Als je een schrijver in de duivensport bent, zoals ik, dan stellen mensen wekelijks vragen over de duivensport. Sommige denken dat een schrijver (bijna) alles weet. Dat is leuk, heel leuk zelfs. Echter … Ik weet niet alles, lang niet zelfs, maar heb wel over veel een mening … als het over de marathonduivensport gaat. Laatst stond een ‘topic’ (zeg maar onderwerp) op Facebook over het verschil in middaglossingsduiven en ZLU-duiven. Weinig duiven die op de Internationale vluchten worden gespeeld komen aan drie prijzen … laat staan drie fatsoenlijke prijzen. Op de middaglossing waren er genoeg duiven, die dit presteerden. De schrijver van het onderwerp (een hele goede duivenvriend van mij) stelde dat duiven op de NPO-vluchten (middaglossing) beter scoorde (coëfficiënt) dan de duiven op de ZLU-vluchten. Dat was met duiven met twee prijzen al zo en het verschil was met drie prijzen nog groter. Een juiste conclusie! Als je echter daarna stopt met je topic, suggereer je eigenlijk dat middaglossingsduiven beter zijn, dan de ZLU-duiven. In mijn ogen sla je dan de plank mis en valt zo’n stukje onder misleiding voor mensen die wat van ‘de betere liefhebber’ wil leren. Zoals gezegd ken ik de schrijver van ‘de topic’ en weet ik dat dit niet zijn bedoeling is. Hij schrijft dit om reactie uit te lokken. Dat moet je in de duivensport in mijn eigen ogen niet doen, want je krijgt reacties, naast de goed onderbouwde, die nergens opslaan en die geen hout snijden, omdat je een onderbouwing mist. Gelukkig kwam het dit keer niet zo ver, omdat ‘melkers van naam’ hun mening duidelijk weergaven met een goede onderbouwing. Ik zag er een reden in om er eens een column over dit onderwerp te schrijven.

Middaglossingsduiven beter dan ZLU-duiven of andersom?
In deze column ga ik daar geen antwoord op geven, omdat het een zinloze vraag is. Topprestaties op beide disciplines is allebei knap. Zeg maar rustig even knap. Zoals het ook knap is, als een dagfondduif een goede prestatie neerzet op een vlucht van (zeg maar) 600 km. En dat het eveneens knap is als een vitesseduif of jonge duif vier weken achtereen in de top 10 zit tegen gemiddeld 500 duiven of een 1e prijs wint tegen 8.500 duiven of meer. Het zijn allemaal goede prestaties op verschillende disciplines. Zoals je het wereldrecord van Kipchoge op de marathon niet kunt vergelijken met die van Usain Bolt op de 100 meter. Het zijn beiden super prestaties.

Verschil in inspanning tussen (NPO) Middaglossing en Ochtendlossing (ZLU)
De vluchten van de NPO met een middaglossing en de vluchten van de ZLU met een ochtendlossing zijn verschillende disciplines, die je volgens mij met de dezelfde ‘soort’ duiven te lijf kunt gaan. Echter de inspanning is anders. Op het programma staat bij beide disciplines St. Vincent. Als ik het verschil uiteen ga zetten, neem ik deze vlucht maar als basis. Er is een verschil in inspanning tussen, ik zeg maar, op dag 1 900 km en dag 2 de resterende (als voorbeeld) 200 km of dag 1 600 km en dag 2 500 km. Iedereen die aan duursport (inspanning van meer dan 5 uur) heeft gedaan kan dat beamen. Als je op dag 1 60 tot 70% arbeid hebt verzet en de rest op dag 2 of op dag 1 80 tot 90% en de rest op dag 2, dan moet je bij het tweede voorbeeld meer in je reserves tasten dan bij voorbeeld 1 en zal het (volledige) herstel ook enkele dagen langer duren. Bij het tweede voorbeeld zijn de duiven op dag 1 al bezig hun reserve voorraad aan het aanspreken. Bij voorbeeld 1 nog niet (ik ga hierbij wel uit van duiven die goed voorbereid aan een vlucht beginnen). Deze duiven herstellen een beetje in de nacht en gaan op dag 2 op het laatste stuk pas hun reserves aanspreken. Bij voorbeeld 2 gaat het opteren van de reserves op dag 2 al vrij snel verder. Per saldo worden er bij voorbeeld 2 meer reserves verbruikt. Op zeg dat niets over de geleverde prestatie, alleen over de geleverde inspanning.
De herstelperiode moet je dan ook echt in acht nemen voor je duif. Als je hem of haar weer te snel speelt, ga je deze duif binnen twee seizoenen kapot spelen.

