… Als het goed gaat!
Het is helaas ook weleens anders. In de duivensport verlies je nu eenmaal vaker, dan dat je wint. Dat geldt tenminste voor de verreweg de meesten van ons.
Afgelopen seizoen was voor de marathonvluchten (in het bijzonder) een heel pittig jaar. De meeste vluchten waren zwaar. Als marathonduivenliefhebber had je afgelopen seizoen niet alleen goede duiven nodig, maar de gezondheid moest ook top zijn. Zonder deze twee aspecten kon je de vorm en goede uitslagen vergeten. Nu is de vraag: Is dat niet altijd zo? Ik denk het persoonlijk wel! Echter … met deze extreme omstandigheden (het is in 300 jaar niet zo lang … zo warm geweest) zijn de gevolgen groter, als de gezondheid en de klasse minder is dan noodzakelijk. Hokken die hebben geëxcelleerd beschikken over topduiven en hebben de duiven in een superconditie gehad, anders hadden ze dit met hun duiven niet kunnen presteren. Dus alle respect voor de prestaties van deze liefhebbers met hun duiven.

Duivenvrienden
In het vorige verhaaltje op Het Marathonduivenjournaal kwam de belevenissen van onze duivenvriend Corné voorbij en die van onszelf. De prestaties van François en Romy van den Herik uit Tilburg mogen niet onvermeld worden, als ik over onze duivenvrienden schrijf. François is al jaren ziek en het wordt helaas steeds minder. In het begin van het seizoen hadden we samen nog wel een planning gemaakt voor dit seizoen. Maar zijn gezondheid belemmerde hem het goed uit te voeren. Romy zag ook in dat het op deze manier niet goed ging en heeft in overleg met haar vader een nieuw plan met mij gesmeed. De bedoeling was om de vliegploeg op te splitsen in een groepje voor Bergerac en een groepje voor Cahors (wat Perigueux werd). Op Bergerac gingen vier duiven mee. Duiven die op jonkies werden ingemand.
Op zondagochtendvroeg viel de eerste duif bij vader en dochter. Het bleek de eerste van heel Tilburg te zijn. Natuurlijk een fantastische prestatie en een geweldige opsteker voor vader en dochter. Verder was het een bevestiging dat het duivenbestand van hen over voldoende kwaliteit beschikt. Een goed teken voor het volgende seizoen.
De week erna … Cahors. Omdat voor het weekend van Cahors erg warm weer werd voorspeld, gingen de jaarlingen van deze ploeg naar Chateuroux en ging er slechts één oudere mee naar Cahors, wat Perigueux werd. Deze kwam net na de prijzen.

Nog even terug naar de eerste prijs-winnaar van Bergerac. Achter deze duif zit een bijzonder verhaal. Deze winnares is er één van een koppel blauwe duivinnen uit één nest. De vader van deze duivinnen is ‘Ollie’, een doffer rechtstreeks van ons. Uit een doffer van Piet Heikamp met een duivin van ons oude soort, waarbij de Top Witpen 15 erg dominant in de stamboom aanwezig is. De moeder komt van een liefhebber, waar François veel jongen van heeft gekocht en waar hij weinig succes mee gehad heeft. De moeder van deze blauwe duivinnen is de enige die bij hem een prijsje heeft gewonnen en later kwam ze ook nog met een gebroken poot thuis. Zij verdween uiteindelijk van het hok. Voor François genoeg redenen om nooit en te nimmer vertrouwen in deze blauwe duiven te krijgen. Hij nam ze als jaarling een keer mee naar Veenendaal om ze door mij te laten keuren. Nu ben ik geen keurmeester en duiven afkeuren is niet mijn ding. Ik geef hooguit grote gebreken aan, maar die zie je zelden (zag maar gerust nooit) bij duiven die van verschillende vluchten netjes zijn thuisgekomen. Deze duivinnen waren prima duiven in de hand. Geen enkele reden om ze vooraf ‘een kruisje’ achter hun naam te geven. Ik dacht zelfs power in deze duiven te ontdekken. Ik zei nog tegen mijn maat met een grote glimlach: ‘Het zou me niet verbazen als deze duifjes jou op een Barcelona-vlucht een mooie dag gaan bezorgen … maar ik geef geen garanties.’ Ik sprak François in die tijd elke dag en hij kon het niet nalaten deze blauwe duivinnen af en toe af te kraken. Vorig jaar op Limoges nog. De één vloog een klein prijsje en de ander was te laat. ‘Veel te kort … Limoges … voor deze duifjes’,  zei ik nog. In de week van inkorven van Bergerac was ik bij mijn Tilburgse vrienden en ik kreeg de duiven in de hand. Duiven zagen er prima uit … niet super … maar zeker goed genoeg. Echter één van de blauwe duivin stak er wel bovenuit. Ik zei tegen Romy: ‘Zet die blauwe duivin maar tweede en die donkere doffer eerste (omdat die meer ervaring heeft en al eens op tijd is geweest).’ Romy vertelde mij dat de ‘mooie’ blauwe duivin een nieuwe liefde heeft en misschien dat dit haar zo in vorm heeft gebracht. Dat zou zo maar kunnen.

Op zondagmorgen belde Romy mij dat zij de eerste melding van Tilburg hadden van Bergerac en bij de eerste 200 meldingen nationaal tegen ruim 16.000 duiven (dat werd uiteindelijk de 207e nationaal van heel het concours). Fantastisch !!! ‘Die blauwe duivin zeker’, zei ik nog. Dat werd vanuit Tilburg bevestigt. En het was niet eens Barcelona! Mijn dag kon in ieder geval, net als die van mijn vrienden in Tilburg, niet meer stuk!

… wordt vervolgd …