De afgelopen weken heb ik wat vragen verzameld en zelf bedacht. Uit deze vragen heb ik een vragenlijst gemaakt voor de liefhebbers, die dit gaan beantwoorden. Als u nog aanvullingen hebt, wil ik dit zo spoedig mogelijk weten. Zodat de serie over kweken volgende week van start kan gaan. Suggesties graag per mail of via contactformulier naar mij zenden. Deze vragenlijst wil ik naar betrokkenen sturen:
Beste marathonspeler,
Binnenkort wil ik verder gaan met de serie over Kweken. Ik wil u een paar vragen stellen hoe u uw koppels samenstelt, waar u de jongen uit haalt. Ik heb de lezers van het Marathonduivenjournaal gevraagd wat vragen op te sturen en natuurlijk heb ik zelf ook wat vragen toegevoegd. Kunt of wilt u geen antwoord geven op een bepaalde vraag, dan slaat u die gewoon over. Kweken is een belangrijk onderdeel van onze hobby. Ooit las ik een op het stamkaartenbakje van een topper: ‘Vliegen is zilver en kweken is goud’ Deze topspeler heeft ook een kolonie duiven opgebouwd waar ook veel andere liefhebbers plezier aan hebben beleefd.
Nu de vragen:
- Zit er verschil tussen het kweken van snelheidsduiven en marathonduiven?
- Met hoeveel koppels begint u het seizoen in totaal en hoeveel kweekkoppels zitten daarbij? Hiermee bedoel ik de koppels waar jongen uit gehaald worden, dit kunnen ook vliegduiven zijn natuurlijk.
- Hoeveel jongen kweekt u voor ‘eigen gebruik’?
- Wanneer koppelt u doorgaans?
- Hoe bereidt u de duiven voor op de kweek qua voer en eventuele bijproducten en/of medicijnen?
- Wat voert u de duiven als ze de jongen aan het spenen zijn? Krijgen ze bijvoorbeeld extra erwten of bijproducten als P40 of TOVO?
- Hoeveel rondes kweekt u uit bepaalde koppelingen?
- Koppelt u de kweekkoppels binnen het jaar één of meerdere keren om?
- Blijven bewezen kweekkoppels op elkaar staan of probeert u met deze duiven ook andere combinaties?
- Let op u op de leeftijd van de duivin hoe vaak ze mag leggen in een jaar?
- Wat is de basisfilosofie van uw kweekmethode?
- Kijkt u bij het kweken naar bouw?
- Mag er een mankement in de bouw zitten bij een duif waar u mee kweekt? Een stuitje wat iets openstaat en matige rug e.d.
- Doet u aan compensatie kweek?
- Moet de doffer en duivin in de koppeling een verschillend kleur ook hebben?
- Kijkt u bij de kweek naar de ogentheorie? En bijvoorbeeld naar de vorm en plaats van de pupil?
- Ziet u een oude kweekduif (7 jaar of ouder) bij voorkeur tegen een jongere partner (jaarling of 2-jarige)?
- Kijkt u bij het kweken naar wilskracht (zoals wringen in de hand)?
- Kweekt u alleen uit prestatieduiven?
- Als u kijkt naar prestatieduiven, kweekt u dan ook uit de kinderen of zelfs kleinkinderen van de toppers?
- Kweekt u alleen uit goed x goed?
- Als u duiven aanschaft of ruilt met andere liefhebbers voor de kweek, waar kijkt u dan naar? Of moeten alle ‘nieuwe’ duiven eerst presteren voordat er uit gekweekt wordt?
- Zet u weleens twee ‘nieuwe’ duiven op elkaar? Of zet u een ‘nieuwe’ duif altijd tegen een duif van uw eigen stam?
- Wat vindt u van de stelling dat er een rode duif ingebracht moet worden in een stam met veelal blauwe en krassen? Dit zou moeten om de stam meer kracht te geven.
- Probeert u weleens snelheid in uw marathonduiven te kweken door snelheidsduiven in te kruisen? Waarom wel of niet?
Inteelt doen liefhebbers om de beste eigenschappen van de topduiven vastleggen door de koppeling vader-dochter, moeder-zoon of broer-zus.
- Doet u aan inteelt? Zo ja, gaat u met de jongen eruit ook vliegen?
- Zou u een duif intelen op basis van bouw of wilskracht zonder dat deze duif gepresteerd heeft?
- Als u inteelt gaat u dan terug naar de ouder of pakt u een kind van de duif om tegen de betreffende duif te zetten?
- Zet u ook weleens broer x zus?
- Heeft u een goede kweker, wat een inteeltproduct is?
Lijnenteelt heeft Gert Jan Beute in een bepaalde Koerier-dvd weer onder de aandacht gebracht. Hierbij ga je uit dat een goede doffer zijn goede genen voor een groot deel doorgeeft aan een dochter en een goede duivin aan een zoon. Je kunt dit dan doortrekken en de eigenschappen van de topduif vastleggen door een dochter van een goede doffer te koppelen aan een kleinzoon, die uit een andere dochter van dezelfde goede doffer komt. Een bij een goede duivin: een zoon tegen een kleindochter uit een andere zoon. Als je dit met verschillende kinderen en kleinkinderen van een topper doet, kun je de nazaten van verschillende lijnenteeltkoppelingen op elkaar zetten om de eigenschappen van de oorspronkelijke topper vast te leggen.
- Denkt u dat een topper de goede eigenschappen voornamelijk doorgeeft aan het andere geslacht?
- Doet u aan lijnenteelt, precies zoals hierboven beschreven?
- Zo ja, speelt u met de jongen hieruit?
- Als u een duif aanschaft van een ander hok voor de kweek, pakt u dan een zoon van een goede duivin of een dochter van een goede doffer of kijkt u daar niet naar?
- Probeert u dmv lijnenteelt de goede eigenschappen van uw stam vast te houden?
Kruisen van stammen met verschillende achtergronden
- Kruist u veel met koppelingen?
- Hoeveel verschillende soorten mogen er in een koppeling zitten?
Wilt u tot slot uw beste kweekkoppel van het moment voorstellen. Graag een foto en een stamboom van het koppel en het verhaal hoe u deze koppeling heeft samengesteld en natuurlijk wat hebben de jongen uit dit koppel gepresteerd.
Ik dank u voor uw medewerking.
Wilt u de antwoorden, stamkaart, foto’s opsturen naar marathonduivenjournaal@gmail.com
Met vriendelijke groet,
Jaco van Nieuwamerongen
Recente reacties