Verschil in afstand tussen Middaglossing en Ochtendlossing en de lengte van de periode
Ook de afstand bepaalt (voor een groot deel) of een duif deze vlucht goed verteert en hoe vaak je een duif kunt spelen. Op de middaglossing heb je diverse vluchten onder de 1.000 km voor het Midden, Oosten, Noordwesten en Noorden van het land. Op de ZLU is dat er maar één … Agen. Marseille en Narbonne zitten ook dichtbij of zelf onder de 1.000 km, maar deze vluchten zitten in het Zuidoosten van Frankrijk. Door de heuvels en bergen in die regio maken de duiven automatisch meer kilometers en die inspanning telt mee. De vluchten van de ZLU zijn gemiddeld verder weg dan de vluchten van de middaglossing. Daar komt bij dat de middaglossingen in een periode van 9 tot 11 weken worden vervolgen en de ZLU-vluchten binnen 7 weken.
Deze twee aspecten en het eerder genoemde aspect over de inspanning bepalen of je een duif 2x, 3x of zelfs 4x per jaar kunt spelen. In mijn ogen is het onverantwoord om een duif 4x op de ZLU te spelen. Dus daar ga ik verder niet op in. Zelf ben ik ook geen voorstander van 3x spelen, maar Pau, St. Vincent en Perpignan of Pau, Marseille en Perpignan moet bij uitzondering lukken. Dit wordt makkelijker als je tegen de Belgische grens woont, want dan speel je zo’n 100 tot 130 km per vlucht korter dan bij ons in Veenendaal. Ik denk zelf dat je een duif niet 3 jaar lang 3x kunt spelen. Dan is volgens mij ‘de snee’ er echt uit. Ik daag de lezers uit om mij uitzonderingen te sturen (marathonduivenjournaal@gmail.com), die wel 3 jaar lang op drie vluchten goed hebben gepresteerd. Ik ben benieuwd naar deze pareltjes. 2 ZLU-vluchten gaat prima als je duiven gezond zijn en als ze uit het juiste hout gesneden.
Op de middaglossing kun je een duif prima 3x spelen en bij uitzondering lukt 4x ook prima. De vluchten liggen verder uit elkaar en de afstanden zijn minder ver. Ook hier adviseer ik om de duiven niet meerdere jaren 4x te spelen, want ook deze duiven ga je binnen een paar jaar kapot spelen. De lezer mag mij ook de uitzonderingen opsturen van duiven die in 3 jaar 12 prijzen hebben behaald op de middaglossing.

Verschil in discipline
De vluchten met een middaglossing zijn anders dan de vluchten met een ochtendlossing. Metname de inspanning is anders. De praktijk laat bij veel serieuze liefhebbers zien dat de duiven die goed de ochtendlossing verteren, de middaglossing ook prima aan kunnen. De duiven die op de middaglossing goed presteren, kunnen op de ochtendlossing ook goed presteren. Echter dat is niet altijd het geval. Er zijn dan ook duiven bij die afvallen. Hoe komt dat? Dat moet dan toch de zwaarte zijn en bij een deel van de goede middaglossingsduiven is dan een ochtendlossing net te zwaar. Net als dat een goede Pau- of Perpignanduif niet altijd Barcelona aan kan. Je ziet het ook bij het schaatsen. Je hebt schaatsers die geweldig een 1.500 km rijden (Thomas Krol en Kjeld Nuis), maar die niet snel een goede tijd op de 5.000 neer gaan zetten. Terwijl het andersom wel kan (Roest en Pedersen). Alleen ze komen meestal de snelheid tekort om die 1.500 meter mannen met regelmatig te verslaan. Het zal hen misschien eerder lukken op een buitenbaan onder zware omstandigheden. Zo is het ook met middaglossingsduiven die excelleren op Bergerac, die alleen op St. Vincent mooie prijzen pakken met de wind achter. Met de wind op kop komen ze uithoudingsvermogen (duurvermogen) te kort. Zij zijn uitermate (afstands)geschikt voor Bergerac, maar verderop ligt het aan de omstandigheden.

… wordt vervolgd …