Na een lange periode als programmaspeler met veel successen, schakelde Jan van Gils uit het Brabantse Oosterhout enkele jaren terug over op de marathonvluchten. Hij haalt sinds die tijd op zowel de middaglossing als de ZLU-vluchten mooie prijzen binnen. Zoals u, als lezer, weet, is dat meestal of de één of de andere discipline van onze hobby … of er moet een ploeg duiven op de hokken zitten van 100 tot 150 of zelfs nog meer. Bij hem is in het laatste geval zeker niet zo. Het heeft dus allemaal met kwaliteit te maken. Afgelopen winter ging ik op een maandagochtend samen met Romy, mijn trouwe columniste en duivenvriendin, naar Jan om eens gezellig over de duiven te praten en de voorbereidingen te treffen voor een mooie reportage. Hieronder staat alweer het derde deel van het verslag over Jan met zijn toppers …

Verzorging
Over het voer vertelt Jan: ‘Ik heb altijd drie soorten voer: Vlieg Duo 25 van Ronny van Tilburg, Zoontjes en in het seizoen een zak extra vette mengeling. Verder heb ik, ook alleen, in het seizoen kleinzaad, Tovo en pinda’s.
Qua bijproducten en medische middelen: Zowel in de winter als in de zomer geef ik de duiven twee dagen in de week oregano in het water. Verder krijgen ze elke week roze mineralen van Dr. Marien over het voer. Tijdens de vluchten krijgen de duiven Tolyamin Forte of Belgasol in het water. De jongen en jaarlingen krijgen met het kwastje hun pokkenenting. In december is het ieder jaar tijd voor de verplichte enting tegen paramixo. De jongen krijgen in het voorjaar een enting paramixo/rota.
Ik ga gemiddeld drie keer per jaar naar de dierenarts voor controle. Mocht ik het niet vertrouwen uiteraard onmiddellijk. Geelkuren heb ik na mijn programma tijd afgezworen. Ik geef de duiven wel elk voorjaar een wormpil . Vorig jaar zelfs tweemaal omdat ze makkelijk last hebben van haarwormen.
Ik voer de hele winter en een stuk van het voorjaar éénmaal per dag. Dat is genoeg, maar niet dat ze vet worden, daar heb ik een verschrikkelijke hekel aan. Komt bij dat ze hier vastzitten ivm de roofvolgels van september tot aan begin maart.
Na de voorbereiding en als meer belast worden, (ze moeten dan tweemaal trainen per dag) krijgen de nestduiven volop goed voer. Dit geldt niet voor de weduwnaars. Die houd ik graag aan de hand en die moeten blijven eten.’

Evaluatie van de goede seizoenen
Jan doet zijn verhaal aan de hand van de vragen die ik hem heb gesteld: ‘Mijn kracht is denk ik: Mijn regelmatigheid qua uitslagen. Ik heb een redelijk vast systeem, maar ben niet slaafs in de leer. Er is altijd wel iets wat afwijkt van het normale en dan ben ik, denk ik, snel in het bijstellen. Als voorbeeld … een slechte vlucht met verliezen, te warm om te trainen, te koud voor de geplande vlucht enz. Dan ben ik wel zo flexibel om het een en ander te veranderen, met andere woorden: om te zetten. Verder zie ik op de kooi of in de ren al zeer snel als er iets hapert. in alle gevallen kun je wel streng vast houden aan je plan of systeem, maar dat is niet altijd verstandig. Je systeem is je handvat. De invulling moet je soms veranderen al dan niet nood gedwongen.
Als het eens een vlucht slecht gaat, pieker ik me suf wat ik verkeerd gedaan heb. Meestal kom je daar niet achter, maar mijn duiven zijn goed en dus moet er ergens anders iets misgegaan zijn.

Enkele goede vliegduiven
Een geweldige vliegduif is ‘Tiny Wings’ van 2016. Deze blauwe topper won o.a. de 14e nationaal Mont de Marsan ZLU, 176e nationaal Narbonne, 228e nationaal Pau, 303e nationaal Narbonne. Hij is zeven maal ingemand en won zes prijzen. Hij komt uit ‘Iris’ met  ‘Old King’ van Harman Calon.
‘Cursa’ van 2018 komt uit hetzelfde koppel. Zij won vier prijzen van de vier maal spelen. Hier zit de 10e nationaal Agen ZLU 2020 bij.

… wordt vervolgd …