Of zoals ze vroeger zeiden: ‘het schiften op de kot’. Voor mij misschien het grootste struikelblok in de duivensport. Neem Orange vorig weekend. Er gingen acht strijders de mand in. Twee van die acht zijn broers, de 136 en de 137. Op het hok zijn de gebroeders juwelen, zowel binnen als buiten, een lust voor het oog. Op de voorbereidingsvluchten komen ze goed af, en zelfs als jaarling pakken ze beide prijs op de relatief snelle Ruffec en Bergerac. Pa en ik wreven tijdens de winter al in de handen, deze rooie heren zouden de boel wel even gaan opknappen. Ze hebben een echt zware vlucht nodig om te floreren, dachten we. En die kregen de broers, Perigueux! We hoopten hoge ogen te gooien. En toen was het zover. Piep zei het klokje, 15.30.13, ik zag de andere broer in de lucht. Tweede piep, 15.30.36. In iets meer dan een halve minuut waren beide heren op appel. Goed voor de 158e en 159e plaats tegen 1168 duiven. Misschien zijn we verwend, maar met onze hoge verwachtingen, waren we een beetje teleurgesteld in de nestmaten. De weken vlogen voorbij, bijna tijd voor Orange. Ze leken weer tip top, en meerdere malen zeiden pa en ik: ‘Ze moeten het toch een keer laten zien’, en ‘Het verbaast mij dat geen 1 van de 2 een keer echt kop heeft gevlogen’.

Op Orange had ik binnen twee en een half uur 5 van de 8 strijders terug. Er misten 3: de twee broers en een doffer van ‘13. Die doffer van ‘13 pakte vaak staartprijsjes, zo een die soms handig is voor de punten, maar je zeker niet beroemd maakt. Ik wilde hem niet opruimen (gaan we weer). Maar zijn eerste ochtendlossing is hem dus waarschijnlijk de doodsteek geworden… De broers waren ook op zondag nog weg. En dan komt het, wat doe je als er 1 terug komt? Als je duiven genoeg hebt, moet ‘ie er dan niet gewoon uit? Ik riep nog stoer tegen pa: ‘Als 1 terug komt, kan hij er gewoon uit’. Ik had het eigenlijk niet meer verwacht, maar dinsdagochtend was er dan toch 1, de 136. Natuurlijk bracht ik hem niet weg. Hij werd meteen in de watten gelegd, was leeg, maar zeker niet mager. De reden van vertraging was mij nog niet eens opgevallen… Maar ik kon hem toch niet weg doen. In de avond zagen pa en ik dat hij een behoorlijk stuk veren mistte op de rug, geluk gehad? Ik zeg niet dat hij anders prijs had gevlogen, maar het heeft hem vast van zijn stuk gebracht. Laten we hopen dat hij volgend jaar dan als 3-jarige het waar gaat maken, wat wij al 2 jaar in hem zien… Ditmaal alleen zonder zijn broer, een halve minuut later achter hem aan.

Maar al dat getreuzel met uitselecteren heeft mij geen windeieren gelegd. Drie duiven die als jaarling bij de meeste ‘grote hokken’ eruit zouden gaan, hebben hier al eens voor mooi weer gespeeld.
De eerste is mijn tamme doffer. Over de ‘snelle Ruffec’ deed hij als jaarling een maand. Hij kwam broodmager terug en had een zeer nat oog. Ik heb hem weer  opgelapt, samen met de twee doffers die ik hieronder ga beschrijven en heb hem weer ingespeeld op de natour.  Dit jaar vliegt hij op Limoges de 29e NPO tegen 825 duiven, hij was daarmee mijn eerste duif. Op de zware Dax was hij helaas te laat, hij kwam zondagochtend. Nu mag hij op Cahors nog een keer laten zien wat erin zit.
De tweede is mijn ‘witstaart’ (halfbroer Slagschip). Die kreeg als jaarling een zware Orange voor de kiezen. Hij strandde in België. Na twee weken kreeg ik bericht. De man zou hem een week oplappen en dan weer losgooien. Hij kwam thuis, ik zag dat hij gegrepen was geweest in de flank. Ook hij werd weer ingespeeld dat jaar op de natour. Dit jaar speelt hij al: 182/825 Limoges, 55/1168 Perigueux, 39/405 Orange.  Daarmee staat hij ook 19e duifkampioen in de afdeling. Ook hij mag nog 1 keer laten zien wat hij in huis heeft op Cahors.
De laatste is ‘de Giraffe’. Deze doffer onderging ook als jaarling de ochtendlossing Orange. Na twee, drie weken kreeg ik bericht van een particulier uit Brabant. Er zat een duif, de 170, in hun tuin. Omdat het een particulier was, wilde ik meteen een koerier regelen. Maar dit zou niet lukken vertelde de vrouw. Ze hadden hem niet gevangen en konden hem ook nergens meer vinden. Na twee dagen belde ik de vrouw terug. Ik werd afgewimpeld, duif niet gezien, ik moest niet weer bellen. Het einde van de Giraffe? Ik geloofde mijn ogen niet, maar na nog een extra week, zat de donkerkras-langnek weer op de plank. Over Brabant-Assen deed hij dus vrij lang, maar ook hij kwam daarna van de natour gewoon terug.  Dit jaar speelde hij op Limoges de 85e tegen 825 en was mijn tweede duif. Als klap op de vuurpijl vloog hij op Perigueux de 6e plaats tegen 1168 duiven en was tevens de eerste in afd. 10 Noord.

Ik had duiven genoeg, maar besloot toch om ze te laten zitten. Enerzijds omdat ik simpelweg veel te zacht ben voor de sport, anderzijds omdat ik er toch wat in zag…
Deze drie doffers hebben hun dankbaarheid getoond, ik vind het mooi om er op die manier naar te kijken. Ik hoop dat zo’n rode 136 dat ook nog eens in de toekomst gaat doen.

Sommigen zeggen dat je snel en snoeihard moet zijn met selecteren, maar denk ook eens terug aan bovenstaande…

Succes op de laatste vluchten,

Fabian