Het vervolg over duivenkastelen. Het eerste deel is gepubliceerd op woensdag 24 februari jl.

 

Soms vergeet je wat je bezit en vind je het op een dag terug. Dat gaat voor mij met dit boek trouwens ook op.

Voor de rest: ik ben geen sterspeler, in mijn hokken zitten geen vogels op een peperdure transfer te wachten. Maar wie weet, word ik op een morgen wakker, kijk ik in de spiegel en ben ik beroemd.

Om een indruk te krijgen van de vreemdsoortige duivenhuizen moet je maar eens goed kijken naar bijgaande afbeeldingen. Denk je eens in dat jouw  kampioenen op zulke  duifkastelen gehuisvest zijn.

Cor4

De duiven in vroeger tijd natuurlijk hield  men vanwege de  consumptie maar vooral voor de mest, die gebruikt werd op akker en tuin. Duivenpoep  zorgde voor een voorspoedige groei van de gewassen. Ik weet niet of de groente toen ook anders of beter smaakte. Het zou kunnen!!!!

Cor 1

In een oogopslag wordt natuurlijk  helder dat dit soort fraaie duivenonderkomens minder geschikt moet zijn voor wedstrijdduiven. Stel je eens voor dat  de postduivenman van tegenwoordig zijn succes en kampioenschap zou moeten verdienen terwijl zijn duiven gehouden werden op zulke karakteristieke maar onpraktische duivenverblijven.  Hoe moet je   renpaarden van het luchtruim dan motiveren. Weduwschap wordt een probleem.  Hoeveel kleine antennes zijn er nodig om electronisch te constateren. Zo zullen er veel praktische bezwaren zijn .  Over een ding hoeven niet bezorgd te zijn. De duiven zullen ook van diep uit Frankrijk feilloos de weg naar hun til vinden precies op het klepje bij hun voordeur, eh vlieggat, landen.

Cor2

© c.u.

ps

Mijn spellingscontrole vermeldt dat het woord duifkastelen fout is of niet bestaat. Die geeft als mogelijke alternatieven: fuifkastelen en duitkastelen. Daar heb ik nog nooit gehoord maar ik kan me er wel iets bij voorstellen.

 

Taubenhauser, Taubenschlage (Rosenheimer Raritaten) (German Edition) (German) Hardcover – 1978