In Sector 4 zijn meerdere vluchten boven de 1.000 km en St. Vincent is voor alle liefhebbers boven de 1.100 km en voor sommigen zelfs boven de 1.200 km. We praten hier over echte marathonvluchten. Zelfs met een harde wind achter zijn de duiven een dikke halve dag onderweg om thuis te kunnen komen. In deze sector won Piet Bakker uit Urk. In het schemer pakte hij zijn winnende duif en kan zo een sectorvlucht op zijn erelijst bijschrijven. Een mooie prestatie. Zijn grote wens is om dit op Barcelona nog eens over te doen.
De winnende duif
De winnende duif van sector 4 van St. Vincent is een kras duivin, ‘de 738’ van 2022. Ze is in februari vrij gekoppeld. ‘De 738’ had een voorkeur voor het vrouwelijke geslacht en heeft dus zelf dit jaar geen jongen grootgebracht. De gekweekte jongen zijn niet gehouden voor eigen gebruik maar weggegeven aan bevriende duivenmelkers zodat er gescheiden kon worden ingevlogen. Ze was met een andere duivin aangelopen en lag in een hoekje op de grond te broeden op eitjes van een dag of 8 bij het inkorven van St. Vincent.
Piet vertelt over de afkomst: ‘De vader van ‘De 738’ heb ik gekregen van Klaas van Urk & Zn en de moeder is een prestatieduivinnetje, dat ik had overgewend vanaf het hok van mijn vader, toen hij vanwege ziekte en ouderdom moest stoppen met de duiven. De vader heeft als achtergrond naast het eigen soort van Klaas en Marten van Urk, duiven van Jos Pepping, Cor Schermer en Gerrit Veerman.’
‘De 738’ vloog als jaarling al een nette 49e prijs op Cahors (1.020 km) tegen 801 duiven in afdeling 11. Haar nestzusje ‘De 739’ was mijn 2e duif op St. Vincent.
Het seizoen
Piet gaat de winter in met zo’n 50/52 duiven. Tenminste dat is het streven. Vaak zijn het er een paar meer. Dit jaar waren het er 58. Piet over zijn duiven en de seizoensopbouw: ‘Ik bezat één kweekkoppel. Vanwege de wens om mee te doen met de grote mannen op ZLU, metname Barcelona, had ik een volle broer gekocht van de 3e nationaal Barcelona van Coen van Haarlem. Deze doffer is mij echter nadat ik er zelf slechts 2 jongen van had gekweekt ontsnapt.
Tot en met de eerste overnachtvlucht Ruffec zijn alle duiven iedere week gespeeld met de afdeling. Ik rijd zelf niet met de duiven. Jong en oud gaat altijd direct met de grote mand mee. Na Ruffec zijn de duiven vrij gekoppeld en hebben ze gedurende de dag open hok.
Ik heb geen vaste voermengeling. In de basis wordt er gewoon de goedkoopste kweek of ruimengeling gevoerd. Deze wordt in het marathonseizoen aangevuld tot 75% vette mengeling van Embregts Theunis. De bijproducten die ik gebruik zijn Sedochol en Lugol van Travipharma. Verder krijgen de duiven wekelijks soepgroenten, grit, roodsteen en wat mineralen uit de emmer van de Patagoon.
Tegen het geel doe ik iedere 3 weken gedurende 2 dagen Ronidazol in het water van Travipharma of steek ze één Trichotablet op van Travipharma en kuur één dag na in het water. Eén- of tweemaal per jaar rook ik het hok uit, als ik denk dat de koppen niet helemaal fris zijn.
Eens per maand bezoekt dierenarts Harry Arts onze vereniging en laat ik een drietal duiven onderzoeken op geel, wormen en coccidiose.’
Tot Slot
Piet vervolgd zijn verhaal: ‘Ik korf mijn duiven voor Barcelona in bij de Bornse Barcelona Club en die mannen (ik noem geen namen omdat ik bang ben er één te vergeten) maken het ieder jaar weer tot in perfectie organiseren en een groot feest van. Het is gewoon grandioos en het is één van de redenen waarom Barcelona voor mij de vlucht van het jaar is.
Vorig jaar had ik in Borne geen vroege prijs maar had ik wel 6 op 6 in de uitslag. Aankomende editie hoop ik er 10 tot 12 te kunnen spelen en hoop ik iets eerder op de uitslag te staan.’
Een goed streven en ik hoop dat je duiven hierin slagen met jouw goede voorbereidingen. Het moet er in kunnen zitten. Maar eerst wil ik je nogmaals feliciteren met de overwinning op St. Vincent in Noord Nederland. Veel succes op de volgende vluchten en vooral … Barcelona!
Recente reacties