit de vereniging, die goed hun prijsjes wisten te pakken. Later, toen ik 18 jaar werd, mocht ik bij de GROTEN meedoen. Zoals ze dat destijds noemde in de C.C. Breda. Ik heb dus bijna mijn hele leven al duiven puur hobbymatig. De drang van het presteren was er in die tijd zeker nog niet. Zeker in die tijd gold voor mij de Olympische gedachte meedoen is belangrijker dan winnen. De echte drang om te presteren kwam pas veel later. Op het moment dat ik mij serieuzer met de duivensport ging bezig houden. Op het moment dat de drang om te presteren boven kwam drijven. Net als iedereen speelde ik de vluchten van de vitesse tot en met de dagfond. Dat ging de laatste jaren, voordat ik daarmee stopte, niet eens zo onverdienstelijk. Ik speelde in 2007 bijvoorbeeld nog 12 maal de eerste in onze sterke vereniging C.C. Breda. Eén duif uit die tijd was van uitzonderlijke waarde voor mij. Het was ‘The 698’. Hij kwam uit  ‘Den Hans 184’ van Hans Jansen uit Ulvenhout. Deze duif was van het soort Koen Minderhout en C van Herk & Znn. Het was een goede vlieger, maar een nog betere kweker. Uit ‘The 698’ kweekte ik 8 echte 1e prijsvliegers van Duffel (59 km) tot en met de Dagfond … ook in groot verband. Zijn nazaten deden het niet alleen bij mijzelf goed, maar ook bij clubgenoten die ik een jong uit deze duif had gegeven. Een duif waar je altijd met veel plezier aan terug blijft denken.
In 2010 heb ik deze duiven weg gedaan en ben langzaam over gestapt naar de Marathonvluchten.’

De hokaccommodatie
Hoeveel meter hok heeft u tot uw beschikking en hoe zijn de afdelingen verdeeld? Bernard: ‘Door ruimtegebrek heb ik één kooi op de schuur van 5 meter. Dit hok is verdeeld in twee afdelingen voor de weduwnaars. Verder heb ik een benedenkooi van 3,5 meter. Ook deze is in 2 afdelingen verdeeld. Eén voor 8 nestkoppels en één voor de jonge duiven. In de schuur heb ik een hokje van 1,5 meter voor de kwekers. Aan dit hokje zit een buitenren vast.’
Waar hebt u op gelet bij het bouwen van het hok? Verluchting, licht e.d.? Bernard: ‘De verluchting: Ik heb natuurlijk in die tijd verschillende hokken gehad en zoals iedere duivenmelker was ook ik regelmatig op zoek naar de ideale kooi en verluchting. In 2008 had ik weer een nieuwe kooi laten bouwen naar het Buitenhuis-model (met erkers). Ook deze kooi was een drama wat betreft de verluchting. Metname doordat deze kooi boven op de schuur staat en enorm weers- en windgevoelig is. Toen werd het wederom zoeken naar de juiste balans van klimaat/verluchting/en licht op dit hok. Ik heb hierover veel gelezen op internet en verschillende adviezen en mogelijke oplossingen de revue zien passeren. Hier zaten vaak tegenstrijdige opties bij. Ik weet: het is een moeilijke materie, maar ik houd altijd in mijn achterhoofd: iedere kooi is een kooi op zichzelf en heeft met vele factoren te maken. Daarom zal de juiste oplossing voor ieder hok verschillend zijn en is het de kunst hier juist op te anticiperen. 

Een paar toppers
 De eerste topper van 2020 was in 2019 ook al een topper. Het is ‘de 792’ van 2017 of wel ‘De Bonte. In 2020 won hij de 25e NPO St. Vincent tegen 1.524 duiven. ‘De Bonte’ won in 2019 de 1e N.P.O St. Vincent en de 12e Nationaal Sector 1. Afgelopen jaar was hij weer mijn 1e duif van St. Vincent en speelde de 1e prijs in onze sterke vereniging C.C. Breda en won hij de 25e N.P.O (Brabant-2000) tegen 1.524 duiven.
Zijn vader is een rechtstreekse Arjan Beens en zijn moeder is een dochter van de 2e Nationale asduif Marathon van 2015 van de Comb Verwaaijen.

De tweede topper is ‘de 957’ van 2018. Hij won de 13e NPO Bordeaux tegen 2.755 duiven. Zij is een nestduivin. De 13e NPO Bordeaux tegen 2.755 duiven was tevens goed voor een 23e nationaal tegen 10.637 duiven. Haar vader is een broer van ‘De 450’, 27e Nationaal duifkampioen van 2019, en haar moeder is een zuster van “Little Hero” allen uit de Arjan Beens lijn.

… wordt vervolgd …