Rob van Moorselaar uit Wadenooijen is al zeker 20 jaar een vaste waarde bij de kampioenen op de meerdaagse fond van de afdeling 7. Hij bouwde zijn stam duiven op met de geweldige duiven van Ben Kooijman en zijn toenmalige schoonzoon Ruud Korrel. Daarna kwamen er andere duiven bij (Lazeroms via Willem van Breene uit Driebergen en Van der Wegens via Hennie Wennekes uit Tiel), die deze ingeteelde stam prima aanvulde. Rob smeedde hier een sterk hok met duiven van. Genoeg redenen om Rob te laten ‘praten’ hoe hij over selecteren denkt …

 Rob: ‘Ik selecteer alleen op prestatie van de duiven … dit gebeurd in principe van het 2de levensjaar. Duiven die als jaarling meerde keren echt te laat komen en dan bedoel ik 1 of 2 dagen na het sluiten van het concours verdwijnen ook.’

Hoe doe je dat met kweekduiven? ‘Ik kweek in principe 3 jaar uit kweekduiven en dan moeten er jonge uit zijn die kop hebben gevlogen, raak ik ze als jonge duif al kwijt dan is het snel bekeken en worden ze verwijderd. Kweekduiven moeten wel meerdere duiven gegeven hebben die goed vliegen en niet 1 of 2. Er zijn bij mij duiven die ik wel 10 jaar of meer voor de kweek heb behouden. Hierdoor heb ik wel een stam duiven die erg aan elkaar verwant is.’

Wat is de reden om een goede vliegduif tot kweker te promoveren? Is dat afhankelijk van vliegprestaties of zijn de prestaties van zijn of haar nazaten belangrijker? ‘Bij mij gaat niet iedere goede vlieger naar het kweekhok. veel goede vliegers geven jongen die later ook goede vliegers worden. Uit de goede vliegers worden ook ieder jaar jongen gebroed en zo kijk ik of ze na hun vliegcarrière naar het kweekhok gaan. Er zijn duiven die bij mij  erg goed gevlogen hebben en regelrecht afgevoerd zijn, omdat ze simpel weg geen goede duiven gaven.’

Selecteren kun je alleen op prestaties of ook op bouw, vitaliteit, ogentheorie of iets anders? ‘Ik selecteer voor 85% op prestatie en 15% op een bouw en pluimen. Een duif de moet presteren moet mijn inziens goed gebouwd zijn en een gladde pluim hebben. Wel doe ik al jaren aan maankweek en dat bevalt mij prima. Ik ken na genoeg geen verliezen bij de jonge duiven en kweek jaarlijks meerdere bruikbare, goede en soms hele goede duiven. Ik kweek jaarlijks ca 30 tot 35 jongen duiven en raak er gemiddeld over de laatste 10 jaar 5 tot 10 % kwijt.’

Waar selecteer jij op als je naar de bouw kijkt: Hoe belangrijk is de stuit, Gesloten/open, rug, spieren en voorarm? ‘Ik kijk bij de kweek van mijn jonge duiven naar de stuit. Deze moet dusdanig  gesloten zijn dat er een kleine opening van ca 3 mm tussen de botjes zit. Ook mag er maximaal 1 vinger passen tussen het borstbeen en de stuit. Ik zie graag een korte voorarm. Lange borstspieren zijn voor een goede fondduif noodzakelijk … mijn inziens.’

Vliegduiven moeten een gesloten stuit hebben vinden veel liefhebbers … wat vind jij? Hoe zit dat met kweekduiven? ‘Een gesloten stuit bij goede vliegduiven is een must ,maar duiven die goed getraind zijn hebben dit hebben dit ook. Bij kweekduiven is dit als ze jong zijn vaak het geval alleen als ze ouder worden komt het wel eens voor dat de duivinnen de stuit wat minder sluit.’

Selecteer je zieke duiven er gelijk uit? Zo ja, waarom? ‘Ik heb eigenlijk zelden last van zieken duiven. Duiven die ziek zijn, worden niet direct verwijderd. Zeker bij de oude niet. Jonge duiven die ziek zijn krijgen 1 week de tijd om op te knappen gebeurd dat niet dan worden ze verwijderd. Als ze voor een 2 keer ziek worden dan gaan ze er ook uit.’

Jonge duiven die na enkele weken (zwerven) weer thuis komen. Aanhouden of uitselecteren? ‘Jonge duiven die 1 of meerdere dagen weg zijn geweest blijven hier gewoon zitten. Ik heb er geen moeite mee als ze avonds niet thuis zijn of een paar dagen weg zijn, vaak worden ze er niet dommer van en raak je ze ook niet gauw meer kwijt. Het moet echter niet zo zijn dat ze regelmatig weg zijn en dan weer terug komen want dan is het afgelopen.’

Hoe belangrijk is de ogentheorie bij de selectie? De verkenningscirkel … bepaalde streepjes? ‘Wat betreft de ogen theorie kan ik kort zijn, ik heb daar geen verstand van. Ik heb mij hier ook nog nooit mee bezig gehouden eerlijk gezegd.’

Kijkt u naar het volgende: Moet bij een duif de vleugel (dus de achterste broekpennen) op de rug rusten? Kijkt u naar de verspringing tussen de laatste broekpen en de eerste slagpen? ‘De gehele vleugel van een duif moet stevig aan voelen ik wil hier mee zeggen dat de vleugel goed aan moet sluiten op de rug maar ook dat als je er met je vingers van onder tegen aandrukt deze er niet moeiteloos door heen steken. Ook zie ik graag dat de laatste broekpen aansluit op de eerste slagpen.’

Rob, bedankt voor je duidelijke en goed onderbouwde visie op selecteren.