De rubriek ‘Hoe is het nu met …?’ werd vorige winterseizoen goed gelezen. In deze verslagen stellen we een aantal vragen aan willekeurige liefhebbers die in het verleden mooie prestaties hebben neergezet. Er zullen ook liefhebbers aan bod komen, die minder bekend zijn, maar die wel met veel enthousiasme over hun hobby kunnen praten. In deze editie krijgt u te lezen hoe het gaat met Hans (en John) Lindenberg uit het Zeeuwse Yerseke. Hans en John spelen vanaf twee verschillende adressen onder eigen naam, maar verder doen ze bijna alles samen. Hans won de 1e nationaal Barcelona 2016 en beiden zijn ze met regelmaat terug te vinden in de top 100 van de ZLU-uitslagen. Hoe is het hen het afgelopen seizoen vergaan en hoe beleven zijn hun gezamenlijke hobby?  U leest hieronder meer …

  • Als je late jongen hebt, wanneer ga je die nog africhten ondanks de roofvogelproblematiek?
    Hans: ‘Jonge duiven worden doorgaans niet afgericht. Als jaarling worden ze 1x zelf weggebracht en vervolgens worden ze wekelijks ingekorfd in de club. Dat geldt ook voor de late jongen. In afwijking van het voorgaande zijn de vroege jonge duiven van 2021 zelf 2x weggebracht naar circa 50km.’
  • Hoeveel jongen kweekt u voor uzelf het komende jaar?
    Hans: ‘Circa 60 jonge duiven zullen gekweekt worden voor de aanvulling op eigen hok.’
  • Wat gaat u anders doen in het komende nieuwe seizoen?
    Hans: ‘Het plan is om in 2022 ook met duivinnen te gaan spelen. De laatste jaren is enkel gespeeld met doffers op nest.’
  • Welke vluchten zijn voor u het belangrijkste komend seizoen? Met andere woorden: waar gaan de beste duiven heen?
    Hans: ‘Alles draait om de ZLU-vluchten. Geprobeerd wordt om op elke vlucht een mooi groepje mee te geven. Eerst de voorbereiding eens afwachten, daarna worden er concrete plannen gemaakt.’

  • Zie je de professionalisering als een bedreiging van onze sport of zie je voor de kundige hobbyist nog genoeg mogelijkheden om successen te hebben? Probeer je antwoord goed te onderbouwen.
    Hans: ‘Ik zie de professionalisering niet direct als een bedreiging voor onze sport. Als je goed kijkt in de uitslagen zie je dat vele vroege duiven gepakt worden door kleine liefhebbers, soms met een beperkte accommodatie. De individuele kwaliteit van een duif blijft het belangrijkst. Uiteraard hebben professionals met veel duiven mee een grotere kans op een vroege duif. Des te groter de voldoening als het lukt om er als hobbyist voor te zitten.’
  • Hoeveel uur per dag besteedt u aan uw hobby. Stille seizoen…….uur Wedstrijdseizoen……..uur?
    Hans: ‘Ik besteed veel tijd aan de duiven. In het stille seizoen ongeveer 2-3 uur per dag. In het vliegseizoen, met name gedurende de ZLU-vluchten, nog vele uurtjes meer.’
  • Waar geniet u het meeste van in de duivensport?
    Hans: ‘Een vroege aankomst van een duif op een ZLU-vlucht geeft altijd een kick!’
  • Stel u bent voorzitter van de NPO, de nationale Duivensportbond, wat zou u de komende jaren veranderen in de duivensport? (In volgorde van prioriteit)
    Hans: ‘Zolang mogelijk iedereen aan boord houden lijkt me, gezien het dalende ledenbestand. Dat lijkt me belangrijk. Mensen beperkingen en verplichtingen opleggen werkt daar zeker niet aan mee.’

Hans (en John), bedankt voor de medewerking aan deze rubriek. Ik hoop dat jullie een mooie kweek krijgen en een prachtig seizoen met veel mooie vluchten!