Het is half augustus … de marathonvluchten 2023 zitten erop. Tijd om na te denken over: Hoe is het gegaan; Waar liggen de verbeterpunten; Waar heb je geen invloed op?
Elk seizoen is op zichzelf bijzonder en ook het seizoen 2023. Na enkele weken koud weer, ging ook nog eens de wind naar het Noorden. Ook de eerste marathonvluchten waren vluchten waar de duiven moesten werken. Daarna kwamen er ook makkelijkere vluchten en de laatste weken hadden de duiven, maar zeker ook de lossingsverantwoordelijken, te maken met regenbuien. Vooral in het weekend van Bergerac en Narbonne waren de vluchten talrijk en hadden de lossingen (achteraf! en misschien ook wel vooraf) beter gekund. Vooral de lossing van Narbonne, komt bij mij na Narbonne 2022 (wat een andere inrichter was) op ‘De Dwazenlijst’. Lossing een dag later en de duiven uit het Noorden van België, Duitsland en heel Nederland hadden veel minder water te verwerken gekregen.
De Inspeelvluchten
Hierdoor werden de inspeelvluchten lastiger. Dat betekent niet alleen dat de duiven er meer energie in moeten steken om thuis te komen, maar ook dat de duiven lager gaan vliegen en meer obstakels tegenkomen. En als ze in grote groepen naar huis toe gaan, dat is op de kortere vluchten zo, dat de eerste duiven van zo’n groep de obstakels ontwijken en dat de latere duiven in de groep daar de tijd niet voor hebben en tegen die obstakels aanvliegen. Deze duiven zie je 9 van de 10 keer nooit meer terug. Dit zijn niet alleen de mindere duiven. Goede marathonduiven zijn op het korte werk vaak volgers in de middenmoot. De ene liefhebber heeft meer geluk en minder verliezen, zelfs helemaal niet (als je ze moet geloven) en anderen zijn regelmatig een duif kwijt. Als je het aan mij vraagt, mag er in het begin van het seizoen meer wind achter zijn … de duiven vliegen hoger en komen minder obstakels onderweg. Een ander voordeel is de ontwikkeling van het oriëntatievermogen van de duif. Met wind achter vliegen de duiven natuurlijker sneller en moeten ze sneller schakelen als ze in de buurt van het thuisfront komen. Schakelen ze te langzaam dan schieten ze door en dan moeten ze uit een andere richting terugkomen, wat op zich ook goed is om te leren … al moeten ze er geen gewoonte van maken. Kortom het zou mooi zijn als er niet elke week een trainingsweek met kopwind is, maar ook regelmatig een vlucht met de wind op de staart. Maar we hebben daar geen invloed op!
De Inspeelvluchten bij ons
Eind april vonden wij de tijd rijp om met onze vliegduiven te starten met inspelen. Daarin hadden we twee groepen: de ervaren duiven van twee jaar en ouder en de onervaren duiven, die bestaan uit jaarlingen en late jongen van 2021. De eerste groep was 35 duiven groot en de tweede groep was net iets meer dan 40.
In het laatste weekend van april ging de groep met ervaren duiven naar Quievrain. Achteraf een week te vroeg. De duiven waren in de weken ervoor om de dag een keer per dag los geweest en ze zaten ook nog niet in de trainingsmodus. Dit is wel nodig om ze in het ritme te krijgen. 20 minuten na de eerste duif van onszelf was net iets meer dan de helft van de duiven thuis, dat hoort op een vluchtje van 220 km 80% te zijn en er bleven uiteindelijk ook nog een paar duiven achter. Leermoment 1: Eerst bij huis dagelijks goed laten trainen en dan pas inkorven … zelfs bij ervaren duiven. Het grappige van trainingsvlucht 1 dat de 2e duif van Barcelona (later in het seizoen) eerst op het hok was en de eerste duif van Pau als tweede. Een week later op de tweede vlucht ging het stukken beter. De eerste duif zat aardig goed in de prijzen en tien minuten voor onze tweede duif. Twintig minuten daarna was 80% thuis … zoals het hoort. Weer bleef er een ervaren duif achter.
De week erna ging de ervaren groep naar Melun. Ik kan nu al zeggen dat ze toen allemaal terugkwamen. Melun is 428 km voor ons. De eerste duif had een voorsprong van 12 minuten op de tweede. Een half uur na de tweede was weer 80% thuis.
… wordt vervolgd …
Recente reacties