De monoloog van Jan Verstegen is goed bevallen. De volgende liefhebber die laat lezen hoe hij ervoor staat is Bob Janssen. Een kanjer uit Bergambacht …

Bob Jansen: ‘Zo de winter zit er weer op. De vakanties ook. Ik heb een afspraak met mijn vrouw dat we alleen in de periode september t/m maart een paar keer op vakantie gaan. Het zomerseizoen is voor de duiven. Natuurlijk genieten we ook dan in eigen land van de “stralende” zomers die we de laatste jaren hebben gehad. Voor de duiven gaat nu echt beginnen. Het was al wel een beetje begonnen, want ik had de zogenaamde kwekers al in januari gekoppeld. Die koppeldatum kies ik altijd zo dat ze op eieren zitten als ik weg ben. Lekker makkelijk voor de vriend die ze verzorgt als ik er niet ben. Van mijn 25 koppels kweekduiven leg ik altijd van een paar koppels de eieren over onder nieuwe probeersels. Nu heb ik een dikke veertig jongen die mooi het jonge duivenprogramma kunnen volgen, zodat ik het jaar erop in ieder geval een mooi ploegje ervaren jaarlingen heb. Van een paar van de oudjes (drie doffers van 2006) waren de eieren onbevrucht. Van twee ervan ook de tweede keer. Dat zou wel eens gebeurd kunnen zijn. Dat verbaast me niet. Hun vader, de absolute stamvader van mijn hok (afstammelingen vlogen meer dan vijftig keer bij de eerste 100 nationaal) heeft ook maar tien jaar bevrucht. Wel heb ik dit jaar de kwekers twee weken bijgelicht tot acht uur ’s-avonds. Het geeft toch wel een duidelijk verschil. Gemiddeld drie dagen eerder eieren dan vorig jaar, toen ik niet belicht had. Als ik begin met bijlichten ga ik ook over op het voeren van Beyers kweekmengeling. Geleidelijk gaat ook het percentage paddy/gerst terug van ca. 50% naar ca. 10%. Dat blijft er het hele jaar door, evenals de P40 korrel.

In de loop van deze week ga ik de vliegers koppelen. Het heeft er alle schijn van dat  het er prachtig weer voor gaat worden. Ook ga ik weer voorzichtig beginnen met trainen zodra ze goed gekoppeld zijn. Ik had me voorgenomen om dit jaar wanneer ik in de winter thuis was ze zoveel mogelijk eruit te laten. Maar ook dit jaar heeft de roofvogel daar weer een stokje voor gestoken. En het leek zo goed te beginnen. Tot december geen duif kwijt. Maar toen was het opeens mis. In een paar dagen was ik er vijf kwijt, waaronder mijn meest veelbelovende jaarling. Dus toch maar weer vast gehouden. Van de vliegers kweek ik bijna geen jongen. Alleen van een paar echte goede leg ik de eieren over naar een paar koppels jaarlingen. Die kunnen dan mooi gespeend worden tegelijk met de volgende ronde van de kwekers.  Van deze ronde gaan er een aantal naar de kopers van de door mij geschonken bonnen. Deze ronde jongen wordt opgeleerd op de nalijn. In principe gaan al mijn jongen zo veel mogelijk mee op de programmavluchten in de vereniging.

Bij deze twee ronden jongen komen er in de zomer nog een aantal uit mijn beste koppels. In totaal kweek ik op deze manier ca. 100 jongen voor mezelf. Hiervan houd ik er ca. zestig over waarvan er na selectie zo’n veertig mogen overwinteren.

De oude duiven gaan ook zoveel mogelijk mee in de vereniging. Omdat ik nest speel moet er natuurlijk af en toe wel eens een thuis blijven. Ook van de meerjarigen houd ik er wel eens een thuis. De jaarlingen moeten echter wel elke week mee als dat kan. Vanaf begin juni wordt ik een stuk selectiever in het meegeven met de vereniging. Dan probeer ik ze zelf op zaterdag of zondag een kilometer of vijftig weg te brengen. Ik had me voorgenomen om ze dit jaar ook een paar keer in Hank in te korven. Nog maar eens kijken hoe dat zich allemaal gaat ontwikkelen.

Versterking heb ik afgelopen winter gehaald bij Jan Schreurs uit Nieuw-Vennep. Ik kocht op zijn verkoping een dochter uit zijn stamvader gekoppeld aan zijn eigen dochter. Ook kweek ik nu samen met Jan uit zijn Narbonne. Deze won 2e nationaal Narbonne ZLU en 15e nationaal Agen ZLU. Dit is weer een kleinzoon van Milos, een topkweker van Verweij- de Haan. Op deze doffer staat mijn 1e nationaal Cahors. Daar zou toch wat moois uit moeten kunnen komen nietwaar? Verder haal ik een paar jongen op bonnen. Hierbij o.a. een bon van Joeri Krijgsman uit Krimpen a/d Ijssel. Die rolde afgelopen jaar Agen ochtendlossing op in ons inkorfcentrum. Ook heb ik nog een zoon bijgehaald uit de Daan, 1e internationaal Agen bij Jos Pepping. Deze Daan zit tegenwoordig bij Ronald Geerdink.

Seizoen 2017 is nu weer echt begonnen. De zon schijnt aan de hemel, de zon schijnt in mijn hok en de zon schijnt in mijn hoofd. Ik heb er zin en vertrouwen in.