Sinds een week is ene Momfer de Mol superactief in mijn achtergrindtegeltuin. Daar ben ik niet blij om. Het fundament van mijn duiventillen  wordt ondermijnd.

Laatst las in ons  veelgeprezen duivenblad een column van de  Groningse Paul G. in de rubriek ’Uit het Duivenleven gegrepen’. Het ging over wespen en ‘t had eigenlijk geen spat met postduiven te maken.

Daarom kan ik  hier best over mollen schrijven, dacht ik zo! Bovendien de loopgraven die Momfer aanlegt  bedreigen het evenwicht van mijn hokken. En ik zie het al voor me hoe na een winter en een voorjaar met hevige slagregens mijn duivenhuizen voor- en achterover hellen, hoe alle grindtegels verzakken. Misschien worden de duiven duizelig, krijgen evenwichtstoornissen en gaan hyperventileren. Het is maar zeer de vraag of mijn wedstrijdvogels dan nog zin hebben zich  in te spannen voor de overwinning.

Kortom langs de onderrand  van  het hok  en rond de voet van de regenpijp zie je grote molshopen.  Ongelooflijk hoeveel bergen zand die ellendeling verzet.  Als een miniatuur boor- graafmachine  legt hij in rap tempo ondergronds een stelsel van gangen, buizen en tunnels aan waarbij de bouwers van de Amsterdamse metro kleine jongens zijn.

Wie is die mol!. Leeft hij hier alleen of is er het plan om met een mollenwijfie een riante ondergrondse kraamkamer in te richten. Hoe maak ik mijn Momfer duidelijk dat ie ophoepelen moet! Vaak is ’t ook een vrijgezel, een mol die single is, en vooral die schijnen hun territorium met hand en tand te verdedigen. ’t Kan zijn dat ze extra gefrustreerd zijn door hun eenzame status.

Deskundigen vertellen me dat ik een lege wijn- of jeneverfles op de kop in zo’n mollenhoop- of gang kan steken of rigoureus een klem moet zetten. Zo’n mollenval heb ik niet en ik betwijfel of Mollemans allergisch is voor het geluid van een omgekeerde fles en schrik heeft van de geur van sterke drank. Dus weet ik me voorlopig geen raad!En wat die Groninger Wespen- Paul betreft. Die prikbeesten zijn peanuts vergeleken bij mijn mol. Trouwens als hij me nou even gebeld had voor hij in de pen klom dan had ik nog een anekdote over duif versus wesp gehad.

Al weer wat zomers geleden kreeg mijn oude waardevolle kweekdoffer bijgenaamd,’de Botter’  een wespensteek in zijn linkerpoot. De arme duif ging pikken, hinken, hupsen en trappelen dat het een lust was. Het leek wel of hij de Charleston of Rock en Rol danste. Waarom die duif de Botter gedoopt was ? Wel ik had hem gekocht van een visser uit Spakenburg en die z’n vader had een botter. De naam  lag  voor de hand.

Nog nooit van zo’n bezopen duivennaam gehoord! Akkoord ik snap dat  bijnamen als: Barcelona King, Purple Rose, de Kannibaal, Miss Money Penny,en  Pretty Woman  veel interessanter en commerciëler zijn. Maar ik hou nu eenmaal van andere  erenamen.  De naam Momfer komt uit de Fabeltjeskrant. Wie weet noem ik de komende zomer een doffer Momfer en geef  zijn vrouwtje de roepnaam Dolly of Zaza, naar de  dikke duif en kakkerlak uit Pluk van de Petteflet van Annie M.G Schmidt.  Tja, en mijn tuinmol! Voor mijn poes Gina is hij een maatje te groot en Bella de hond is doof en bijna blind. Op hen hoef ik niet te rekenen.  Enfin: komt tijd komt raad.

©cu