De sterkste competitie, waarbij de afstandsverschillen te overzien zijn, met als vluchten de concoursen van de Internationale kalender, is toch wel de Fondunie 2000. Hier treffen de grootmeesters van de marathonduivensport van het Noordelijke helft van Nederland elkaar. Dit is het gebied waar Comb. Hommes en znn, Verwij-de Haan, Jurrian van Amerongen, Jay Lissenberg, Frank Hage, Tim Hage, Sil van Vliet, Van Wijk en zn, Bennie Homma en Jelle Jellema en vele andere toppers (want ik vergeet er genoeg) met elkaar strijden om vluchtoverwinningen en prachtige kampioenschappen. Om van deze toppers Keizer Kampioen te worden moet je niet alleen hele vroege duiven pakken, maar ook je aangewezen duif op tijd draaien. Dit allemaal in een stabiel seizoen. Diverse toppers uit de afdelingen 6 t/m 11 en de Noordelijke helft van Afdeling 5 hebben de titel in de wacht gesleept. Stuk voor stuk grote namen. In 2023 ging de titel voor de tweede keer op rij naar Jelle Jellema uit Nijverdal. Deze prolongatie is de laatste decennium niet eerder voorgekomen. Als iemand zo’n mooie titel met succes kan verdedigen is Jelle het wel. Het is gezien de concurrentie wel bijzonder knap.

Medische begeleiding
Hoe worden de duiven na thuiskomst van een vlucht ontsmet? Werk je ook met middelen op natuurbasis van bv DHP of Brockamp? Jelle: ‘Tijdens het vliegseizoen heb ik geen ontsmettingsschema’s ofzo. Ontsmetting vindt ik ook een vreemd woord tov van een dier of mens. Attributen kun je ontsmetten, een dier niet. Er is geen middeltje wat tegen alle ziektekiemen werkt. Was dat wel zo … dan kon je misschien van ontsmetting spreken. Ik hanteer een schema waarbij ik zoveel mogelijk voor het vliegseizoen afwerk (entingen, luizen, mijten, wormen enz.). Tijdens het vliegseizoen ben ik heel scherp op het geel. Voor en na een vlucht controleer ik dat. Natuurproducten etc gebruik ik niet. Wel, belachelijk veel, vrij beschikbare mineralen, waarvan meer dan de helft tussen de roosters verdwijnt.’
Van welke ziektes heb je dit jaar last gehad? Jelle: ‘Dit jaar ging het weer ouderwets goed wat dat betreft … weinig problemen. Het geel onder controle houden en dit jaar een keer een paar dagen wat voor de luchtwegen. Of dat nodig was weet ik niet, er was wel lichte twijfel. Het jaar ervoor liep het voor geen meter, toen was ik wat lakser geweest en daar werd de rekening voor betaald.’
In het algemeen: Zijn de duiven in de afgelopen jaren zwakker geworden? Jelle: ‘Zeker niet zwakker, in tegendeel, ik denk dat ze steeds sterker worden. Dit komt ook door de selectie die elk jaar wat zwaarder wordt. Selectie van je vliegers maar nog veel belangrijker: je kwekers. Ik stond er dit jaar versteld van hoe makkelijk de jaarlingen Limoges afwerkten aan het begin van het seizoen en daarna nog even Agen en Narbonne meepakten. Dat was tien jaar geleden toch nauwelijks denkbaar. Dat heeft toch echt te maken met selectie, het afstand geschikt zijn van een duif. Kwekers waarvan de jongen dit niet kunnen kan je het beste heel snel verwijderen. Het jaar daarna moet je ze ook nog selecteren op kopvliegen natuurlijk, want anders kweek je alleen maar thuiskomers en daar heb je natuurlijk ook niks aan.’
Hoe vaak en welke soorten medicijnen geef je de duiven? Jelle: ‘Dat schema is al wel twintig jaar ongeveer hetzelfde, staat op mijn website.’
Wat is de meerwaarde dat je dierenarts bent voor de verzorging en begeleiding van je duiven? Jelle: ‘Ik denk dat dat wel een voordeel is. Je weet een beetje hoe het werkt in een lichaam die grote prestaties moeten leveren.’

Opleiding
Hoeveel gaan de jaarlingen mee voor de 1e marathonvluchtvlucht? Hoeveel tijd zit er tussen de 1e en 2e vlucht? Bij zowel de jaarlingen als de oude duiven? Jelle: ‘De duiven gaan in principe mee vanaf de eerste vlucht, maar ik probeer in het begin nog niet al te fanatiek te zijn. In april kun je rustig blijven, je kunt dan nog gerust een vlucht overslaan. In mei moeten ze elke week mee. In het begin van het seizoen houd ik meestal 4 weken tussen twee marathon vluchten. Later in het seizoen kan het wel korter.’
In het verlengde hiervan: Hoe zien de trainingsvluchten/africhtingen eruit nadat de eerste marathonvlucht is geweest, zodat de duiven weer goed voorbereid naar de volgende vlucht gaan? Worden ze dan zelf weggebracht en ja hoe veel km krijgen ze dan en wat is de frequentie of worden ze bijvoorbeeld met de afdeling gespeeld? En wat is dan zijn favoriete nest stand voor de tweede vlucht? Jelle: ‘De neststanden maakt me niet veel meer uit, maar eitjes van 10-14 dagen en jongen van een dag of 5 geeft mij wel een goed gevoel. Of dat voor de duiven ook geld, weet ik niet.
Het liefst probeer ik de duiven na een marathonvlucht twee weken later weer in te korven voor een vlucht van 200-300 km. Helaas zijn die vluchten er in juli nauwelijks. Dan breng ik ze zelf maar weg, gemiddeld twee keer per week. Ik probeer ze zo weg te brengen dat ze een dik uur moeten vliegen.’

… wordt vervolgd …